De bestreden reclame-uiting
Het betreft een uiting op de website www.kempenaar-renault.nl, voor zover daarin staat:
“Nieuwe distributieriem met laagste-prijs-garantie.”
“De distributieriem is een belangrijk motoronderdeel. Als de riem breekt, kan uw motor kostbare schade oplopen. Vervang de distributieriem tijdig dat voorkomt problemen en hoge kosten. En Kempenaar maakt dat nu extra voordelig. We bieden u tijdelijk een laagste-prijs-garantie. Kunt u aantonen dat u ergens anders goedkoper uit bent, dan betalen we u het verschil terug.”
De klacht
Deze kan als volgt worden samengevat.
Klager had voor de vervanging van een auto-onderdeel een offerte opgevraagd bij een garage in de buurt. Vervolgens is klager met deze offerte naar adverteerder gegaan, om op deze manier gebruik te kunnen maken van de laagsteprijsgarantie van adverteerder: klager verwachtte dat adverteerder het onderdeel dan voor een lagere prijs zou vervangen dan hem in de offerte van de garage bij hem in de buurt werd geboden. Adverteerder heeft hem daarop laten weten dat zij geen lagere prijs kon bieden omdat zij het prijsverschil tussen haar offerte en die van de andere garage te groot vond en dat de prijs van de andere garage zo laag is omdat deze mogelijk geen originele onderdelen gebruikt. Klager voelt zich misleid nu adverteerder op haar website een “laagste-prijs-garantie” belooft, maar zich daar niet aan houdt.
Het verweer
Adverteerder is verbaasd over de klacht van klager. Het klopt dat er aanvankelijk discussie was over het prijsverschil tussen de offerte van adverteerder en die van de andere garage. Toen bleek dat in de offerte van adverteerder een fout zat, is aan klager een aangepaste, goedkopere offerte gestuurd. Adverteerder is verbolgen over het feit dat klager zijn klacht heeft doorgezet terwijl hij op het moment dat hij ter onderbouwing van zijn klacht de offertes naar de Stichting Reclame Code opstuurde (op 22 december 2016) al beschikte over de tweede, aangepaste offerte van adverteerder met daarin een (tweede) aanbod dat wél goedkoper was dan het bedrag van de andere garage. Ter onderbouwing heeft adverteerder de e-mail met deze tweede offerte aan klager overgelegd (deze e-mail is gedateerd op 21 december 2016, 12.18 uur).
Het oordeel van de voorzitter
Klager maakt bezwaar tegen de uiting omdat daarin een laagsteprijsgarantie wordt beloofd, en die belofte volgens hem niet wordt nagekomen. Klager heeft bij e-mail van 22 december 2016 zijn klacht toegelicht door twee facturen te overleggen (te weten de offerte die klager bij een andere garage had opgevraagd en de eerste, ‘duurdere’ offerte van adverteerder dd. 13 december 2016).
Adverteerder stelt daartegenover dat zij deze belofte wel is nagekomen, en aan klager een goedkoper aanbod heeft gedaan dan het aanbod in de offerte die klager bij een andere garage had opgevraagd. Adverteerder heeft dit ‘goedkoopste’ aanbod gedaan op 21 december 2016.
De voorzitter is van oordeel dat adverteerder met haar e-mail van 21 december 2016 aannemelijk heeft gemaakt dat zij het goedkoopste aanbod heeft gedaan. Daarmee komt adverteerder de belofte van de laagsteprijsgarantie in haar uiting na, en is de uiting (dus) niet misleidend. Dat adverteerder aanvankelijk een duurder aanbod heeft gedaan, doet hier niet aan af.
De beslissing van de voorzitter
Gelet op het bovenstaande wijst de voorzitter de klacht af.