De bestreden reclame-uiting
Het betreft een aan klagers vader geadresseerde mailing van Euro-Shopping, waarin onder de kop “NOTA NOTA NOTA DRINGEND!!!” staat:
[Naam geadresseerde],
Zoals u ziet, staat zonder twijfel en onherroepelijk vast dat ook u bij de 7.650,00 euro “GROTE JACKPOTUITKERING” gewonnen heeft. Vraag uw prijs vandaag nog op!
Het doet mij heel veel plezier, dat u, [naam geadresseerde], gewonnen heeft en daarom wil ik graag onze bamboepleisters promoten. Verlies geen tijd en bestel best vandaag nog, zodat u uw prijs zo snel mogelijk ontvangt.”
De klacht
Klager is bewindvoerder voor zijn dementerende vader. Ondanks herhaalde verzoeken van klager aan Euro-Shopping om te stoppen met de aan zijn vader gerichte marketing, blijft dit bedrijf zijn vader met mailings over het winnen van een prijs verlokken tot onzinnige aankopen. Klager legt een afschrift over van de op 4 december 2015 aan Euro-Shopping gezonden brief waarin klager (onder meer) verzoekt om zijn vader niet meer te benaderen voor de aankoop van producten. Tevens legt klager een afschrift over van zijn (mede) voor Euro-Shopping bestemde brief van 6 maart 2016, waarin klager eerdergenoemd verzoek herhaalt met een beroep op artikel 14 van de Code Brievenbusreclame, huissampling en direct response advertising (CBR).
Het verweer
Klagers vader is in december 2015 uit de bestanden van Euro-Shopping verwijderd. Hij is hierover schriftelijk geïnformeerd op 15 december 2015 en 8 maart 2016. Omdat de mailings van Euro-Shopping twee maanden tevoren voorbereid worden, heeft klagers vader tot vorige maand (februari 2016) nog mailings ontvangen. Eventuele bestellingen op deze mailings zijn niet meer verwerkt. De postzendingen zijn inmiddels gestopt. De nog liggende onbetaalde facturen van klagers vader worden integraal uitgeboekt.
Het oordeel van de Commissie
1. De Commissie vat de klacht aldus op klager meent dat Euro-Shopping in strijd met artikel 14 CBR handelt door geadresseerde reclame aan klagers vader te blijven sturen ondanks klagers verzoeken om daarmee te stoppen.
2. Artikel 14 CBR luidt: “Indien een ontvanger schriftelijk heeft meegedeeld geen geadresseerde reclame te willen ontvangen dient de opdrachtgever ervoor te zorgen dat deze wens zo spoedig mogelijk, maar in ieder geval binnen een termijn van drie maanden na ontvangst van het verzoek, zonder restrictie ingewilligd wordt.”
Gebleken is dat klager bij brief van 4 december 2015 de bedoelde schriftelijke mededeling namens ontvanger aan Euro-Shopping heeft gedaan. Euro-Shopping heeft aangevoerd dat zij in december 2015 de naam van klagers vader uit haar bestanden heeft verwijderd en dat na twee maanden de mailings aan klagers vader zijn gestopt. Nu niet is komen vast te staan dat niet binnen een termijn van drie maanden door Euro-Shopping aan het verzoek tot stopzetten van toezending van geadresseerde reclame is voldaan, kan niet worden gezegd dat Euro-Shopping heeft gehandeld in strijd met artikel 14 CBR.
3. Voor zover klager verwijst naar de aard en de inhoud van de reclame, leest de Commissie hierin niet een afzonderlijke klacht, zodat met voormeld oordeel zal worden volstaan.
De beslissing
De Commissie wijst de klacht af.