Omschrijving:Het betreft een televisiereclame voor de Smokeless Chip Card, een kaartje dat bij sigaretten gestoken kan worden. |
De klachtAdverteerder claimt dat dit kaartje de schadelijke gevolgen van nicotine wegneemt. Afgezien van de vraag of dat juist is, zal de uiting er niet toe bijdragen dat mensen minder gaan roken. Gelet hierop acht klager de uiting in strijd met het algemeen belang en misleidend. |
Het verweerNiet wordt gesuggereerd dat door de Smokeless Chip Card de schadelijk gevolgen van nicotine worden weggenomen. Geenszins wordt de illusie gewekt dat roken nu weer gezond zou zijn. Gezegd wordt dat door het gebruik van de Smokeless Chip Card niet alleen de nicotine vermindert met 16%, maar ook andere stoffen verminderen zoals koolmonoxide (21%), zwaveldioxide (17%) en stikstofmonoxide (13%). Adverteerder legt daarbij een exemplaar over van het “Vakkundig rapport nummer N-24549 over het onderzoek van Bio G Chip Card” van 1 februari 2006 verricht in opdracht van de producent IDRA-ALFA d.o.o. te Zagreb, Kroatië. |
Het oordeel van de Commissie In de uiting wordt de indruk gewekt dat, doordat men ten gevolge van de Smokeless Chip Card minder schadelijke stoffen binnen krijgt, het gemakkelijker is om te minderen of te stoppen met roken. Adverteerder heeft ten bewijze daarvan een rapport overgelegd betreffende een onderzoek van de Bio G Chip Card doch naar het oordeel van de Commissie biedt dit onderzoek onvoldoende grond voor het in de uiting gestelde. De relatief geringe vermindering van schadelijke stoffen die men volgens het onderzoek binnen zou krijgen en de resultaten van de bijgevoegde enquête – waarin slechts een deel van de vragen is opgenomen, terwijl deze vragen ook nog gedeeltelijk betrekking hebben op de overtuiging van de gebruiker van de Smokeless Chip Card -vormen onvoldoende bewijs voor het in de uiting geclaimde effect van de Smokeless Chip Card. Gelet hierop acht de Commissie de uiting misleidend. Niet kan worden geoordeeld dat de uiting in strijd is met het algemeen belang in de zin van artikel 3 van de Nederlandse Reclame Code. |
De beslissingOp grond van het vorenstaande acht de Commissie de uiting in strijd met artikel 7 van de Nederlandse Reclame Code en beveelt zij adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken. Voor het overige wijst de Commissie de klacht af. |
Regeling: artikel 7 NRC |