De bestreden uiting

Het betreft een aan klager geadresseerde folder van adverteerder waarop onder meer het kenteken van de auto van klager staat, de mededeling dat klagers auto moet worden gekeurd voor 5 juli 2010 en een uitnodiging om zijn ‘Audi A3’ te laten keuren bij de garage van adverteerder.

De klacht

Samengevat is klager van mening dat het verzenden van deze reclame aan klager in strijd is met de privacywetgeving.

Verweer

Adverteerder wijst op de mogelijkheid voor klager om zijn naam en adresgegevens te blokkeren via RDC Datacentrum BV te Amsterdam en/of via www.infofilter.nl.

Repliek

Klager blijft bij zijn standpunt en licht dit nader toe.

Het oordeel van de Commissie 

Uit het bovenstaande maakt de Commissie op dat de adres- en kentekengegevens van klager zijn verkregen via RDC Datacentrum BV te Amsterdam (hierna: RDC).

Uit de hiervoor genoemde eerder door de Commissie behandelde zaak (dossiernummer 2010/00181), waarin RDC een van de verweerders was, is het volgende gebleken.

RDC is één van de (vier) organisaties (belangenbehartigers van de automobielbranche) die bij besluit van de minister van Verkeer en Waterstaat zijn aangewezen om van de RDW gegevens uit het kentekenregister te ontvangen. Deze gegevens mochten onder meer worden gebruikt voor commerciële doeleinden. Voor de autobezitter bestond de mogelijkheid om dit commerciële gebruik te blokkeren. Eind 2001 is besloten de gegevensverstrekking voor commercieel gebruik te beëindigen met inachtneming van een overgangstermijn van drie jaar, nadien verlengd met één jaar tot 1 maart 2007.

Uit het in de eerdergenoemde zaak overgelegd rapport van de door de Minister van Verkeer en Waterstaat ingestelde ‘Werkgroep publiek – private samenwerking Ministerie van Verkeer en Waterstaat – Stichting RDC’ van 17 juli 2001, blijkt voorts dat de ‘gegevensverstrekking aan RDC onder het regime van de Wet Bescherming Persoonsgegevens kon worden gehandhaafd’, hetgeen eveneens gold voor de ‘verstrekking voor commerciële doeleinden’. Uit de schriftelijke beantwoording van Kamervragen van de Minister van 30 januari 2006, blijkt dat de minister het voornoemde standpunt van de Werkgroep bevestigt.

Uit het voorgaande blijkt, samengevat, dat de gegevensverstrekkingen aan de bewuste organisaties, waaronder RDC, die hebben plaatsgevonden vóór 1 maart 2007, niet in strijd zijn met de Wet Bescherming Persoonsgegevens (Wbp).

Tot slot is in dit kader van belang het ‘Besluit van 28 mei 2008, houdende wijziging van het Kentekenreglement in verband met het aanmerken van het kentekenregister als basisregistratie alsmede in verband met de herziening van de gegevensverstrekking uit het kentekenregister’ (Staatsblad 10 juni 2008). In de Nota van Toelichting bij dit besluit is bepaald dat de vóór 1 maart 2007 aan de bedoelde organisaties verstrekte gevoelige gegevens ook ná die datum mogen worden gebruikt voor alle doeleinden waarvoor gebruik was toegestaan op het moment van verstrekking. De gegevens die ná 1 maart 2007 aan de organisaties zijn verstrekt, mogen uitsluitend worden gebruikt voor statistische doeleinden en voor voertuiginformatiesystemen. Niet is gesteld of gebleken dat de gegevens van klager aan RDC zijn verstrekt ná 1 maart 2007.

Op basis van het voorgaande, hetgeen door klager niet is betwist, acht de Commissie het voldoende aannemelijk dat het gebruik van de verstrekte gegevens van klager is gebeurd in overeenstemming met de in dit kader van toepassing zijnde regelgeving en niet, zoals door klager gesteld, in strijd is met de privacy wetgeving.

Gelet op het vorenstaande oordeelt de Commissie als volgt.

De beslissing

De Commissie wijst de klacht af.