De bestreden reclame-uiting
Het betreft een video op de Engelstalige website van ING, meer specifiek de volgende tekstgedeeltes daarin:
“ING finances today’s society, which means, yes, we do finance things that aren’t green, but we also finance billions of euros of green projects and companies around the world.”
“We say a flat-out ‘no’ to certain businesses and ‘yes, but’ to others (…)”
“(…) and we aim to steer the most carbon intensive parts of our portfolio towards net zero by 2050.”
(https://www.ing.com/Sustainability/Sustainable-business/Climate-action.htm).
Samenvatting van de klacht
De bestreden video is een aangepaste versie van de video die ING eerder op haar website had staan en die door de Commissie in haar uitspraak van 11 mei 2023 als misleidend is beoordeeld (dossier 2023/00116). Klager stelt dat de aangepaste video over het duurzaamheidsbeleid van ING ook misleidend is en om die reden in strijd is met artikel 3.1 van de Code voor Duurzaamheidsreclame (CDR) en artikel 8.3 aanhef en sub c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Klager voert daartoe het volgende aan.
Uiting a) “ING finances today’s society, which means, yes, we do finance things that aren’t green, but we also finance billions of euros of green projects and companies around the world.”
Deze uiting bevat op drie punten misleidende claims.
(i) “today’s society”
Door bedrijven leningen te geven om nieuwe olie- en gasvelden aan te boren en nieuwe fossiele infrastructuur te bouwen, financiert ING niet de huidige maar juist de toekomstige maatschappij:
toekomstige klimaatrampen. Deze projecten zullen pas over een paar jaar operationeel zijn en daarna nog decennialang olie- en gaswinning mogelijk maken.
(ii) “things that aren’t green”
Bij de eufemistische formulering ‘niet groene financiering’, die wordt gecombineerd met beelden van wasmachines, virtual reality headsets en elektrische steppen, zal een potentiële klant niet gelijk denken aan de olie- en gasprojecten en de kolossale LNG-terminals die ING financiert.
(iii) “we also finance billions of euros of green projects and companies”
Hoewel het feitelijk wel zal kloppen dat ING groene projecten en bedrijven met miljarden euro’s financiert, verhult ING wat de verhouding is tussen de groene financieringen enerzijds en haar fossiele financieringen anderzijds. Tussen 2018 en 2020 gaf ING drie keer zoveel krediet aan fossiele energie als aan projecten en bedrijven voor hernieuwbare energie. Door dit niet te vermelden, wordt de werkelijke impact die ING met haar financieringsbeleid heeft op de klimaatcrisis verborgen gehouden.
Uiting b) “We say a flat-out ‘no’ to certain businesses and ‘yes, but’ to others (…)”
De boodschap dat bedrijven die het meeste bijdragen aan gevaarlijke klimaatverandering door ING worden uitgesloten, strookt niet met de feiten, aldus klager. ING heeft weliswaar een klein aantal projecten (ongeveer 10%) uitgesloten, maar verstrekt nog steeds leningen voor algemene middelen aan klanten in de fossiele industrie (ongeveer 90%). Juist met dit geld wordt de meeste nieuwe fossiele infrastructuur, waaronder nieuwe gas- en olievelden, gefinancierd.
Uiting c) “(…) and we aim to steer the most carbon intensive parts of our portfolio towards net zero by 2050.”
In plaats van de absolute claim uit de vorige versie van de video formuleert ING nu een doelstelling, maar zij draagt daarmee nog steeds de boodschap uit dat het beleid van ING bijdraagt aan het behalen van het 1,5-graden klimaatdoel. ING moet kunnen aantonen dat ze redelijkerwijs over de capaciteit en methodologische aanpak beschikt om deze claim waar te maken. Klager verwijst in dit kader naar de World Federation of Advertisers en de United Nations’ High-Level Expert Group on the Net Zero Emissions Commitments of Non-State Entities (UNHLEG). Blijkens de richtlijnen van UNHLEG moet ING kunnen aantonen dat zij (i) van plan is om haar gefinancierde emissies te halveren in 2030 en (ii) haar financiering van fossiele energie uitfaseert en de financiering voor hernieuwbare energie vergroot. Dat kan ING niet. Voor het halveren van haar gefinancierde emissies in 2030 heeft ING geen doelstelling en geen plan. ING heeft geen absolute reductiedoelen voor de korte, midden- en lange termijn. De emissiereductiedoelen die ING wel heeft, zijn relatief en zullen niet leiden tot een absolute halvering van de gefinancierde uitstoot in 2030. Ook scherpt ING haar doelstellingen niet aan na de nieuwste IPCC-rapporten, wat volgens UNHLEG wel doorlopend moet gebeuren als ING wil aantonen dat zij op weg is naar ‘net zero’ in 2050. Verder kunnen banken volgens UNHLEG niet claimen dat ze ‘net zero’ willen zijn in 2050 als ze hun beleid niet veranderen en nog steeds nieuwe toevoer van fossiele brandstoffen, en met name LNG, financieren, zoals ING doet. ING heeft (en wil) niet het vereiste beleid om zo snel mogelijk te stoppen met de financiering van exploratie naar nieuwe olie- en gasvelden, uitbreiding van olie- en gasreserves en olie- en gasproductie. De voortgang en het beleid van ING zijn te ver verwijderd van haar eigen doelstelling om in 2050 ‘net zero’ te bereiken. Daarom is de bewering “we aim to steer the most carbon intensive parts of our portfolio towards net zero by 2050”, waarmee ING het doet voorkomen dat zij op weg is om dat doel te behalen, misleidend.
Samenvatting van het verweer
Algemeen
Het filmpje beoogt geen totaalindruk van ING’s onderneming te verschaffen, maar een genuanceerde visie op één (belangrijk) onderdeel daarvan, te weten ‘climate action’. Het filmpje (met daarin de drie bestreden uitingen) moet worden bezien in samenhang met de context waarbinnen het is geplaatst, nu de betekenis die aan de uitingen kan worden toegekend mede door deze context als geheel wordt bepaald. Deze context betreft in de eerste plaats de specifieke positionering van het filmpje op de Engelstalige website van ING Global, waar het filmpje pas is te zien na het actief openklappen van verschillende tabjes en het vervolgens doorklikken naar de webpagina ‘climate action’. Er is dus geen sprake van een specifieke advertentie op de website.
Verder wordt de context van het filmpje gevormd door de omliggende webpagina, met daarop een algemene uiteenzetting en korte uitleg over de wijze waarop ING aankijkt tegen climate action (de ‘Terra approach’) en downloadlinks naar uitgebreidere informatie over het beleid van ING en naar verslaglegging, waaronder het 2022 Climate Report en het 2020 Terra Progress Report. Het filmpje vormt een kortere en beter toegankelijke presentatie van de inherent zeer complexe en genuanceerde boodschap over het klimaatbeleid van ING, terwijl gemakkelijk uitgebreide informatie en documentatie kan worden gedownload.
Niet alleen worden in de klacht losse zinnen in het filmpje uit hun context gehaald, maar ook wordt uit het oog verloren dat (communicatie over) duurzaamheidsdoelstellingen meer omvat(ten) dan een tweedeling tussen ‘fossiele energie’ en ‘de rest’. Het klimaatbeleid van ING gaat over de negen meest CO2-intensieve sectoren in haar portefeuille, te weten elektriciteitsopwekking, fossiele brandstoffen, auto-, scheeps-, luchtvaart-, staal- en cementindustrie, woninghypotheken en commercieel vastgoed. De energiesector vertegenwoordigt in totaliteit 4,4% van de totale financieringsportefeuille van ING. Voor elk van de genoemde (Terra)sectoren heeft ING specifiek en wetenschappelijk onderbouwd beleid met eind- (2050) en tussentijdse (2030) doelstellingen. Dit beleid is gegrond op de methodologische principes van de internationaal erkende, op internationale klimaatwetenschappelijke consensus gebaseerde standaarden PACTA (Paris Agreement Capital Transition Assessment) en PCAF (Partnership for Carbon Accounting Financials).
Het ontwikkelen van de Terra approach wil niet zeggen dat ING nu uitsluitend financiering verstrekt aan sectoren met een lage of (netto) nul uitstoot van (bijvoorbeeld) broeikasgassen. Er wordt ook niet gezegd dat abrupt alle financiering van (bijvoorbeeld) olie- en gasbedrijven kan of zal worden gestopt, of dat ING haar ogen sluit voor de financieringsbehoeften van de huidige maatschappij. Het filmpje verduidelijkt dat ING, gelet op de huidige maatschappelijke realiteit, ook nog niet-duurzame financiering verstrekt. ING concludeert dat geen sprake is van misleidende reclame-uitingen in de zin van de CDR en licht dat per uiting als volgt toe.
Uiting a)
“today’s society”
In de klacht wordt ING verweten juist de toekomstige – van fossiel afhankelijke – maatschappij te financieren als bedrijven de leningen van ING gebruiken om nieuwe LNG-terminals te bouwen. Infrastructurele projecten worden echter per definitie voor de langere termijn gebouwd, maar ook vandaag gefinancierd, gebouwd en gebruikt. De term “today’s society” moet en zal dan ook door de gemiddelde consument worden begrepen als de ‘huidige maatschappij, waarin we nu leven’ en niet alleen (letterlijk) als ‘vandaag’. LNG heeft in de huidige maatschappij een belangrijke rol. Of dat al dan niet wenselijk is in de huidige maatschappij, is een politieke discussie en gaat de reikwijdte van de klacht over het filmpje voorbij.
“things that aren’t green”
Met minder groene investeringen náást groene investeringen wordt door ING gepoogd stapsgewijs de samenleving van vandaag én die van de toekomst te financieren. In het filmpje wordt niet expliciet of impliciet gesteld dat ING’s financiering uitsluitend op één van beide samenlevingen gericht zou zijn. Bij de “things that aren’t green” worden niet alleen ‘eufemistische’ beelden getoond, zoals de klacht stelt. Op één van de negen afbeeldingen is duidelijk een jaknikker (aardoliepomp) te zien. De beelden bieden een (noodzakelijkerwijs beperkt) beeld van het type projecten en sectoren waaraan ING financiering verstrekt, en geven geen totaalbeeld van alle projecten (financieringsactiviteiten) en de daarmee gemoeide bedragen.
“we also finance billions of euros of green projects and companies”
Deze claim is juist: eind 2022 had ING bijna EUR 8 miljard aan leningen voor hernieuwbare energieprojecten uitstaan, in 2021 was dat EUR 7,2 miljard en in 2020 EUR 5,7 miljard. “Green projects and companies” gaat overigens over meer dan alleen duurzame energieopwekking, bijvoorbeeld ook over energie-efficiëntie en het veranderen van de energievraag van fossiele brandstoffen naar (groene) stroom.
Uiting b)
Het is feitelijk juist dat ING een “flat-out no” zegt tegen sommige potentiële klanten en “yes, but” tegen andere. Zo heeft ING in 2017 toegezegd om tegen 2025 de financiering van kolencentrales afgebouwd te hebben tot bijna nul en heeft zij inmiddels haar blootstelling aan die sector met 80% verminderd. Ook heeft ING in maart 2022 bekendgemaakt te stoppen met upstream-financiering van nieuwe olie- en gasvelden die zijn goedgekeurd voor ontwikkeling na 31 december 2021, in lijn met de Net Zero Emissions by 2050 Roadmap van het Internationaal Energie Agentschap (IEA). Dat de “no” is gericht op projectfinanciering en niet ziet op algemene kredietfaciliteiten op het niveau van de holding, doet niet af aan de juistheid van “flat-out no”.
ING zegt ook aantoonbaar “yes, but”. In het licht van haar ESR (Environmental and Social Risk) Framework hanteert ING de Equator Principles voor het bepalen, beoordelen en beheren van de risico’s voor mens en milieu van bepaalde projecten. Een voorbeeld is het stellen van voorwaarden met betrekking tot de sociale en milieugevolgen van een geothermische energiecentrale op Sumatra. Gelet op de korte duur van het filmpje en het omvangrijke screeningsproces van zakelijke klanten op het gebied van ESR, kan het uitsluitingsbeleid niet uitgebreid in het filmpje uiteen worden gezet.
Uiting c)
In de uiting “(…) and we aim to steer the most carbon intensive parts of our portfolio towards net zero by 2050” is door de woorden “and we aim to steer” duidelijk sprake van een streven. De in de klacht genoemde UNHLEG is één van de richtlijnen en aanbevelingen op het gebied van klimaatbeleid. Dat ING de richtlijnen en methodologie van andere instanties volgt, waaronder die van IEA – dat overigens volgens UNHLEG richtinggevend is voor op wetenschappelijke inzichten gebaseerd klimaatbeleid – doet niet af aan het feit dat sprake is van een realistisch, toekomstgericht streven, zoals in het filmpje en op de website waarop het is te zien aan bod komt. ING streeft de besproken doelstellingen aantoonbaar na, en daarvoor heeft zij vergaand uitgewerkte, bij haar onderneming passende stappen ondernomen en kaders ontwikkeld die te kennen zijn uit de Terra approach waar het filmpje naar verwijst. ING baseert zich hiervoor (onder andere) op scenario’s van het IEA, welke scenario’s met behulp van de PACTA en PCAF principes zijn vertaald naar beleid.
ING concludeert dat geen sprake is van misleidende reclame-uitingen in de zin van de CDR.
De mondelinge behandeling
Partijen hebben hun standpunten nader toegelicht en vragen van de Commissie beantwoord.
In het navolgende wordt voor zover nodig ingegaan op hetgeen ter zitting aan de orde is gekomen.
Het oordeel van de Commissie
1. Het bestreden filmpje maakt deel uit van de webpagina ‘climate action’ op de website www.ing.com en bevat een korte uiteenzetting van en toelichting op het beleid van ING om klimaatverandering tegen te gaan. Dat deze openbaar toegankelijke webpagina pas na enig doorklikken kan worden bereikt en bij het filmpje geen sprake zou zijn van “een specifieke advertentie”, zoals door ING gesteld, doet niet af aan het feit dat de webpagina als geheel en het daarop staande filmpje moeten worden aangemerkt als reclame in de zin van artikel 1 NRC en meer specifiek als duurzaamheidsreclame in de zin van artikel 1 CDR. De Commissie is derhalve bevoegd over de bestreden uitingen te oordelen.
2. Bij haar beoordeling van de uitingen gaat de Commissie uit van het filmpje als geheel en de context (van de webpagina) waarin dit is geplaatst. ING heeft in dit verband opgemerkt dat het filmpje over haar klimaatbeleid betrekking heeft op meer (CO2-intensieve) sectoren dan alleen fossiele energie(opwekking) en dat de energiesector in totaliteit (fossiel en hernieuwbaar) slechts 4,4% van de totale financieringsportefeuille van ING vertegenwoordigt. Naar het oordeel van de Commissie neemt dit niet weg dat voor de gemiddelde consument (de financiering van) fossiele energie een belangrijk – zo niet het belangrijkste – aspect zal zijn in de video over het klimaatbeleid van ING. Met betrekking tot de drie bestreden uitingen overweegt de Commissie als volgt.
3. Uiting a) “ING finances today’s society, which means, yes, we do finance things that aren’t green, but we also finance billions of euros of green projects and companies around the world.”
3.1 De klacht dat de gemiddelde consument door de aanduidingen “today’s society” en “things that aren’t green” op het verkeerde been wordt gezet met betrekking tot de werkelijke inhoud van het klimaatbeleid van ING treft geen doel. Uit de uiting in haar geheel blijkt voldoende duidelijk dat ING zegt niet-duurzame financieringen te verstrekken die volgens haar in de huidige maatschappij (nog) noodzakelijk zijn. De aanduiding “things that aren’t green” in combinatie met de afbeeldingen is daarbij niet zo ‘eufemistisch’ dat wordt verhuld dat daaronder ook de financiering van fossiele projecten valt. Niet alleen zal, zoals hiervoor is overwogen, de gemiddelde consument uit zichzelf ‘niet-groene dingen’ (ook) betrekken op fossiele energie, maar ook wordt naast de in de klacht genoemde beelden van wasmachines, elektrische steps en virtual reality headsets op dezelfde wijze het beeld van een jaknikker getoond.
3.2 De klacht tegen de uiting onder a) slaagt wel voor zover deze is gegrond op een misleidende indruk over de verhouding tussen de financiering van fossiele en hernieuwbare energie. Door de formulering van de uiting wordt de indruk gewekt dat de niet-groene financieringen ruimschoots goed worden gemaakt door de nadrukkelijk genoemde miljarden aan financieringen voor groene projecten en bedrijven. Door ING is echter niet weersproken dat haar fossiele financieringen relatief veel omvangrijker zijn (volgens de klacht recent drie keer meer) dan de financiering van hernieuwbare energie. Dit leidt tot het oordeel dat de onder a) genoemde uiting misleidend is als bedoeld in artikel 3.1 CDR. Hierin is bepaald, kort samengevat, dat een duurzaamheidsclaim op duidelijke, specifieke, juiste en ondubbelzinnige wijze moet worden gepresenteerd en de gemiddelde consument niet mag misleiden over het aangeprezen product of over de bijdrage van de adverteerder aan het handhaven en bevorderen van duurzaamheid in het algemeen, en zo de gemiddelde consument ertoe brengen een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen. De onjuiste indruk die wordt gewekt over de verhouding tussen fossiele en niet-fossiele financiering door ING kan de gemiddelde consument ertoe doen besluiten om bij ING te gaan of te blijven bankieren, wat hij of zij niet zou hebben gedaan als in de uiting de werkelijke verhouding tussen beide financieringen duidelijker was weergegeven.
4. Uiting b) “We say a flat-out ‘no’ to certain businesses and ‘yes, but’ to others (…)”
De Commissie acht voldoende aannemelijk geworden dat ING daadwerkelijk “nee” zegt in het geval van nieuwe financiering van kolencentrales en projectfinanciering van nieuwe olie- en gaswinningsprojecten. Daarnaast heeft ING gemotiveerd gesteld dat zij in het kader van haar ‘ESR Framework’ bij het verstrekken van leningen voorwaarden kan stellen met betrekking tot de risico’s voor mens en milieu. Aldus heeft ING de juistheid van uiting b) in voldoende mate aannemelijk gemaakt, waarbij de Commissie in aanmerking neemt dat de video ook ziet op het klimaatbeleid in andere sectoren dan fossiele financieringen. Het tegen uiting b) gerichte onderdeel van de klacht wordt daarom afgewezen.
5. Uiting c) “(…) and we aim to steer the most carbon intensive parts of our portfolio towards net zero by 2050.”
5.1 Krachtens artikel 3.2 CDR moet een adverteerder die communiceert over zijn duurzaamheidsambitie voldoende duidelijk maken dat het om een streven gaat en niet om de huidige situatie. Verder is bepaald dat het misleidend is om te adverteren met een streven waarvan men in redelijkheid niet kan verwachten dat het ooit behaald zal worden.
5.2 Niet is in geschil dat in uiting c) een streven van ING wordt weergegeven, namelijk het streven om de meest koolstof-intensieve onderdelen van haar portefeuille naar netto-nul uitstoot in 2050 te sturen. De Commissie begrijpt de klacht zo dat deze uiting misleidend is, omdat volgens klager het hierin geformuleerde streven met het huidige klimaatbeleid van ING niet behaald kan worden. Deze klacht slaagt niet. ING heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat zij met haar ‘Terra Approach’, waarnaar in het filmpje wordt verwezen en die op de betreffende webpagina met documenten wordt toegelicht, concrete en verifieerbare plannen heeft om de toekomstige doelstelling met midden- en langetermijn doelen te bereiken. Niet is gebleken dat de tussentijdse en einddoelen op voorhand als niet realistisch moeten worden aangemerkt. Om die reden kan niet worden gezegd dat wordt geadverteerd met een streven waarvan in redelijkheid niet kan worden verwacht dat dit behaald zal worden. Dit gedeelte van de klacht wordt daarom afgewezen.
6. De Commissie beslist als volgt.
De beslissing
Op grond van hetgeen is overwogen onder randnummer 3.2 van het oordeel acht de Commissie de met a) aangeduide uiting, voor zover het gaat om het laatste deel van de zinsnede, in strijd met het bepaalde in artikel 3.1 CDR. Zij beveelt ING aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.
Voor het overige wijst de Commissie de klacht af.