a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Terug naar zoekresultaten

Elektronische apparaten

Status:

Dossiernr:

2016/00429/B

Datum:

27-06-2016

Uitspraak:

Aanbeveling

Product/dienst:

Elektronische apparaten

Motivatie:

Misleiding (overig)

Medium:

Audiovisuele Mediadiensten

De bestreden reclame-uiting

Het betreft een televisiereclame voor de “ZenSations StarterSet”.

Daarin zegt de voice-over:

“Voor € 4,95 gaat iedereen dampend de winkel uit. Met de ZenSations StarterSet. De makkelijkste e-smoker ter wereld. Nu voor maar € 4,95. Kijk op ZenSations.nl”.

Intussen is bij de beelden van een man die “dampend”, kennelijk met een ZenSations e-smoker, een winkel verlaat, onder meer te lezen:

”ZenSations StarterSet € 4,95”

en

“DEZE ACTIE IS GELDIG T/M 28 MEI”

en

“DIT PRODUCT BEVAT DE VERSLAVENDE STOF NICOTINE

 HET GEBRUIK ERVAN WORDT AFGERADEN VOOR NIET ROKERS”

en
“Van 17,95 nu voor 4,95”. 

 

De klacht

De klacht wordt als volgt samengevat.

Klager vraagt zich af hoe het mogelijk is dat op de Nederlandse televisie reclame mag worden gemaakt voor een product dat de verslavende substantie nicotine bevat.

Het woord ‘starterset’ is een ondubbelzinnige uitnodiging, ook aan (nog) niet rokers, om te gaan starten. Adverteerder zal wel verwijzen naar het motief dat de doelgroep bestaat uit rokers van reguliere sigaretten, die aldus kunnen starten met de vermeend veiliger “Zensation”.

Omdat de overheid dit product toelaat in advertenties wordt de suggestie gewekt dat het product zonder gevaar kan worden gebruikt. Wel is onderin beeld een disclaimer te zien die waarschuwt voor de potentieel verslavende werking van de stof nicotine. Uit wetenschappelijk onderzoek volgen steeds meer feiten waaruit blijkt dat “deze e-sigaret” helemaal niet zo veilig is als wordt gesuggereerd door adverteerder. Aan deze nieuwe stroom van feitelijk onderzoek wordt kennelijk voorbijgegaan door de Reclame Code Commissie. Dit, in combinatie met het aanspreken van de ‘startende’ doelgroep, maakt dat deze reclame-uiting in strijd is met “de regels” en dat deze verboden dient te worden.

 

Het verweer

Het verweer wordt als volgt samengevat.

De klacht lijkt meer te zijn gericht tegen de overheid, die het toelaat dat voor het onderhavige product wordt geadverteerd. Het is adverteerder dan ook onduidelijk in hoeverre deze klacht ziet op de reclame van adverteerder. Klager erkent dat de disclaimer te zien is en dat gewaarschuwd wordt voor de potentieel verslavende werking van de stof nicotine.

De e-sigaret valt tot 20 mei 2016 onder de regelgeving van het Tijdelijk warenwetbesluit elektronische sigaret. Onderdeel van de regelgeving ter zake van het adverteren voor de elektronische sigaret is dat in een duidelijke disclaimer wordt weergegeven en gewaarschuwd dat de stof nicotine in het product zit en dat deze een potentieel verslavende werking heeft. Adverteerder heeft aan deze regel voldaan. 

 

Het oordeel van de Commissie

1.

De Commissie stelt voorop dat:

zij tot taak heeft te beoordelen of reclame wordt gemaakt in overeenstemming met de Nederlandse Reclame Code (NRC) en
een ieder die van oordeel is dat een reclame in strijd is met de NRC, een klacht kan indienen bij de Commissie, een en ander op de wijze als omschreven bedoeld in artikel 7 lid 1 van het Reglement betreffende de Reclame Code Commissie en het College van Beroep.  

Namens adverteerder is onder meer meegedeeld dat de klacht meer gericht lijkt te zijn  tegen de overheid en dat het adverteerder dan ook onduidelijk is in hoeverre deze klacht ziet op de reclame van adverteerder.

De Commissie deelt dit standpunt van adverteerder niet. De klacht heeft in elk geval ook  betrekking op de inhoud van een reclame-uiting van adverteerder waarvoor zij verantwoordelijkheid draagt. De Commissie ziet geen aanleiding om de klacht niet zelf te behandelen. 

2.

De klacht en het naar aanleiding daarvan gevoerde verweer, waarin adverteerder naar voren heeft gebracht dat de e-sigaret tot 20 mei 2016 onder de regelgeving van het tijdelijk Warenwetbesluit elektronische sigaret valt, geeft de Commissie aanleiding om als volgt te overwegen en te oordelen.

De bestreden uiting is uitgezonden op 16 mei 2016, derhalve voor 20 mei 2016. Vanaf 20 mei 2016 geldt de Tabaks- en rookwarenwet en op grond van artikel 5 lid 1 van deze wet is reclame voor elektronische sigaretten in beginsel verboden. Op dit verbod gelden enkele in voornoemde wet genoemde uitzonderingen, maar deze zijn in het geval van de onderhavige televisiereclame niet van toepassing. 

Op 16 mei 2016, de datum van uitzending van de bestreden televisiereclame, gold nog het Tijdelijk warenwetbesluit elektronische sigaret, dat op 1 februari 2015 in werking was getreden. Ingevolge artikel 1 onder b van dit besluit wordt onder een elektronische sigaret verstaan:

“een product dat gebruikt kan worden voor de consumptie van nicotinehoudende damp via een mondstuk, of een onderdeel van dat product, waaronder een patroon, een reservoir en het apparaat zonder patroon of reservoir”. Naar het oordeel van de Commissie valt de ZenSations e-smoker onder deze definitie.  

Artikel 9 lid 1 van voornoemd warenwetbesluit luidt, voor zover hier van belang:

“Het is een ieder verboden om in de uitoefening van beroep of bedrijf een elektronische sigaret (..) aan te prijzen via enig op het publiek gericht reclamemedium anders dan met gebruikmaking van de waarschuwing, genoemd in artikel 8, eerste lid”. Deze waarschuwing luidt:

“Dit product bevat de zeer verslavende stof nicotine. Het gebruik ervan wordt afgeraden voor niet-rokers”.

De Commissie stelt vast dat het ingevolge voornoemde bepalingen van het Tijdelijk warenwetbesluit elektronische sigaret met ingang van 1 februari 2015 was toegestaan om reclame te maken voor de elektronische sigaret. De wetgever heeft destijds, door middel van voornoemd besluit, voorlopig de mogelijkheid willen bieden om reclame te maken voor een elektronische sigaret. De klacht, voor zover die inhoudt dat in het geheel geen reclame voor de elektronische sigaret gemaakt zou mogen worden, althans niet omdat de elektronische sigaret gevaarlijker is dan door adverteerder wordt gesuggereerd, stuit daarop af. Het gebruik van het woord ‘starterset’ acht de Commissie niet in strijd met de Nederlandse Reclame Code. Wel geldt echter het voorschrift dat de hiervoor genoemde waarschuwing wordt gebruikt.

De bestreden uiting bevat de volgende waarschuwing:

“DIT PRODUCT BEVAT DE VERSLAVENDE STOF NICOTINE

 HET GEBRUIK ERVAN WORDT AFGERADEN VOOR NIET ROKERS”.

Aangezien deze waarschuwing, waarin het woord “zeer” ontbreekt, niet geheel overeenstemt met de waarschuwing, voorgeschreven in artikel 9 lid 1 van voornoemd warenwetbesluit, is de uiting in strijd met deze bepaling en daardoor in strijd met de wet als bedoeld in artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). 

Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.

 

De beslissing

De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met de artikel 2 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

 

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken