De bestreden reclame-uiting
Het betreft een TV-commercial van Tuiss Raamdecoratie, waarin onder meer te zien is dat de rolgordijnen in een kinderkamer ‘vanzelf’ omhoog gaan, dus zonder dat er iemand te zien is die de rolgordijnen handmatig optrekt.
De klacht
Volgens klaagster wordt in de TV-commercial de suggestie gewekt dat Tuiss (ook) elektrische rolgordijnen verkoopt, hetgeen in werkelijkheid niet zo is.
Het verweer
Het verweer wordt als volgt samengevat.
Adverteerder heeft bij e-mail van 8 april 2021 meegedeeld dat zij wel degelijk elektrische rolgordijnen verkoopt, maar dat die door een vertraging bij de leverancier tijdelijk niet op de website staan. “Over een week” zouden deze weer verkrijgbaar zijn. Op 14 april 2021 heeft adverteerder meegedeeld dat de elektrische rolgordijnen er nog niet zijn. Op 16 april jl. heeft adverteerder meegedeeld dat de elektrische rolgordijnen “vanaf nu” weer via de klantenservice besteld kunnen worden.
Het oordeel van de voorzitter
In de uiting is te zien hoe twee rolgordijnen tegelijk (in een kinderkamer) als vanzelf omhoog lijken te gaan. Hiermee wordt de suggestie gewekt dat Tuiss rolgordijnen verkoopt, die op afstand (elektrisch) te bedienen zijn. In werkelijkheid lijkt daar geen sprake van te zijn: Tuiss heeft herhaaldelijk gemeld dat de elektrische rolgordijnen binnenkort weer te bestellen waren, zonder een datum te noemen. Bij e-mail van 14 april 2021 meldde adverteerder dat de rolgordijnen nog niet verkrijgbaar waren, bij e-mail van 16 april 2021 meldde zij dat deze “vanaf nu” bij haar klantenservice besteld konden worden. In ieder geval is het in de periode van 9 maart 2021 (datum indienen klacht) tot 14 april 2021 niet mogelijk geweest om elektrische rolgordijnen te bestellen bij adverteerder.
Gelet op het voorgaande is de voorzitter van oordeel dat in de reclame-uiting onjuiste informatie is verstrekt over de uitvoering van het product als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen (bijvoorbeeld na het zien van de TV-commercial de website van Tuiss te bezoeken), is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.
De beslissing
De voorzitter acht de uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.