De bestreden reclame-uiting
Het betreft een wederom van adverteerder ontvangen reclame e-mail, ondanks een eerdere uitspraak van de Commissie en de in dat kader gedane toezeggingen van adverteerder.
De klacht
Klager stelt, kort samengevat, dat de ongewenste e-mail in strijd is met de Code Reclame via E-mail en eerder gemaakte afspraken met adverteerder. Daarnaast verzoekt hij de Commissie om een persbericht te plaatsen, wegens niet naleven van een eerdere aanbeveling.
Het verweer
Adverteerder heeft de klacht erkend.
Het oordeel van de voorzitter
De voorzitter is van oordeel dat de klacht de Commissie aanleiding zal geven een aanbeveling te doen. Hij overweegt daartoe het volgende.
De voorzitter begrijpt dat klager, ondanks het feit dat hij zich heeft afgemeld, een e-mail van adverteerder heeft ontvangen. Nu ook de adverteerder dit heeft erkend, acht de voorzitter het verzenden van de e-mail in strijd met het bepaalde in artikel 5.1 van de Code Reclame via E-mail.
De voorzitter is van oordeel dat de Commissie het verzoek tot een persbericht zal afwijzen, nu adverteerder aannemelijk heeft gemaakt dat het een incidentele administratieve fout betreft, getuige ook de lange periode gedurende welke klager geen e-mail van adverteerder heeft ontvangen.
De beslissing van de voorzitter
Op grond van het voorgaande acht de voorzitter de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 5.1 Code Reclame via E-mail. De voorzitter beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.