De bestreden uitingen
Het betreft (met name, zoals ter zitting door Neprofarm meegedeeld):
tekstgedeeltes en videofilmpjes op de website www.bewegenzonderpijn.com (“website I”)
tekstgedeeltes op de website www.groenlipmossel.com (“website II”)
de brochure “Bewegen zonder pijn”.
Hierna zal op de bestreden uitingen nader worden ingegaan.
De klacht
De klacht wordt als volgt samengevat.
Neprofarm maakt bezwaar tegen de haars inziens ongeoorloofde reclame-uitingen voor de (combinatie van de) ingrediënten vloeibare groenlipmossel, curcumine en zwarte besblad en voor de producten van Synofit die (een combinatie van) deze ingrediënten bevatten (Synofit Premium en Synofit Basic). Deze uitingen staan op (met name, zoals ter zitting meegedeeld) de websites bewegen zonderpijn.com en groenlipmossel.com en in de (ook via eerstgenoemde website te downloaden) brochure “Bewegen zonder pijn”, alle van SBZP.
Neprofarm betoogt dat naast SBZP ook verweerder sub 2 en Synofit als adverteerders moeten worden aangemerkt. Voor verweerder sub 2 geldt dit omdat hij voorzitter is van het bestuur van SBZP en beheerder is van beide websites. De berichten op de websites zijn van zijn hand, evenals de teksten van de brochure en de reacties namens SBZP op de fora op website I.
De betrokkenheid van Synofit bij de bestreden uitingen blijkt volgens Neprofarm uit het feit dat de domeinnaam van website I oorspronkelijk door Synofit is geregistreerd, Synofit sponsor van SBZP is, en de door SBZP en verweerder sub 2 in de uitingen behandelde onderwerpen en de omschrijving van de aanbevolen preparaten naadloos aansluiten bij het productassortiment van Synofit. Verder worden consumenten in de uitingen actief gestimuleerd om via zoekmachines te zoeken op bepaalde combinaties van zoekwoorden, die dan leiden naar Synofit-producten. Ook bestaat er een duidelijke (financiële) relatie tussen Synofit en de deskundigen die in uitingen op website I figureren. Neprofarm concludeert dat de uitingen in naam worden verspreid door SBZP en verweerder sub 2, maar dat Synofit medeverantwoordelijk is voor de plaatsing en de inhoud van de uitingen.
Neprofarm betoogt dat de algemene, promotionele boodschap die in de uitingen wordt uitgedragen en door het publiek op die manier zal worden begrepen, is dat de vloeibare combinatie van groenlipmossel, curcumine en zwarte besblad de beste nieuwe natuurlijke oplossing is voor een scala aan pijnlijke aandoeningen, welke combinatie minstens even effectief is als geneesmiddelen maar dan zonder bijwerkingen. Neprofarm voert ter toelichting aan (onder verwijzing naar en het citeren uit en/of het beschrijven van de betreffende uiting) dat zowel in de tekstgedeeltes als in de videofilmpjes prominent en veelvuldig wordt verwezen naar “het product”, “het middel”, “de vloeibare formule”, “een vloeibaar preparaat” of “het vloeibare combinatiemiddel” met de specifieke combinatie van de ingrediënten “vloeibare groenlipmossel en curcumine” of “vloeibare groenlipmossel, curcumine en zwarte besblad”, eventueel aangevuld met “Boswellia serrata”. Op de webpagina “Veelgestelde vragen” (website I) zijn daarbij links opgenomen naar de resultaten uit onderzoeken met Synofit. Verder wordt in de uitingen, zowel in de tekst als in de video-interviews met orthopedisch chirurg De Jong, apotheker Siem en orthomoleculair therapeut Van der Pol, benadrukt dat supplementen waarin de genoemde bestanddelen zijn verpakt in een softgel of als pure vloeistof, de beste keuze zijn. De omschrijving van de aanbevolen preparaten is zo specifiek, dat dit alleen Synofit Premium (vloeistof) of Synofit Basic (zachte capsules) kan betreffen. Bovendien komt in het video-interview ‘Jan Ide de Jong vertelt’ de volgens Neprofarm “kenmerkende witte flacon van Synofit Premium” voor, komen in de video met Van der Pol producten van Synofit duidelijk herkenbaar in beeld, en wordt het zoekgedrag van consumenten in deze video en in die van apotheker Siem zo gestuurd dat dit automatisch leidt naar producten van Synofit. Dat de uitingen inderdaad verkoopbevorderend werken, blijkt uit de op website I en website II opgenomen testimonials van consumenten die naar aanleiding van de uitingen het product inmiddels gebruiken. Uit het voorgaande volgt, aldus Neprofarm, dat de uitingen moeten worden beschouwd als reclame voor de combinatie van de ingrediënten groenlipmossel, curcumine en zwarte besblad en daarmee als (sluik)reclame voor Synofit Premium/Basic, ongeacht of dit de bedoeling van SBZP en verweerder sub 2 is en of zij zakelijke banden met Synofit hebben.
Omdat de reclame niet als zodanig herkenbaar is, en integendeel de indruk wordt gewerkt dat de uitingen een onafhankelijke, redactionele inhoud hebben, zijn de uitingen volgens Neprofarm in strijd met artikel 11.1 van de Nederlandse Reclame Code (NRC).
Neprofarm acht de uitingen ook in strijd met artikel 2 NRC en artikel 4 van de Code Publieksreclame voor Geneesmiddelen (CPG) 2015. In de uitingen worden aan de combinatie van de ingrediënten vloeibare groenlipmossel, curcumine en zwarte besblad, welke combinatie het kenmerkende ‘samenstel van substanties’ is van het combinatieproduct Synofit Premium/ Basic, eigenschappen toegeschreven inzake het voorkomen of behandelen van ziekten bij de mens of worden toespelingen op zodanige eigenschappen gemaakt. Er wordt namelijk een relatie gelegd tussen het gebruik van de ingrediënten “vloeibare groenlipmossel, curcumine en zwarte besblad” en het pijnstillende en ontstekingsremmende effect bij aandoeningen zoals lage rugpijn, (knie)artrose, reumatoïde artritis en andere gewrichtsziekten. Daarbij wordt een farmacologische, immunologische of metabole werking geclaimd. Hierdoor worden de (combinatie van) ingrediënten en het combinatieproduct zodanig gepresenteerd dat sprake is van een geneesmiddel als bedoeld in artikel 1 lid 1 onder b van de Geneesmiddelenwet. Voor Synofit Premium en Synofit Basic is geen handelsvergunning verleend. Daarom zijn de uitingen in strijd met artikel 84 Geneesmiddelenwet en daardoor in strijd met de artikelen 2 NRC en 4 CPG 2015, aldus Neprofarm.
Op grond van artikel 89 onder b Geneesmiddelenwet en artikel 18 CPG 2015 is het verboden om in reclame voor een geneesmiddel gericht tot consumenten direct of indirect te verwijzen naar een aanbeveling door wetenschappers en beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg. De uitingen “staan bol” van de aanbevelingen door orthopedisch chirurg De Jong, apotheker Siem en orthomoleculair therapeut Van der Pol. Bovendien is er volgens Neprofarm geen deugdelijk wetenschappelijk bewijs voor de vérstrekkende claims van deze deskundigen met betrekking tot werkzaamheid, effectiviteit en veiligheid van de preparaten. De uitingen zijn daarom ook in strijd met artikel 8.5 NRC in verbinding met punt 16 van Bijlage 1 en in strijd met artikel 9 NRC. Dit impliceert dat de reclame misleidend is en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC, aldus Neprofarm.
Tot slot voert Neprofarm aan dat sprake is van een ontoelaatbare vergelijking met geregistreerde geneesmiddelen. In de uitingen wordt geclaimd dat producten met vloeibare groenlipmossel, curcumine en zwarte besblad even effectief en zelfs veiliger (“geen bijwerkingen”) zijn dan “farmaceutische middelen” of “reguliere geneesmiddelen”. Hierdoor zijn de uitingen ook denigrerend tegenover geregistreerde geneesmiddelen (van leden van Neprofarm).
Gelet op het voorgaande moeten volgens Neprofarm de uitingen in strijd worden geacht met artikel 88 onder b Geneesmiddelenwet en (daardoor) in strijd met artikel 2 NRC en met de artikelen 21 en 26 CPG 2015.
Het verweer
Namens verweerders is, samengevat, het volgende aangevoerd.
Voor zover de klacht is gericht jegens verweerder sub 2 in privé, dient Neprofarm in haar klacht niet-ontvankelijk te worden verklaard. Het bestuur van SBZP bepaalt collegiaal welke uitingen door haar worden gepubliceerd. SBZP is daarom de enige openbaarmaker van de uitingen en is voor haar eigen openbaarmakingen bij uitsluiting verantwoordelijk.
Verder betwisten verweerders dat Synofit als adverteerder van de bestreden uitingen moet worden aangeduid. Er is geen enkel formeel, organisatorisch of functioneel verband tussen SBZP (en verweerder sub 2) enerzijds en Synofit anderzijds. In 2014 heeft Synofit haar online informatiemedium Bewegen Zonder Pijn afgestoten en de domeinnaam overgedragen aan de daartoe opgerichte onafhankelijke stichting SBZP. Sindsdien is de website van SBZP een volledig onafhankelijk informatieplatform. Daaraan doet niet af dat Synofit een jaarlijkse sponsorbijdrage levert aan SBZP. Synofit stuurt of beïnvloedt de activiteiten van SBZP niet en adverteert op geen enkele wijze in enig medium van SBZP. Het verwijt van Neprofarm dat de onderwerpen die SBZP behandelt naadloos aansluiten bij het productassortiment van Synofit is ongegrond. (Vloeibare) groenlipmossel met curcumine en zwarte besblad of groenlipmossel met curcumine wordt in Nederland door verschillende andere (in het verweer genoemde) fabrikanten online aangeboden in de vorm van softgels, capsules of als vloeistof. Dat bij de (van website I al geschrapte) zoekopdrachten steevast een AdWords-advertentie van Synofit verschijnt, is te danken aan de AdWords-campagne van Synofit en levert geen bewijs op voor betrokkenheid van SBZP bij de marketingactiviteiten van Synofit. Ook het gegeven dat orthopedisch chirurg J.I. de Jong in het verleden zaken heeft gedaan met Synofit en zich op televisie wervend heeft uitgelaten over “het nieuwe middel met vloeibare groenlipmossel en curcumine”, terwijl hij anderzijds lid is van het Comité van Aanbeveling van SBZP, betekent niet dat zijn uitingen op de website van SBZP door Synofit gefinancierd dan wel ingefluisterd zijn of dat SBZP reclame maakt voor producten van Synofit of daartoe met Synofit samenwerkt. Verweerders bestrijden verantwoordelijk te zijn voor alle getoonde en geciteerde uitingen van De Jong, waarbij SBZP alleen optreedt als intermediair die aan auteurs op de website een podium biedt. Ten slotte wijzen verweerders er in dit verband op dat in testimonials verwijzingen naar merkproducten worden verwijderd.
Inhoudelijk voeren verweerders aan dat geen sprake is van reclame maar van informatie. In de uitingen worden uitsluitend de afzonderlijke ingrediënten en de combinatie van ingrediënten behandeld en aanbevolen. Dit is geen reclame, aangezien SBZP niet voor één of meer specifieke producten werft. De uitingen hebben een onafhankelijke redactionele inhoud, die niet met Synofit is afgestemd. Verder stellen verweerders dat de beschrijving van (wetenschappelijk onderzoek naar) de effecten van het gebruik van individuele of een samenstel van ingrediënten geen reclame voor een geneesmiddel in de zin van de wet oplevert. De inname van een ‘combinatie van ingrediënten’ is geen daadwerkelijk ‘samenstel van substanties’ in de vorm van een product. Verweerders verwijzen in dit verband naar de Memorie van Toelichting bij artikel 1 lid 1 onder b Geneesmiddelenwet, waaruit blijkt dat pas een farmaceutisch product dat klaar is voor gebruik door de consument een geneesmiddel in de zin van de wet kan zijn. De aanbevelingen van beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg zijn geen uitingen van SBZP en evenmin reclame-uitingen voor een geneesmiddel. Verder geldt dat deze uitingen van derden geen individuele, daadwerkelijk op de markt beschikbare eindproducten aanprijzen die als gelijkwaardig of superieur aan geregistreerde geneesmiddelen worden gepositioneerd.
Waar – ten onrechte – de indruk zou kunnen ontstaan dat SBZP de verkoop van Synofit-producten zou willen ondersteunen, heeft SBZP de uitingen aangepast. Het gaat om fragmenten uit het video-interview met Van der Pol (op website I) waarin Synofit, naast andere producten, enkele seconden in beeld komt, en het video-interview met apotheker Siem, dat een zoekadvies bevat dat leidt tot een zoekresultaat met Synofit-producten. De betreffende fragmenten en het zoekadvies zijn verwijderd. SBZP is ook doende het filmpje “Jan Ide de Jong vertelt” (bijlage 12 bij de klacht) te verwijderen.
De mondelinge behandeling
Op verzoek van Neprofarm is ter zitting het videofilmpje “Jan Ide de Jong vertelt” getoond.
Hierna hebben partijen hun standpunten nader toegelicht en vragen van de Commissie beantwoord. Namens verweerders is daarbij een pleitnota overgelegd.
Op hetgeen ter zitting is aangevoerd wordt, voor zover nodig voor de beslissing, ingegaan in het hierna volgende oordeel.
Het oordeel van de Commissie
1.
Kern van de klacht is dat in de bestreden uitingen, zoals deze luidden ten tijde van het indienen van de klacht, sprake is van ongeoorloofde reclame voor de producten van Synofit die een combinatie van de ingrediënten vloeibare groenlipmossel, curcumine en zwarte besblad bevatten.
2.
Gelet op het verweer moet in de eerste plaats beoordeeld worden of bij de bestreden uitingen sprake is van reclame in de zin van artikel 1 van de Nederlandse Reclame Code (NRC), in verbinding met artikel 1 CPG 2015. Krachtens artikel 1 NRC wordt onder reclame verstaan: iedere openbare en/of systematische directe dan wel indirecte aanprijzing van goederen, diensten en/of denkbeelden door een adverteerder of geheel of deels ten behoeve van deze, al dan niet met behulp van derden. Blijkens artikel 1 CPG 2015 is sprake van publieksreclame bij reclame voor een geneesmiddel die, gezien haar inhoud en de wijze waarop zij wordt geuit, kennelijk ook voor anderen dan medische beroepsbeoefenaren is bestemd. Verweerders stellen zich, kort samengevat, op het standpunt dat de uitingen informatief van aard zijn, geen aanprijzing van specifieke producten bevatten en zeker niet van producten van Synofit.
3.
De Commissie is van oordeel dat de uitingen geen neutrale en louter informatieve bespreking van de individuele ingrediënten groenlipmossel en curcumine en zwarte besblad bevatten. De uitingen zijn duidelijk wervend voor de specifieke combinatie van deze ingrediënten in een vloeibare vorm als natuurlijk middel ter behandeling van gewrichtsklachten. De Commissie ziet daarbij onder meer op de uitlatingen van de orthopedisch chirurg De Jong, die zich in de op website I weergegeven video-interviews en aan hem gestelde vragen over “het middel met vloeibare groenlipmossel en curcumine” een enthousiast voorstander toont van de inzet van het (mede door hem geteste) “product waarin groenlipmossel met curcumine (en zwarte besblad) in vloeibare vorm is gecombineerd”, en waarin hij adviseert bij “beginnende of gevorderde gewrichtsklachten (..) vloeibare groenlipmossel en curcumine” te gebruiken, welke “nieuwe behandelmethode” hij in zijn praktijk inmiddels “een vaste plaats” heeft gegeven. Op website II wordt aan het middel met “100% pure vloeibare groenlipmossel in een vloeibare en gestabiliseerde vorm” een “aanzienlijk hoger gezondheidsrendement dan een lipide-extract of droogpoeders” toegeschreven, “zeker als aan zo’n vloeibaar supplement ook nog eens een scala aan ondersteunende nutriënten wordt toegevoegd, zoals curcumine, zwarte besblad en boswella.” Volgens de mededeling op website I gaat het in de brochure “vooral om de krachtige, natuurlijke ontstekingsremmers curcumine, groenlipmossel en het blad van ribes negrum die, los van elkaar maar zeker ook gecombineerd, tot duidelijke verbeteringen leiden bij mensen met chronische en reumatische gewrichtsaandoeningen”. De brochure vormt als onderdeel van de websites maar ook zelfstandig een aanprijzing van de genoemde combinatie van ingrediënten.
Gelet op het voorgaande volgt de Commissie verweerders niet in hun standpunt dat de uitingen publieksinformatie betreffende gezondheid of ziekte bij de mens in de zin van artikel 1 lid 2 CPG betreffen. De uitingen gaan dit informatieve kader te buiten en hebben een aanprijzend karakter voor de specifieke combinatie van de ingrediënten groenlipmossel en curcumine (en zwarte besblad) in een vloeibare vorm, en daarmee voor producten die deze combinatie van ingrediënten in deze toedieningsvorm bevatten. Derhalve is sprake van reclame in de zin van artikel 1 NRC en tevens, gelet op hetgeen hierna aan de orde komt, van publieksreclame in de zin van artikel 1 CPG 2015.
4.
Daarbij wordt gedoeld op een geneesmiddel in de vorm van een bepaald product. In de uitingen wordt immers expliciet gesproken over “het (nieuwe) middel”, “het (nieuwe) product”, “de vloeibare formule” en/of “het vloeibare combinatiemiddel” met de specifieke combinatie van de ingrediënten vloeibare groenlipmossel, curcumine en zwarte besblad. Tevens wordt naar het oordeel van de Commissie gesuggereerd dat “het product” waarop wordt gedoeld het product van Synofit (Premium/Basic) is. Niet alleen sluit de beschrijving van de combinatie van ingrediënten en toedieningsvorm in de uitingen precies aan bij dit product, maar de uitingen – zoals deze aan de Commissie zijn voorgelegd en beoordeeld moeten worden – bevatten ook directe en indirecte verwijzingen naar Synofit-producten. Zo staat therapeut Van der Pol in het video-interview met hem (op website I) enige tijd voor een schap met Synofit-producten, en bevat het video-interview met apotheker Siem (website I) een zoekadvies dat leidt tot een zoekresultaat met Synofit-producten. In het (als bijlage 12 in de klacht beschreven) filmpje “Jan Ide de Jong vertelt” (website I) zegt de orthopedisch chirurg onder meer “Het gaat om het enige vloeibare supplement op basis van 100% pure groenlipmossel en curcumine” en “Door middel van een uniek procedé is de fabrikant erin geslaagd om groenlipmossel vloeibaar te maken”. Tijdens dit filmpje zet de spreker een blanco witte flacon voor zich op het bureau. Niet is weersproken dat Synofit (Premium) in een dergelijke flacon wordt verpakt. Verder wordt bij de ‘Veelgestelde vragen’ op website I voor “wetenschappelijk onderzoek naar het middel met vloeibare groenlipmossel, curcumine en zwarte besblad” door middel van links verwezen naar twee onderzoeken die zijn uitgevoerd met “Synofit” en “Synofit Premium”. In de op website I weergegeven reacties van consumenten wordt door SBZP op de vraag waar “dit middel” of “dit product” gekocht kan worden steeds meegedeeld dat zij geen merken of verkooppunten mag aanbevelen, maar dat de consument door te googelen op “vloeibare groenlipmossel en curcumine” of “groenlipmossel met curcumine en zwarte bes” of “100% vloeibare groenlipmossel” het antwoord vindt. Niet is weersproken dat bij het invoeren van de gesuggereerde zoektermen “steevast” een AdWords-advertentie van Synofit verschijnt. Overigens heeft de Commissie geconstateerd dat in een enkele consumentenreactie de naam Synofit uitdrukkelijk wordt genoemd (zie bijvoorbeeld een reactie van 18 januari 2016 waarin wordt gesproken over “de capsules groenlipmossel van Synofit”).
Ten slotte wordt Synofit Europe B.V., naast Gezondheid aan huis B.V. en Sorion.nl, op de website van SBZP vermeld onder “sponsors en adverteerders”. Door voornoemde opeenstapeling van directe en indirecte verwijzingen in de uitingen is sprake van het systematisch aanprijzen van het product van Synofit met vloeibare groenlipmossel, curcumine en zwarte besblad. De Commissie acht aannemelijk dat de gemiddelde consument die door de combinatie van aanprijzingen is geïnteresseerd in een product met bedoelde ingrediënten in vloeibare vorm, door de aanprijzende elementen zijn keuze zal bepalen op Synofit.
Op grond van het vorenstaande moeten de bestreden uitingen worden aangemerkt als reclame in de zin van artikel 1 NRC en publieksreclame in de zin van artikel 1 CPG 2015 voor Synofit Premium (vloeistof) en/of Synofit Basic (softgels).
5.
In de uitingen wordt veelvuldig gewezen op het pijnstillende en/of ontstekingsremmende effect van (in feite) deze producten bij gewrichtsaandoeningen zoals artrose en reumatoïde artritis, dankzij de combinatie van vloeibare groenlipmossel, curcumine en zwarte besblad. Aldus worden de producten met deze ingrediënten gepresenteerd als zijnde geschikt voor het genezen of voorkomen van een ziekte of pijn bij de mens. Hierdoor moeten de producten volgens het ‘aandieningscriterium’ worden gekwalificeerd als geneesmiddel als bedoeld in artikel 1 lid 1 onder b Geneesmiddelenwet.
6.
Krachtens artikel 84 lid 1 Geneesmiddelenwet is het verboden reclame te maken voor een geneesmiddel waarvoor geen handelsvergunning is verleend. Vast staat dat voor Synofit Premium en Synofit Basic geen handelsvergunning is verleend. Om die reden zijn de uitingen in strijd met artikel 84 lid 1 Geneesmiddelenwet en daardoor in strijd met de artikelen 2 NRC en 4 CPG 2015.
Nu de uitingen reeds op deze grond niet toelaatbaar zijn, kan buiten bespreking blijven of de uitingen tevens in strijd zijn met de andere artikelen van de Geneesmiddelenwet, NRC en CPG die in de klacht zijn aangevoerd.
7.
Vervolgens moet worden beoordeeld wie van de verweerders voor de geconstateerde overtreding van de artikelen 2 NRC en 4 CPG 2015 verantwoordelijk moet(en) worden gehouden.
8.
In de eerste plaats is dit SBZP. Zoals bij verweer is erkend, zijn de uitingen door SBZP geopenbaard. De verantwoordelijkheid voor de uitingen strekt zich ook uit tot de (inhoud van) uitlatingen van derden die op website I staan, zoals de mededelingen van een orthopedisch chirurg, een moleculair therapeut en een apotheker, en reacties van consumenten. De Commissie verwerpt het verweer dat SBZP met haar website(s) slechts een podium biedt aan derden. Het is immers SBZP die deze uitingen van derden op haar website plaatst en bepaalt in welke vorm dit gebeurt.
De Commissie ziet geen aanleiding de strijdigheid van de uitingen met de NRC en de CPG 2015 (ook) toe te rekenen aan verweerder sub 2 in privé. De Commissie acht voldoende aannemelijk geworden dat hij werkt in opdracht en onder verantwoordelijkheid van SBZP als geheel.
9.
De Commissie is van oordeel dat Synofit voor de uitingen medeverantwoordelijk kan worden gehouden. Wat er zij van de onderlinge (formele/organisatorische) verhouding tussen Synofit en SBZP, de Commissie acht niet aannemelijk dat Synofit, die op de website van SBZP wordt aangeduid als een van de (drie) “sponsors en adverteerders”, geen enkele invloed heeft of kan uitoefenen op de inhoud van de uitingen waarin, zoals hiervoor is overwogen, reclame voor haar producten wordt gemaakt.
10.
Op grond van het voorgaande beslist de Commissie als volgt.
De beslissing
De Commissie acht de uitingen in strijd met het bepaalde in artikel 2 NRC en artikel 4 CPG 2015. Zij beveelt SBZP en Synofit aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken. Voor zover de klacht is gericht tegen verweerder sub 2 wordt deze afgewezen.