De bestreden reclame-uiting
Het betreft een advertentie uit januari 2014 in het huis-aan-huisblad Telstar, waarin adverteerder voor diverse producten reclame maakt. Verder staat in de uiting, naast het embleem ‘Jumbo’s laagste prijs garantie’, onder meer:
“De laagste prijs voor vruchtenhagel. Altijd. Zeg nou zelf, 89 cent voor een pak De Ruijter Vruchtenhagel, da’s toch niet duur. En dat kost het niet alleen nu, maar altijd. Dat komt omdat we bij Jumbo elke dag de laagste prijs garanderen. Dat weten we zeker.”
De klacht
Klager stelt, samengevat, dat in de advertentie staat dat De Ruijter Vruchtenhagel altijd € 0,89 kost, terwijl klager voor dit product op 7 juni 2015 € 1,02 diende te betalen bij de plaatselijke Jumbo supermarkt.
Het verweer
Adverteerder heeft verweer gevoerd. Hierop zal hierna, voor zoveel nodig, worden ingegaan.
Het oordeel van de voorzitter
1) De klacht betreft de mededelingen over de prijs van een pak De Ruijter Vruchtenhagel voor zover in de uiting wordt gezegd dat dit product “niet alleen nu, maar altijd” € 0,89 kost. Naar het oordeel van de voorzitter zal de gemiddelde consument deze tekst zo opvatten dat de prijs van een pak De Ruijter Vruchtenhagel nooit duurder zal zijn dan € 0,89. Dit staat immers letterlijk zo in de uiting in verband met Jumbo’s laagsteprijs garantie. De uiting dient op grond van het voorgaande misleidend te worden geacht. Klager heeft immers onweersproken gesteld dat De Ruijter Vruchtenhagel op 7 juni 2015 € 1,02 kostte. Dat het niet de bedoeling van adverteerder was te zeggen dat deze prijs nooit hoger zou zijn dan € 0,89, doet aan het voorgaande niet af. Het gaat immers om de vermoedelijke verwachting die de gemiddelde consument op grond van de uiting zal hebben. Overigens erkent adverteerder dat de uiting ongelukkig is geformuleerd.
2) Blijkens het voorgaande is geen duidelijke informatie verstrekt over het bestaan van een specifiek prijsvoordeel als bedoeld onder d van artikel 8.2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de voorzitter van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
3) De voorzitter neemt nota van de mededeling van adverteerder dat zij sinds 9 februari 2015 het woord “altijd” niet meer in de onderhavige context gebruikt. Om die reden zal de voorzitter gebruik maken van zijn bevoegdheid als bedoeld in artikel 12 lid 5 van het Reglement van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep en een aanbeveling achterwege laten.
De beslissing van de voorzitter
Op grond van het voorgaande acht de voorzitter de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC.