Het College van Beroep [30 juni 2015]
De grieven
Het beroep is uitsluitend gericht tegen hetgeen de Commissie in haar beslissing heeft overwogen met betrekking tot de mededeling in de bestreden uiting: “Dé nummer 1 in gebruikte trapliften!”, en het daarmee verband houdende oordeel dat de uiting in zoverre in strijd is met het bepaalde in artikel 7 in verbinding met artikel 8.2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Het College vat de tegen dit onderdeel van de beslissing van de Commissie gerichte grieven als volgt samen.
Grief 1
De uiting ‘dé nummer 1’ dient door de inkleding en inhoud ervan te worden beschouwd als toelaatbare reclameoverdrijving (‘puffery’). Het betreft een ongespecificeerde slogan die niet invult waarin [naam adverteerder] nummer één is en die daarom heeft te gelden als in reclame gebruikelijke overdrijving. Hiermee zet [naam adverteerder] zich niet af tegen concurrenten, maar geeft zij feitelijk aan dat zij de beste is op het gebied van gebruikte trapliften zoals Gillette dat voor scheermesjes doet met de slogan ‘The best a man can get’. Deze slogan werd door de rechter niet als een superioriteitsclaim aangemerkt. Het is een abstracte aanprijzing. Als de gemiddelde consument de uiting wel als een superioriteitsclaim opvat, betreft het een ongespecificeerde superioriteitsclaim. De gemiddelde consument zal om die reden niet in de veronderstelling verkeren dat [naam adverteerder] zich in abstracto heeft vergeleken met andere leveranciers op meetbare elementen, zoals de Commissie heeft overwogen. Deze elementen zijn bovendien door de Commissie zelf ingevuld op een wijze die in strijd is met de strekking van de mededeling zoals die door het publiek zal worden opgevat. De consument zal de abstracte claim ‘dé nummer 1 in gebruikte trapliften!’ niet letterlijk nemen en zal de overdrijving van deze claim onderkennen. De gemiddelde consument is gewend aan enige vorm van overdrijving en aan het gebruik van superlatieven, zonder dat hij daarin onmiddellijk een op waarheid berustende claim zal zien. [naam adverteerder] wijst in dit verband op jurisprudentie die deze stelling bevestigt. Het is overigens bijna onmogelijk om de markt van gebruikte trapliften door middel van een onderzoek exact en volledig te beoordelen.
Grief 2
Voor zover de slogan zou moeten worden opgevat als een mededeling over de voornaamste kenmerken van het product, is van belang dat [naam adverteerder] een ‘unique selling point’ heeft doordat zij als enige in de markt tweedehands rails plaatst bij de afnemer van een gebruikte traplift voor zowel rechte trappen als trappen met een bocht. Om die reden mag [naam adverteerder] zichzelf als beste (nummer 1) betitelen in de markt van gebruikte trapliften. De Commissie heeft dit miskend. Otolift doet zich ten onrechte voor als handelaar in gebruikte liften. Als liftproductcent verkoopt Otolift uitsluitend het eigen merk. Bij uitzondering worden de eigen producten tweedehands aangeboden. [naam adverteerder] levert aan consumenten gebruikte liften van uiteenlopende merken en heeft dus wezenlijk andere handelsactiviteiten. Ten onrechte heeft de Commissie daarom overwogen dat [naam adverteerder] niet de enige leverancier van (volledig) gebruikte trapliften is. Voor zover Otolift bij wijze van uitzondering gebruikte liften aan particulieren levert, betreft het slechts gereviseerde stoelen gemonteerd op nieuwe rails. [naam adverteerder] meent dat zij voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij ten aanzien van het element ‘volledig hergebruik’ uniek is in de markt en zich om die reden ‘dé nummer 1 in gebruikte trapliften’ mag noemen.
Het antwoord in appel
Het verweer kan als volgt worden samengevat.
[naam adverteerder] zet zich met de uiting af tegen concurrenten c.q. vergelijkt haar producten met die van andere leveranciers. De reclame-uiting kan niet anders worden aangemerkt dan als aanduiding van een bepaalde, objectief vastgestelde rangschikking van leveranciers van gebruikte trapliften, waarbij [naam adverteerder] als beste uit de bus komt. De jurisprudentie waarop [naam adverteerder] zich beroept betreft andere situaties. De gemiddelde consument zal de claim ‘de nummer 1 in gebruikte trapliften’ uitleggen als een impliciet vergelijkende superioriteitsclaim. De gemiddelde consument, die niet op de hoogte is van de markt, zal aan deze claim waarheid hechten. Doordat de consument niet in staat is de bron te lezen van de claim, is niet voldaan aan de eis van artikel 13 aanhef en onder c NRC dat de vergelijking op objectieve en controleerbare wijze plaatsvindt. Het is verder onjuist dat [naam adverteerder] de enige in de markt is die tweedehands rails plaatst bij de afnemer van een gebruikte traplift. Otolift plaatst ook volledig hergebruikte trapliften, inclusief rails. Van een unique selling point van [naam adverteerder] is derhalve geen sprake.
Op het verweer zal hierna, voor zoveel nodig, worden ingegaan.
De mondelinge behandeling
Mr. Kaaks voornoemd licht het standpunt van [naam adverteerder] nader toe mede aan de hand van overgelegde notities.
Mr. Pieterson-van Hassel licht vervolgens het standpunt van Otolift toe mede aan de hand van een overgelegde pleitnotitie.
Het oordeel van het College
1. Het geschil in beroep blijft beperkt tot het oordeel van de Commissie met betrekking tot de zin ‘dé nummer 1 in gebruikte trapliften!’ zoals die op de homepage van de website van [naam adverteerder] staat. Meer in het bijzonder dient te worden beoordeeld of de gemiddelde consument deze zin zal opvatten als de aanduiding van een bepaalde objectief vastgestelde rangschikking van leveranciers van trapliften. Volgens de Commissie is dit het geval en is sprake van een claim die een vergelijking veronderstelt met andere leveranciers van (volledig) gebruikte trapliften op meetbare elementen, zoals verkoopaantallen, kwaliteit en/of serviceverlening. [naam adverteerder] bestrijdt dit oordeel. Het College oordeelt, uitgaande van de totale uiting, als volgt.
2. Bovenaan de uiting (homepage www.[naam adverteerder]trapliften.nl) staat de cursief gedrukte zin ‘dé nummer 1 in gebruikte trapliften!’ in combinatie met de woorden “[naam adverteerder] trapliften”. Hieronder is een indeling van de website te zien en een wit kader met daarin de tekst “Daarom [naam adverteerder] trapliften”, gevolgd door de woorden “Vakkundige montage”, “24/7 service”, Binnen 48 uur leverbaar en “Gegarandeerd de laagste prijs”. Voorts staat op de pagina: “Gebruikte én nieuwe trapliften van alle merken” alsmede “Gratis advies aan huis!”:, “Alles over trapliften” en het cijfer 8,7 “op basis van 69 beoordelingen” hetgeen blijkbaar naar klantwaarderingen verwijst. Indien men op de homepage naar beneden scrolt ziet men onder meer de volgende tekst:
“Dé nummer 1 in gebruikte trapliften!
Waarom een dure traplift aanschaffen als u een tweedehands traplift kunt kopen voor een veel lagere prijs? [naam adverteerder] Trapliften levert gebruikte trapliften van alle merken door heel Nederland. Voordat uw traplift bij u geplaatst wordt, is deze eerst vakkundig getest en gereviseerd. Uiteraard verlenen wij ook service en onderhoud aan uw traplift. Vraag vrijblijvend een traplift offerte aan. Lees Veelgestelde vragen over (gebruikte) trapliften of bel [telefoonnummer] voor een persoonlijk advies”.
3. Blijkens het voorgaande wordt in de bestreden uiting de zin ‘dé nummer 1 in gebruikte trapliften!’ niet gespecificeerd of toegelicht op een wijze die suggereert dat [naam adverteerder] in het kader van een vergelijking met concurrenten en op basis van feitelijke, meetbare elementen zichzelf ‘dé nummer 1 in gebruikte trapliften!’ zou mogen noemen. Evenmin wordt verwezen naar concurrenten en/of marktposities. Ook in de verdere context van de uiting valt niet te lezen dat de zin is bedoeld om een bepaalde, op feiten gebaseerde rangschikking tot uitdrukking te brengen met betrekking tot leveranciers van gebruikte trapliften. Het betreft naar het oordeel van het College slechts een losse, op zichzelf staande mededeling die het karakter heeft van een kernachtige leus. De uiting noopt op grond van het voorgaande niet tot de uitleg dat het om een feitelijke superioriteitsclaim gaat. De gemiddelde consument zal, naar het oordeel van het College, de zin ook niet zo opvatten, maar deze beschouwen als een algemene slogan waarbij sprake is van overdrijving met een subjectief karakter. Dat de uiting niet letterlijk is bedoeld en sprake is van overdrijving, blijkt in het bijzonder uit het ontbreken van enige specificatie in combinatie met het gebruik van een geaccentueerd woord (‘dé’), respectievelijk een woord dat een kampioenspositie lijkt uit te drukken (‘nummer 1’) en het uitroepteken aan het einde van de zin dat de kernachtige leus benadrukt maar verder geen functie lijkt te hebben.
4. Gelet op deze herkenbare overdrijving zal de gemiddelde consument, naar het oordeel van het College, de bewuste zin aldus uitleggen dat [naam adverteerder] zélf van mening is dat zij toonaangevend is op het gebied van gebruikte trapliften, hetgeen zij op overdreven wijze verwoordt door zichzelf ‘dé nummer 1’ op dit gebied te noemen. Een dergelijke wijze van aanprijzen beschouwt het College als toegestane grootspraak, ofwel (in de woorden van de Leidraad voor de ten uitvoerlegging/toepassing van Richtlijn 2005/29/ EG betreffende oneerlijke handelspraktijken:) een subjectieve of overdreven verklaring over de kwaliteiten van een bepaald product die niet letterlijk dient te worden genomen.
5. Nu de gemiddelde consument blijkens het voorgaande de zin ‘dé nummer 1 in gebruikte trapliften!’ in de specifieke context van de bestreden uiting niet zal opvatten als een feitelijke superioriteitsclaim, en hij in plaats daarvan zal onderkennen dat deze zin niet al te letterlijk behoort te worden genomen, wordt door dit gedeelte van de uiting het economische gedrag van deze consument niet (wezenlijk) verstoord. In zoverre is geen sprake van oneerlijke reclame. Evenmin is de uiting op dit punt in strijd met artikel 13 aanhef onder c NRC. Er is immers blijkens het voorgaande geen sprake van een vergelijking als bedoeld in dit artikel. Ook verder acht het College de zin ‘dé nummer 1 in gebruikte trapliften!’ niet in strijd met de Nederlandse Reclame Code. Grief 1 treft derhalve doel.
6. Nu grief 1 slaagt, komt het College niet toe aan de behandeling van grief 2. Derhalve wordt beslist als volgt
De beslissing van het College van Beroep
Het College vernietigt de bestreden beslissing van de Commissie uitsluitend voor zover zij met betrekking tot de zin ‘de nummer 1 in gebruikte trapliften!’ heeft geoordeeld dat de uiting in strijd is met het bepaalde in artikel 7 NRC in verbinding met artikel 8.2 NRC, en wijst het onderdeel van de klacht waarop dit gedeelte van de beslissing van de Commissie ziet alsnog af.
[Hieronder volgt de beslissing waartegen beroep is ingesteld]
De Reclame Code Commissie [1 mei 2015]
De bestreden reclame-uitingen
Het betreft de volgende mededelingen op de homepage van adverteerders website www.[naam adverteerder]trapliften.nl:
a) “Dé nummer 1 in gebruikte trapliften!”
b) “Gegarandeerd de laagste prijs”.
De klacht
De klacht wordt als volgt samengevat.
Ad a) “Dé nummer 1 in gebruikte trapliften”
Met deze mededeling claimt [naam adverteerder] dat haar producten superieur zijn aan alle andere (gebruikte) trapliften die op de markt worden gebracht, waaronder de producten van Otolift. Verwacht mag worden dat aan deze claim een gedegen (consumenten)onderzoek ten grondslag ligt, maar informatie daarover ontbreekt. Bij gebreke van een deugdelijke onderbouwing van de claim is deze onjuist en daarom misleidend. Op het verzoek van Otolift aan [naam adverteerder] om deze claim van haar website te verwijderen, heeft [naam adverteerder] verwezen naar de uitspraak van de Commissie in dossier 2013/00555. In deze zaak heeft de Commissie een klacht over de op verpakkingen van koffie staande mededeling “Nr. 1 in smaak” afgewezen, omdat sprake was van een subjectieve claim samen met een in reclame niet ongebruikelijke vorm van overdrijving. Maar anders dan in deze zaak gaat het bij de uiting “Dé nummer 1 in trapliften” niet om een subjectieve claim, aldus Otolift, maar om een aanwijzing dat de gemiddelde consument [naam adverteerder] Trapliften verkiest boven andere aanbieders van (gebruikte) trapliften.
Otolift bestrijdt de juistheid van de mededeling dat [naam adverteerder] Trapliften de meeste trapliften verkoopt. Otolift heeft meer gebruikte trapliften verkocht dan [naam adverteerder] die (in een e-mail van 19 januari 2015 aan Otolift) stelt dat zij “enkele honderden trapliften in het veld heeft staan”. Otolift heeft ongeveer 15.000 gebruikte trapliften in het veld staan. [naam adverteerder] zegt in dezelfde e-mail ook “enkele honderden tevreden klanten” te hebben, maar dit maakt een onderneming nog niet “Dé nummer 1 in gebruikte trapliften”. Bovendien hanteert Otolift ruimere garantievoorwaarden ten aanzien van gebruikte trapliften.
Ad b) “Gegarandeerd de laagste prijs”
Bij deze claim op de homepage wordt niet verwezen naar voorwaarden die voor de laagste-prijsgarantie gelden. Elders op de website staat dat de laagsteprijsgarantie geldt als de consument bij een andere aanbieder dezelfde traplift voor een lagere prijs vindt. Onduidelijk is wanneer sprake is van ‘dezelfde traplift’. Daarnaast heeft navraag bij adverteerder uitgewezen dat de klant zich op de laagsteprijsgarantie kan beroepen in de periode vanaf de opdrachtorder tot de afgesproken levertijd, en dat [naam adverteerder] Trapliften als aanvullende voorwaarde zich het recht voorbehoudt om de order eenzijdig kosteloos te annuleren indien zij niet mee kan gaan in de prijs van de laagste aanbieder. Dit laatste is een belangrijke beperking van de laagsteprijsgarantie. De consument wordt niet tijdig en volledig over de voorwaarden geïnformeerd. Omdat de claim “Gegarandeerd de laagste prijs” zonder aanvullende voorwaarden op de homepage wordt getoond, de geldende aanvullende voorwaarden niet op de website te vinden zijn en [naam adverteerder] niet altijd de laagste prijs kan garanderen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk.
Otolift concludeert dat de bestreden claims in strijd zijn met de artikelen 7 en 8 van de Nederlandse Reclame Code (NRC) en de Algemene aanbevelingen sub e en sub f.
Het verweer
Het (inhoudelijke) verweer wordt als volgt samengevat.
Ad a) “Dé nummer 1 in gebruikte trapliften”
[naam adverteerder] Trapliften is de enige aanbieder in Nederland van volledig gebruikte trapliften, waarbij het volledige systeem, inclusief rail, herplaatst wordt. Wanneer andere liftaanbieders, waaronder Otolift, een gebruikte traplift leveren, bestaat deze uit een nieuwe op maat gemaakte rail in combinatie met een gereviseerde stoel- en motorunit. Otolift adverteert ook niet met gebruikte trapliften. Het prijsvoordeel van een (deels) gebruikte traplift ten opzichte van de nieuwprijs bedraagt bij Otolift slechts € 700,- op een totaalbedrag van € 4.500,- tot € 5.500,-. (Het voorgaande blijkt uit een telefoongesprek met Otolift, waarvan adverteerder een opname overlegt). [naam adverteerder] levert volledig gebruikte trapliften tegen de helft van de nieuwprijs. Otolift beroept zich op het grotere aantal trapliften dat zij in het veld heeft staan. De claim ‘dé nummer 1’ is echter niet gebaseerd op een vergelijking van de totale aantallen trapliften die adverteerder en Otolift in het veld hebben staan, maar op het aantal volledig gebruikte trapliften. Adverteerder concludeert dat [naam adverteerder] Trapliften in de markt van gebruikte trapliften – als enige leverancier van volledig gebruikte trapliften met daarbij gegarandeerd de laagste prijs – onderscheidend genoeg is om zich ‘dé nummer 1 in gebruikte trapliften’ te mogen noemen.
Ad b) “Gegarandeerd de laagste prijs”
De (in de e-mailwisseling met (een vertegenwoordiger van) Otolift genoemde) mogelijkheid van eenzijdig annuleren als aanvullende voorwaarde met betrekking tot de laagsteprijsgarantie is uitsluitend door [naam adverteerder] gecreëerd als bescherming tegen Otolift, om niet door Otolift uit de markt geprijsd te worden. Anders zou Otolift bij elke klant van [naam adverteerder] een “belachelijke prijs” kunnen neerleggen waar [naam adverteerder] vervolgens in mee zou moeten gaan. Adverteerder is, indien nodig, bereid de betreffende voorwaarde op de website te vermelden.
Adverteerder meent dat de website niet in strijd is met de artikelen 7 en 8 NRC en de Algemene aanbevelingen onder e (‘superlatieven’) en f (‘garantie’).
De mondelinge behandeling
Het standpunt van Otolift is, mede aan de hand van pleitaantekeningen, nader toegelicht.
Daarbij is onder meer het volgende – kort samengevat – aangevoerd.
[naam adverteerder] is niet de enige aanbieder in Nederland van volledig gebruikte trapliften, ook andere aanbieders, waaronder Otolift, leveren dit soort trapliften. Omdat het plaatsen van volledig hergebruikte trapliften niet, zoals bij [naam adverteerder], de core-business van deze leveranciers is, adverteren zij hiermee minder dan [naam adverteerder]. Het aantal door hen geplaatste volledig hergebruikte trapliften overtreft echter de honderden trapliften van [naam adverteerder] vele malen. Ongeveer 60-70% van de door Otolift geleverde trapliften zijn gebruikte liften, waarvan een deel volledig gebruikte trapliften betreft.
Met de claim “Dé nummer 1 in gebruikte trapliften” stelt [naam adverteerder] in een rangorde van leveranciers van gebruikte trapliften de beste positie te hebben. [naam adverteerder] is echter niet de enige leverancier van volledig gebruikte trapliften en kan niet aantonen dat hij de grootste leverancier is. Er is geen sprake van een subjectieve claim; kwaliteit en kwantiteit van het product zijn objectief te meten. Consumenten worden door de claim makkelijker misleid, nu zij in de meeste gevallen niet bekend zijn met het product – een (gebruikte) traplift – en de aanbieders daarvan en daarom op zoek zijn naar vertrouwen. De claim “Dé nummer 1 in gebruikte trapliften” speelt daarop in.
Er is geen sprake van laagsteprijsgarantie. Als [naam adverteerder] het prijsverschil met een door een concurrent aangeboden traplift te groot vindt, kan hij de order eenzijdig annuleren. In dat geval heeft de concurrent dus de laagste prijs. Verder is onduidelijk wanneer [naam adverteerder] het prijsverschil te groot acht en wat wordt verstaan onder de voorwaarde dat het om ‘dezelfde traplift’ moet gaan.
Het standpunt van [naam adverteerder] is gehandhaafd en nader toegelicht.
Daarbij is onder meer aangevoerd dat vrijwel de gehele omzet van [naam adverteerder] Trapliften bestaat uit volledig gebruikte trapliften die aan particulieren worden geleverd. De uiting op de website is dan ook op consumenten gericht. [naam adverteerder] deelt mee er niet mee bekend te zijn dat Otolift volledig gebruikte trapliften aanbiedt aan particulieren. Otolift levert volgens [naam adverteerder] voornamelijk aan gemeenten. Omdat [naam adverteerder] vrijwel altijd een traplift kan leveren met volledig gebruikte materialen, waardoor deze veelal goedkoper is dan bij concurrenten, maakt [naam adverteerder] de aanschaf van een traplift voor meer mensen haalbaar. Daarom meent [naam adverteerder] te mogen adverteren met “Dé nummer 1 in gebruikte trapliften”.
De laagsteprijsgarantie geldt voor de prijs van ‘dezelfde traplift’ bij [naam adverteerder] en een andere aanbieder. De thuissituatie bij de klant waar de traplift geplaatst wordt bepaalt of sprake is van ‘dezelfde traplift’, niet bijvoorbeeld het merk van de lift. Namens [naam adverteerder] wordt benadrukt dat de mogelijkheid voor [naam adverteerder] om een order te annuleren indien het prijsverschil met een concurrent te groot wordt alleen is vermeld omdat de indruk bestaat dat Otolift [naam adverteerder] uit de markt wil prijzen. Deze voorwaarde is niet eerder aan consumenten meegedeeld, omdat er nog nooit een klant is geweest die heeft gesteld dat Otolift hem een volledig gebruikte traplift goedkoper kon leveren dan [naam adverteerder]. Adverteerder wil de laagsteprijsgarantie handhaven, maar is bereid de aanvullende voorwaarde op de website te zetten, om klanten in de gelegenheid te blijven stellen de goedkoopste gebruikte traplift te kunnen kopen.
Namens Otolift wordt ten slotte meegedeeld dat zij vroeger voornamelijk trapliften aan gemeenten leverde, maar door de veranderende (zorg)markt inmiddels ook veel aan particulieren levert.
Het oordeel van de Commissie
Ad a) “Dé nummer 1 in gebruikte trapliften”
Naar het oordeel van de Commissie zal de gemiddelde consument de claim dat [naam adverteerder] ‘dé nummer 1 in gebruikte trapliften’ is opvatten als de aanduiding van een bepaalde, objectief vastgestelde rangschikking van leveranciers van gebruikte trapliften waarbij [naam adverteerder] als beste en/of grootste uit de bus komt. De Commissie heeft niet kunnen vaststellen dat van een dergelijke rangschikking sprake is. Dat [naam adverteerder] wellicht als specialist op het gebied van gebruikte trapliften beschouwd kan worden, nu deze trapliften de core-business van adverteerder vormen, betekent niet dat [naam adverteerder] om die reden mag claimen “dé nummer 1 in gebruikte trapliften” te zijn. De claim veronderstelt een vergelijking van [naam adverteerder] met andere leveranciers van gebruikte trapliften op meetbare elementen, zoals bijvoorbeeld verkoopaantallen, kwaliteit en/of serviceverlening. Gebleken is dat [naam adverteerder] – op dit moment – niet de enige leverancier van (volledig) gebruikte trapliften is, ook niet waar het de particuliere markt betreft, maar dat ook (onder andere) Otolift dergelijke trapliften aan consumenten aanbiedt. Verder is niet komen vast te staan dat [naam adverteerder] de grootste verkoopaantallen van (volledig) gebruikte trapliften heeft. Evenmin is gesteld of gebleken dat [naam adverteerder] betere kwaliteit en/of service levert dan concurrenten.
Gelet op het voorgaande acht de Commissie de claim “Dé nummer 1 in gebruikte trapliften” te absoluut en daarom onjuist als bedoeld in de aanhef van artikel 8.2 NRC. Omdat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
Ad b) “Gegarandeerd de laagste prijs”
Blijkens de toelichting elders op adverteerders website houdt de mededeling “gegarandeerd de laagste prijs” in dat [naam adverteerder] het prijsverschil vergoedt indien een klant dezelfde gebruikte traplift die hij bij [naam adverteerder] heeft gekocht bij een andere aanbieder van gebruikte trapliften lager geprijsd ziet. Dat het bij de laagsteprijsgarantie moet gaan om ‘dezelfde traplift’ is naar het oordeel van de Commissie een begrijpelijke en door de gemiddelde consument te verwachten voorwaarde, die daarom niet direct bij de bestreden claim op de beginpagina hoeft te worden vermeld. De gemiddelde consument zal ook begrijpen dat het bij ‘dezelfde traplift’ gaat om een door een andere leverancier aangeboden gebruikte traplift die op dezelfde wijze als de bij [naam adverteerder] gekochte traplift in de thuissituatie van de klant geplaatst kan worden.De Commissie heeft geen reden eraan te twijfelen dat [naam adverteerder] in zoverre de geboden laagsteprijsgarantie in de praktijk nakomt.
Als onweersproken is echter komen vast te staan dat [naam adverteerder] in uitzonderlijke gevallen niet aan de laagsteprijsgarantie kan voldoen, namelijk als het verschil tussen de prijs van de bij [naam adverteerder] gekochte traplift en de door een andere leverancier gehanteerde prijs door [naam adverteerder] te groot wordt geacht. In dat geval behoudt [naam adverteerder] zich het recht voor om de order te annuleren. [naam adverteerder] heeft aangevoerd dat de consument in dat geval voor de goedkopere traplift van de andere aanbieder kan kiezen en aldus de laagste prijs betaalt. Dit is echter naar het oordeel van de Commissie niet de betekenis die de gemiddelde consument aan de mededeling “gegarandeerd de laagste prijs” zal toekennen. Deze consument zal er op grond van de claim van uitgaan dat hij bij de aanschaf van een gebruikte traplift altijd het goedkoopste uit is bij [naam adverteerder].
Nu adverteerder niet in alle gevallen de laagste prijs kan garanderen terwijl dat op de website wel wordt gesuggereerd, acht de Commissie de claim “gegarandeerd de laagste prijs” onjuist als bedoeld in de aanhef van artikel 8.2 NRC. Omdat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
Gelet op het voorgaande beslist de Commissie als volgt.
De beslissing van de Reclame Code Commissie
De Commissie acht de reclame-uitingen (a en b) in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.