De bestreden reclame-uiting
Het betreft de foto op de website www.campa.nl onder de link “accessoires” en “koeling, airco en verwarming” (webpagina www.campa.nl/verkoopwagens-menu/Accessoires/details/ Koe-ling,-Airco-en-Verwarming.html).
Op de betreffende webpagina is het logo van FOCWA afgebeeld.
De klacht
Blijkens de foto, waarop als accessoire een autogastank zichtbaar is, kan Campa verkoop-wagens leveren met een installatie voor autogas (LPG). Verkoopwagens voor de ambulante verkoop van verwarmde voedselproducten die periodiek een standplaats op een markt inne-men, moeten worden beschouwd als een ‘inrichting’ en vallen onder de werking van de Wet milieubeheer, in het bijzonder het Activiteitenbesluit milieubeheer (hierna: Activiteitenbesluit). Dergelijke verkoopwagens moeten voldoen aan artikel 4.1 lid 6 van het Activiteitenbesluit, waarin is bepaald dat het verboden is in een inrichting gasflessen voorhanden te hebben en te gebruiken die gevuld zijn met autogas. De achtergrond van deze bepaling is om een explosie van autogas, die kan ontstaan door het vrijkomen van dampvormig autogas uit de tank, mo-gelijk gevolgd door brand, te voorkomen.
Gasflessen gevuld met propaan of butaan zouden wel aanwezig mogen zijn. Uit de appenda-geplaat die is aangebracht op de tank die op de foto wordt getoond, blijkt echter dat deze tank alleen mag zijn gevuld met autogas/LPG.
Het verweer van Campa
In de marktverkoopwagens van Campa worden geen autogastanks geplaatst. De leverancier van de frituurinstallaties installeert in de verkoopwagens alleen speciaal voor deze toepassing gemaakte propaan dampgasinstallaties. Campa maakt geen reclame voor tanks. Op de web-site toont Campa foto’s van recent afgeleverde projecten, waarop mogelijk dampgastanks voor propaan zijn afgebeeld, zoals in het geval van de bestreden uiting.
Het verweer van FOCWA
Het verweer wordt als volgt samengevat.
1) Het Activiteitenbesluit kan niet zonder meer van toepassing geacht worden op het voertuig c.q. de installatie op de foto. In de eerste plaats levert Campa een breed assortiment aan voertuigen en niet alleen verkoopwagens voor verwarmde voedselproducten. Voorts is kla-gers veronderstelling dat een verkoopwagen die periodiek op een standplaats staat altijd een ‘inrichting’ in de zin van de Wet milieubeheer is, niet correct. Weliswaar heeft de Afdeling Be-stuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) in een aantal specifieke gevallen (in het verweer met vindplaats aangehaald) geoordeeld dat bij een verkoopwagen waarin patat of vis voor directe consumptie wordt verkocht sprake kan zijn van een ‘inrichting’, maar dit betekent niet dat elke mobiele kraam een inrichting is. Daartoe moet ook worden voldaan aan het crite-rium van een activiteit die “binnen een zekere begrenzing” wordt uitgevoerd. De Raad van State moet zich nog uitlaten over de vraag of daarvan sprake is bij een kraam die maar één dag per week op een markt staat en/of een mobiele kraam die elke dag van de week op een andere locatie staat. Voorts dient een categorie uit Bijlage I bij het Besluit Omgevingsrecht milieubeheer (Bor) van toepassing te zijn voordat gesproken kan worden van een ‘inrichting’.
2) Voor zover klager aanvoert dat de aanwezigheid van een dergelijk voertuig c.q. een derge-lijke installatie binnen de inrichting van Campa tegen de voorschriften van het Activiteitenbe-sluit is, heeft FOCWA deze stelling gemotiveerd bestreden.
3) De achtergrond van de bepaling in artikel 4.1 lid 6 van het Activiteitenbesluit bestaat niet uit het risico van een explosie door het niet kunnen gebruiken van een verdamper-drukrege-laar, zoals klager stelt, maar wordt, blijkens de toelichting bij dit besluit, gevormd door het voor-schrift in het Besluit LPG-tankstations dat uitsluitend autogas aan motorvoertuigen en LPG-vorkheftrucks afgeleverd mag worden.
4) De appendageplaat op de tank, waarnaar klager verwijst, is niet te lezen. Dat op de plaat zou staan dat deze tank alleen gebruikt mag worden voor autogas is slechts een veronderstel-ling van klager. De tank op de foto is een generieke dampgastank die gebruikt kan worden voor de opslag van diverse gassen, waaronder propaan.
De repliek
Klager handhaaft zijn standpunt dat de op de foto afgebeelde tank blijkens de op de appenda-geplaat ingeponste tekst uitsluitend gebruikt mag worden voor de opslag van autogas/LPG. Voorts licht klager toe, mede onder verwijzing naar de door FOCWA aangehaalde jurispru-dentie, dat een marktverkoopwagen waarin (verwarmd) voedsel wordt bereid en verkocht een inrichting is in de zin van de Wet milieubeheer.
De dupliek van Campa
Campa handhaaft zijn standpunt dat indien (door derden) tanks in de verkoopwagens worden geplaatst, dit speciale dampgastanks zijn die geschikt en gekeurd zijn voor de toepassing be-horend bij de verkoopwagens.
De dupliek van FOCWA
FOCWA handhaaft haar standpunt dat de tank op de bestreden foto een propaan dampgasin-stallatie betreft. Klagers stelling dat sprake is van een uitsluitend voor autogas bestemde tank is niet onderbouwd. Voorts handhaaft FOCWA haar bij verweer ingenomen standpunt dat niet zonder meer kan worden aangenomen dat het Activiteitenbesluit van toepassing is op de door Campa geleverde verkoopwagens en dat hiervan slechts in een beperkt aantal gevallen spra-ke zal zijn.
De mondelinge behandeling
Klager handhaaft zijn standpunt en licht dat nader toe. Desgevraagd deelt klager mee op grond van ervaring ervan uit te gaan dat de tank op de foto alleen bestemd is voor LPG. Een dergelijke tank is weliswaar ook geschikt voor propaan, waarvan het gebruik in verkoopwa-gens is toegestaan, maar klager acht het onwaarschijnlijk dat propaan als toegestaan gas op de appendageplaat wordt vermeld.
De voor het begrip inrichting nodige “zekere begrenzing” waarbinnen een activiteit wordt uit-gevoerd, wordt naar het oordeel van klager gevormd door de verkoopwagen zelf.
De onderhavige reclame moet gestopt worden, omdat Campa een verkoopwagen aanbiedt waarvan het gebruik niet is toegestaan en bovendien gevaar voor explosie en brand oplevert.
Het oordeel van de Commissie
Klager maakt bezwaar tegen de op de website van Campa geplaatste foto van een verkoop-wagen waarin een tank is te zien, omdat Campa aldus reclame maakt voor een verkoopwa-gen waarvan het gebruik in strijd is met artikel 4.1 lid 6 van het Activiteitenbesluit milieube-heer, welk artikel – aldus klager – tot doel heeft een gevaarlijke situatie te voorkomen.
Ingevolge genoemd artikel van het Activiteitenbesluit is het, voor zover hier van belang, ver-boden in een ‘inrichting’ in de zin van de Wet milieubeheer gasflessen voorhanden te hebben en te gebruiken die gevuld zijn met autogas (LPG). Ter beoordeling van de toepasselijkheid van het Activiteitenbesluit en de eventuele strijdigheid van de reclame met de Nederlandse Reclame Code, dient de Commissie (achtereenvolgens) te beoordelen of (a) in de uiting een tank is afgebeeld die uitsluitend geschikt is voor autogas, (b) de verkoopwagen alleen gebruikt wordt voor de verkoop van verwarmde producten, (c) onder alle omstandigheden sprake is van een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer en (d) in dat geval sprake is van een niet toelaatbare reclame-uiting.
Klager heeft aangevoerd dat de afgebeelde tank weliswaar in principe geschikt is voor pro-paan, maar dat hij “uit ervaring” ervan overtuigd is dat sprake is van een uitsluitend voor auto-gas bestemde tank, hetgeen zou blijken uit de tekst op de appendageplaat.
De (tekst op de) appendageplaat, waardoor klagers veronderstelling gestaafd zou kunnen worden, is echter niet zichtbaar. Bovendien hebben verweerders aangevoerd dat in de ver-koopwagens van Campa geen tanks voor autogas worden geplaatst, maar dampgastanks voor propaan, waarvan de aanwezigheid en het gebruik in een verkoopwagen wel is toege-staan. Gelet op het voorgaande is niet komen vast te staan dat de in de uiting afgebeelde tank een uitsluitend voor autogas/LPG bestemde tank is. Nu reeds hierom de klacht dat sprake is van strijd met het Activiteitenbesluit niet kan slagen, komt de Commissie aan behandeling van de hiervoor onder (b) tot en met (d) genoemde vragen niet toe.
Gelet op het vorenstaande wordt als volgt beslist.
De beslissing
De Commissie wijst de klacht af.