De reclame-uiting
Het betreft een televisie-commercial waarin onder meer wordt gezegd:
“Hallo Jumbo, ik ben Sophie.”
“Hallo Sophie. Zeg het maar.”
“Waarom kan je bij Jumbo niet voor iets leuks sparen?”
“O, maar dat kan wel. Want bij ons krijg je de laagteprijsgarantie. En op een jaar houd je zo nog eens wat over. Voor je vakantie bijvoorbeeld. (…) En vind je het ergens anders toch goedkoper, dan krijg je het product gratis. Wat wil je nog meer!”.
Aan het einde van de commercial wordt een gele ballon opgeblazen waarop de tekst staat:
“Hallo JUMBO
Alles met de laagsteprijsgarantie!”
Onderin beeld staat gedurende enkele seconden de tekst:
“Kijk voor de 7 zekerheden+spelregels op jumbosupermarkten.nl”
De klacht
In de commercial wordt niet meegedeeld dat het betreffende product moet zijn gekocht ‘binnen een straal van 10 km’ en ‘in dezelfde gemeente’.
Gelet op het voorgaande
-
a) acht klaagster de reclame misleidend en
-
b) is klaagster van mening dat Jumbo mensen benadeelt die binnen de 10 kilometer wonen, ‘maar niet in dezelfde gemeente waar Jumbo geen vestiging heeft’.
Het verweer
Het verweer luidt – samengevat – als volgt.
Adverteerder garandeert dat alle door haar verkochte producten door geen enkele andere supermarkt, drogisterij en slijterij ‘in dezelfde vestigingsplaats’ van de Jumbo supermarkt waarmee vergeleken wordt, blijvend goedkoper worden aangeboden. Om deze claim waar te maken heeft Jumbo een laagsteprijsgarantie. Voortdurend worden door zeven personen, de zogenoemde ‘prijsmeters’, de prijzen bij de concurrerende supermarkten gemeten. Indien de prijsmeters constateren dat de prijs van een product elders lager is dan bij adverteerder, wordt de prijs in de supermarkten van adverteerder verlaagd. Indien de prijsmeters iets over het hoofd hebben gezien, bestaat de mogelijkheid voor de klant om dit te melden bij adverteerder, waarna deze de prijs direct aanpast. De klant krijgt het betreffende product gratis mee naar huis.
De voorwaarden houden derhalve niet in dat de supermarkten, drogisterijen en slijterijen op maximaal 10 kilometer afstand van de betreffende Jumbo supermarkt dan wel van de klant dienen te zijn gelegen.
Aan het einde van de commercial wordt verwezen naar de spelregels van de ‘7 zekerheden’, waarin onder meer de ‘laagsteprijsgarantie’ wordt beschreven.
Gelet op het voorgaande acht adverteerder de klacht ongegrond.
Het oordeel van de Commissie
Met betrekking tot de door klaagster geuite bezwaren overweegt de Commissie als volgt:
Ad a)
In de gewraakte commercial wordt op absolute wijze meegedeeld dat ‘alles met de laagsteprijsgarantie’ is en dat men, als men het product ‘ergens anders’ toch goedkoper vindt, het gratis krijgt. Gebleken is echter dat met betrekking tot de laagsteprijsgarantie de beperking geldt dat deze uitsluitend wordt toegepast bij de supermarkten, drogisterijen en slijteren in dezelfde vestigingsplaats als die waar de Jumbo Supermarkt waarmee wordt vergeleken, gevestigd is.
Gelet op voornoemde beperking acht de Commissie de wijze waarop de laagsteprijsgarantie van adverteerder wordt aangeprezen te absoluut. Uit de uiting blijkt immers niet dat de laagsteprijsgarantie beperkt is tot, kort gezegd, de detailhandel in dezelfde vestigingsplaats. Nu deze belangrijke beperking niet wordt genoemd, is sprake van een omissie als bedoeld in artikel 8.3 onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu voorts de gemiddelde consument door de reclame ertoe zou kunnen worden gebracht een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen, acht de Commissie deze misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
Aan het voorgaande oordeel doet niet af dat in de uiting wordt verwezen naar de voorwaarden op de website.
Ad b)
Klagers stelling dat het bewuste product moet worden gekocht binnen een straal van 10 km is door klager niet nader onderbouwd en door adverteerder gemotiveerd weersproken. Dit onderdeel van de klacht dient derhalve te worden afgewezen.
De beslissing van de Reclame Code Commissie van 30 november 2011
Gelet op het hierboven onder Ad a) overwogene acht de Commissie de reclame in strijd met artikel 7 NRC en beveelt zij adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.
Voor het overige wijst de Commissie de klacht af.
Het College van Beroep:
De grieven
Grief 1
De Commissie heeft ten onrechte geoordeeld dat sprake is van een omissie als bedoeld in van artikel 8.3 aanhef en onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Volgens de toelichting op dit artikel moet bij de beoordeling van de vraag of informatie werd weggelaten rekening worden gehouden met de beperkingen qua ruimte en tijd van het gebruikte medium, alsook met de maatregelen die de adverteerder heeft genomen om de informatie langs andere wegen ter beschikking van de consument te stellen. Volgens HvJ EG 19 september 2006, IER 2006/97, is het voldoende wanneer de adverteerder de consument “inlicht over de informatie waar de identificatie toegankelijk is”. In Vrz. Rb Haarlem 25 juli 2008, IER 2009/6, wordt bevestigd dat verwijzing naar een website voldoende is om informatie langs andere wegen ter beschikking te stellen. Ook de Commissie oordeelt in haar beslissing van 28 april 2010 in dossiernummer 2010/00234A dat verwijzing in een televisiecommercial naar een website waar de voorwaarden van een actie zijn te vinden, volstaat. In lijn met het voorgaande heeft Jumbo er alles aan gedaan om de consument in te lichten over de actievoorwaarden. Jumbo verwijst in de televisiecommercial uitdrukkelijk naar haar website waarop die voorwaarden staan. Daarnaast worden de klanten op de raambelettering van de winkels gewezen op het gebied waarbinnen de betreffende Jumbo supermarkt de goedkoopste is, en hangt in deze supermarkten tussen de entree en het tourniquet een bord met dezelfde informatie. Ook liggen er in de winkels folders waarin de actie wordt uitgelegd.
Grief 2
Ten onrechte heeft de Commissie geoordeeld dat sprake is van essentiële informatie die de consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te nemen. Volgens HvJ EG 19 september 2006, IER 2006/97 is pas sprake van essentiële informatie indien vaststaat dat een aanzienlijk aantal consumenten door het ontbreken daarvan al dan niet een beslissing over een transactie neemt. Dat de laagsteprijsgarantie geldt voor winkels in dezelfde vestigingsplaats, is voor de gemiddelde consument geen essentiële informatie in de hier bedoelde zin. Deze consument haalt zijn boodschappen immers in de eigen woonplaats. Jumbo verwijst hierbij naar het door haar overgelegde rapport genaamd “Consumentenonderzoek 2010” van Deloitte Branchegroep Retail, waaruit blijkt dat de consument gemiddeld slechts een afstand van twee kilometer aflegt voor een bezoek aan de supermarkt. Uit het aanbod van supermarkten binnen deze kring maakt de consument zijn keuze. Om een geïnformeerd besluit te nemen over een transactie is de wetenschap dat de laagsteprijsgarantie is beperkt tot winkels binnen dezelfde vestigingsplaats niet relevant. Voor de gemiddelde consument is het voldoende om te weten dat een product bij Jumbo nergens “in de buurt” goedkoper is.
De mondelinge behandeling
Jumbo doet haar standpunt mondeling toelichten aan de hand van een notitie.
Het oordeel van het College
1. De grieven lenen zich voor gezamenlijke behandeling.
2. Gelet op hetgeen Jumbo in beroep heeft aangevoerd, dient in de eerste plaats te worden beoordeeld of de voorwaarde in de laagsteprijsgarantie dat deze garantie is beperkt tot, kort gezegd, de detailhandel in dezelfde vestigingsplaats, voor de consument essentiële informatie betreft in de zin van artikel 8.3 aanhef en onder c NRC. Jumbo stelt onder verwijzing naar HvJ EG 19 september 2006, C-356/04, IER 2006/97 (Lidl/Colruyt), dat pas sprake is van essentiële informatie indien vaststaat dat een aanzienlijk aantal consumenten door het ontbreken van die informatie al dan niet een beslissing over een transactie neemt. Nu dit laatste volgens Jumbo niet vaststaat, mede gelet op het feit dat de gemiddelde consument slechts een afstand van twee kilometer aflegt voor een bezoek aan de supermarkt, is, naar Jumbo stelt, geen sprake van het ontbreken van essentiële informatie. Het College oordeelt hierover als volgt.
3. In de televisiecommercial wordt uitdrukkelijk de aandacht gevestigd op de laagsteprijsgarantie van Jumbo. Deze garantie is onmiskenbaar het hoofdthema van de commercial. In de commercial wordt gesproken over de mogelijkheid om dankzij die garantie geld te besparen. De gemiddelde consument zal dit laatste en de uitdrukkelijke en herhaalde verwijzing naar de laagsteprijsgarantie betrekken op het algemene prijsniveau van de Jumbowinkels, en wel in deze zin dat deze winkels gegarandeerd de laagste prijzen hebben, waardoor zij zich qua prijspeil in gunstige zin onderscheiden van andere winkel(keten)s.
4. In de televisiecommercial wordt niet gezegd dat de laagsteprijsgarantie is beperkt tot, kort gezegd, winkels in dezelfde vestigingsplaats. Dit blijkt ook verder niet, waardoor de commercial, indien deze op zichzelf wordt beschouwd, de indruk wekt dat sprake is van een landelijk werkende garantie. Aan die indruk draagt bij dat in de televisiecommercial wordt gezegd: “En vind je het ergens anders toch goedkoper, dan krijg je het product gratis.” Uit de vage verwijzing naar “ergens anders” blijkt niet dat hier is bedoeld in dezelfde vestigingsplaats. Door het ontbreken van informatie over die beperkende voorwaarde, zal de gemiddelde consument menen dat de garantie landelijk is, en dat hij als gevolg daarvan bij Jumbo inkopen kan doen voor prijzen die, landelijk gezien, bij geen enkele andere winkel lager zijn. Aldus krijgt de consument een onjuist beeld over de omstandigheden waaronder hij een beroep op de laagsteprijsgarantie kan doen en de voordelen daarvan.
5. Naar het oordeel van het College is sprake van een belangrijke beperkende voorwaarde. De consument kan immers uitsluitend ten aanzien van de desbetreffende vestigingsplaats een beroep op de laagsteprijsgarantie doen, terwijl deze garantie niet verder strekt. Aldus wordt de werking van de laagsteprijsgarantie feitelijk sterk ingeperkt. Jumbo had de consument over deze beperking duidelijk dienen te informeren. Zonder deze informatie zal de consument, zoals uit het voorgaande volgt, niet in staat zijn zich een goed geïnformeerd oordeel te vormen over de reikwijdte van de laagsteprijsgarantie en over het landelijke prijspeil van de Jumbowinkels.
6. Naar algemeen bekend kan worden verondersteld, is het prijsniveau van een winkel een belangrijk aspect bij de keuze van de consument waar hij zijn inkopen doet. Dit impliceert dat in het onderhavige geval ervan kan worden uitgegaan dat het ontbreken van informatie over de reikwijdte van de laagsteprijsgarantie de beslissing van de gemiddelde consument over de te bezoeken winkel wezenlijk zal (kunnen) beïnvloeden en aldus effect zal (kunnen) hebben op het economische gedrag van deze consument, en wel in deze zin dat de consument besluit zijn inkopen bij Jumbo te doen in de onjuiste veronderstelling dat de Jumbowinkels landelijk gezien het laagste prijsniveau hebben. Daaruit volgt dat de informatie over de beperkende voorwaarde essentieel is in de zin van artikel 8.3 aanhef en onder c NRC.
7. Aan het voorgaande doet niet af dat de consument volgens Jumbo feitelijk geen nadeel ondervindt van het ontbreken van informatie over die reikwijdte, omdat hij gemiddeld slechts twee kilometer aflegt voor een bezoek aan een supermarkt. Daarmee heeft Jumbo nog niet aannemelijk gemaakt dat de bedoelde beperking in de onderhavige, op het landelijk publiek gerichte, reclame-uiting niet voor een aanzienlijk aantal consumenten essentiële informatie is waarover de consument moet beschikken teneinde op basis daarvan een geïnformeerd besluit over een transactie te nemen, en dat het ontbreken van die informatie slechts voor een beperkt aantal consumenten invloed heeft op het nemen van dat besluit. Overigens blijkt uit het door Jumbo overgelegde rapport niet dat uitingen als de onderhavige geen invloed zouden hebben op het koopgedrag van de consument. Het College acht ook niet aannemelijk dat de televisiecommercial geen effect zou hebben op de beslissing van de consument waar (en in welke Jumbowinkel) hij zijn boodschappen doet, zeker niet nu van de uiting de suggestie uitgaat dat Jumbo landelijk gezien de goedkoopste supermarkt is.
8. Jumbo kon niet volstaan met in de televisiecommercial enkel te verwijzen naar haar spelregels op de website. Op zichzelf genomen kan de gemiddelde consument weliswaar niet verwachten dat in een televisiecommercial alle actievoorwaarden volledig worden vermeld, maar dat neemt niet weg dat die consument in de reclame-uiting wel tijdig moet worden geïnformeerd over het feit dat er een belangrijke beperkende voorwaarde van toepassing is, teneinde te voorkomen dat bij hem onjuiste verwachtingen worden gewekt en hij als gevolg daarvan een besluit tot een transactie neemt of kan nemen dat hij niet zou hebben genomen indien deze essentiële informatie tijdig aan hem zou zijn verstrekt. Dat het voor de reclame gebruikte medium televisie maar in beperkte mate ruimte biedt voor het verstrekken van informatie, zoals Jumbo heeft gesteld, kan niet meebrengen dat een essentieel te achten beperking daarin niet wordt vermeld.
9. De consument kan ook niet uit eigen wetenschap met die beperking bekend worden verondersteld. Het feit dat, zoals Jumbo stelt, haar klanten op de raambelettering van de winkels erop worden gewezen dat de betreffende Jumbowinkel de goedkoopste in een bepaald gebied is, alsmede dat in deze supermarkten tussen de entree en het tourniquet een bord hangt met dezelfde informatie en in de winkels folders liggen waarin de actie wordt uitgelegd, brengt niet mee dat de consument die op grond van de televisiecommercial naar een Jumbowinkel gaat alsnog voldoende tijdig over die beperking wordt geïnformeerd. De televisiecommercial dient immers als een zelfstandige uiting te worden beschouwd die, los van andere uitingen, aan de eisen van de Nederlandse Reclame Code dient te voldoen.
10. Het College onderschrijft op grond van het voorgaande het oordeel van de Commissie dat sprake is van een omissie als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c NRC. Derhalve wordt beslist als volgt.
De beslissing
Het College:
Bevestigt de beslissing van de Commissie voor zover in beroep aan de orde.