De bestreden uiting
Het betreft een radiocommercial, waarin onder meer wordt gezegd: “Koop je in september een nieuwe Peugeot bij Nefkens, probeer dan maar eens te kiezen. Uit één van de drie superaanbiedingen: een LPG-installatie voor maar € 995,-, óf vier, in plaats van twee jaar garantie, óf voor zes maanden een uitgestelde betaling”.
In de tag-on wordt gezegd: “Kom voor deze superaanbiedingen naar Nefkens. De Peugeotdealer in Apeldoorn, Arnhem, Deventer of Zutphen”.
De klacht
Klaagster heeft in september 2008 een Peugeot ‘206 Génération’ gekocht. Zij wenste gebruik te maken van de in de uiting genoemde actie waarbij zij twee jaar extra garantie zou krijgen. Aan haar werd echter meegedeeld dat de Peugeots ‘206’ en ‘107’ uitgesloten waren van de actie. Voorts bleek dat de auto in dat geval vóór 30 september 2008 op kenteken gezet diende te worden. Nu deze voorwaarden in de reclame-uiting niet worden genoemd, acht klaagster deze misleidend.
Het verweer
Het is niet mogelijk om in een radiocommercial alle voorwaarden te noemen die van toepassing zijn op een specifieke actie. Om die reden wordt in de reclame-uitingen van adverteerder altijd verwezen naar de website en/of de showroom voor nadere informatie. Klaagster heeft een auto gekocht op 19 september 2008. In januari 2009 is de auto aan haar geleverd. Klaagster en adverteerder hebben voor de koop overeenstemming bereikt met betrekking tot het feit dat de bewuste acties op deze koop niet van toepassing waren. Adverteerder is van mening dat zij klaagster voldoende heeft geïnformeerd met betrekking tot de actievoorwaarden.
Het oordeel van de Commissie
Gebleken is dat de in de reclame-uiting genoemde acties niet van toepassing waren op verschillende modellen van Peugeot en dat – naar klaagster onweersproken heeft gesteld -tevens de beperkende voorwaarde gold dat het betreffende voertuig vóór 30 september 2008 op kenteken gezet diende te worden. In de radiocommercial, noch in de tag-on, worden deze beperkende voorwaarden genoemd of wordt hiernaar verwezen.
Gelet op het voorgaande is de Commissie van oordeel dat sprake is van een omissie als bedoeld in artikel 8.3 onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de Commissie van oordeel dat hierdoor de gemiddelde consument ertoe gebracht kan worden om een besluit te nemen over een transactie, dat hij anders niet had genomen. Op grond op het voorgaande is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
De beslissing
De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 van de NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.