De bestreden reclame-uiting
Het betreft een televisiecommercial van Hornbach die begint met diverse scènes waarin is te zien hoe mannen in een tuin zware klussen verrichten. De zwetende mannen worden geconfronteerd met twee mannen die zijn gekleed in witte laboratoriumjassen. De mannen die in de tuin hebben gewerkt, kleden zich vervolgens geheel uit en leveren hun kleding in. De kleding wordt in een klein, futuristisch ogend voertuig opgeborgen. Later is te zien hoe de kleding in een plastic verpakking wordt geseald. Een Aziatisch ogende vrouw haalt vervolgens in een industriële omgeving een van de in plastic verpakte kledingstukken uit een verkoopautomaat. Zij opent de verpakking en ruikt aan het kledingstuk. Hierna lijkt zij in extase te geraken. In beeld verschijnt daarbij de tekst: ‘Zó ruikt het voorjaar!”.
Samenvatting van de klacht
De televisiecommercial is in strijd met de goede smaak, aanstootgevend, discriminerend en seksistisch.
Het oordeel van de voorzitter
1) In de televisiecommercial waarover wordt geklaagd, wordt ‘de lente’ verbeeld door de geur van de kleding van zwetende mannen die in een tuin zware klussen hebben verricht. Een vrouw in een industriële omgeving koopt zo’n kledingstuk om ‘de lente’ te ruiken. Duidelijk is dat aldus op volstrekt surrealistische en humoristisch bedoelde wijze in feite de aandacht wordt gevestigd op het assortiment tuinartikelen van adverteerder. De voorzitter heeft begrip voor het feit dat kijkers de commercial onsmakelijk zullen vinden met name door de suggestie dat aan gebruikt ondergoed wordt geroken. Dit is echter onderdeel van de grap die de uiting als geheel uitbeeldt om de aandacht van de kijker te vangen. Dat het een onsmakelijke grap is die duidelijk is bedoeld om de televisiecommercial te laten opvallen, brengt niet mee dat de televisiecommercial reeds daardoor de grens van het toelaatbare te buiten gaat.
2) Dat een vrouw het bewuste kledingstuk koopt en deze vrouw een Aziatisch uiterlijk heeft, is onvoldoende om de televisiecommercial ontoelaatbaar te achten. De commercial is onmiskenbaar niet bedoeld om mannen, vrouwen of een bepaalde bevolkingsgroep belachelijk te maken of een denkbeeld over hen te verkondigen, maar strekt indirect tot aanprijzing van het assortiment van adverteerder.
De rolverdeling in de televisiecommercial is van ondergeschikt belang in de absurde verhaallijn waarin het in een industrieel gebied blijkbaar nodig én mogelijk is de bewuste kleding te kopen om ‘de lente’ te ruiken. Dat dit gebied in Azië ligt, brengt niet mee dat de televisiecommercial in strijd met de Nederlandse Reclame Code is.
3) Voor zover van de televisiecommercial de suggestie uitgaat dat de vrouw die aan de kleding ruikt in een seksuele extase raakt, is ook dit aspect in de context van de gehele verhaallijn onvoldoende om de uiting ontoelaatbaar te achten. Van een expliciet seksuele handeling is geen sprake en de televisiecommercial blijft beperkt tot de beelden dat de vrouw na het openen van de verpakking op straat van de geur van ‘de lente’ geniet. Daarbij geldt ook hier dat duidelijk niet is bedoeld om in de televisiecommercial een reële situatie uit te beelden, maar dat het gaat om een volstrekt absurde verhaallijn die zich niet leent voor een serieuze uitleg over de verhouding tussen man en vrouw of ras. Nu de klacht niet kan slagen, beslist de voorzitter als volgt.
De beslissing van de voorzitter
Gelet op het bovenstaande wijst de voorzitter de klacht af.