De bestreden reclame-uiting

Het betreft een televisiecommercial van Hornbach die begint met diverse scènes waarin is te zien hoe mannen in een tuin zware klussen verrichten. De zwetende mannen worden geconfronteerd met twee mannen die zijn gekleed in witte laboratoriumjassen. De mannen die in de tuin hebben gewerkt, kleden zich vervolgens geheel uit en leveren hun kleding in. De kleding wordt in een klein, futuristisch ogend voertuig opgeborgen. Later is te zien hoe de kleding in een plastic verpakking wordt geseald. Een Aziatisch ogende vrouw haalt vervolgens in een industriële omgeving een van de in plastic verpakte kledingstukken uit een verkoopautomaat. Zij opent de verpakking en ruikt aan het kledingstuk. Hierna lijkt zij in extase te geraken. In beeld verschijnt daarbij de tekst: ‘Zó ruikt het voorjaar!”.

De klacht

Deze wordt als volgt samengevat. De televisiecommercial getuigt van een ranzigheid die alle grenzen te buiten gaat. Daarbij noemt klager Japan, en wellicht ook andere Aziatische landen, waar automaten staan waarin gebruikte damesslips te koop worden aangeboden die uit een loket gehaald kunnen worden. Het is dus, anders dan in de eerdere beslissing staat waarover klager is geïnformeerd, geen surrealistische situatie. Om die reden wordt een bevolkingsgroep wel degelijk belachelijk gemaakt en wordt gefocust op een vrouw met een Aziatisch uiterlijk. Klager vermoedt dat adverteerder wist dat zij met gebruikte damesslips te ver zou gaan, en gaat ervan uit dat zij om die reden de herenshirts als ‘metafoor’ gebruikt.

Het oordeel van de voorzitter

De voorzitter ziet in hetgeen klager stelt geen aanleiding om zijn klacht alsnog in behandeling te nemen. Dat de televisiecommercial zou verwijzen naar een situatie waarin het daadwerkelijk mogelijk is gebruikt damesondergoed uit een automaat te halen en uit de televisiecommercial lijkt te volgen dat dit in een Aziatisch land het geval is, is onvoldoende om de uiting ontoelaatbaar te achten. Niet kan worden gezegd dat de uiting door dit aspect een bevolkingsgroep of een ras als zodanig belachelijk maakt. De voorzitter verwijst verder naar de eerdere beslissing en wijst de klacht af.

De beslissing van de voorzitter

Gelet op het bovenstaande wijst de voorzitter de klacht af.