a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Terug naar zoekresultaten

niet-commerciele reclame

Dossiernr:

2009/00261

Datum:

28-05-2009

Uitspraak:

Afwijzing

Product/dienst:

niet-commerciele reclame

Motivatie:

Subjectieve normen

Medium:

Digitale marketing communicatie

De bestreden reclame-uiting

 

Het betreft een banner op www.noordhollandsdagblad.nl met de tekst: “Ik werd verkracht door vijf mannen”. Indien men op de banner klikt, bereikt men de website van adverteerder met daarop onder meer informatie over de problematiek van seksueel geweld en de wijze waarop adverteerder slachtoffers van seksueel geweld helpt.

 

De klacht

 

De tekst van de banner is stuitend, smakeloos en zeer kwetsend voor een grote groep mannen en vrouwen. De reclame appelleert voorts aan gevoelens van angst.

 

Het verweer

 

Elk jaar helpen teams van adverteerder duizenden verkrachte vrouwen. Adverteerder voert een campagne om hierop de aandacht te vestigen. De campagne houdt verband met een rapport dat adverteerder in de aanloop naar Internationale Vrouwendag op 8 maart 2009 heeft uitgebracht over de slachtoffers van seksueel geweld in ontwikkelingslanden. In dat rapport onderstreept adverteerder het belang van onmiddellijke medische hulp aan derge­-lijke slacht­offers. De campagne doet een oproep aan mensen om adverteerder bij dat werk te ondersteunen. Door op de banner met de gewraakte tekst te klikken, vindt men meer informatie over de campagne en de volledige getuigenis waaruit de quote afkomstig is.

 

Het oordeel van de Commissie

 

a)  Klaagster baseert haar klacht onder meer op de artikelen 2 en 4 van de Nederlandse Re­clame Code. De Commissie stelt voorop dat zij zich bij de beoordeling van de vraag of een reclame-uiting in strijd is met de goede smaak en het fatsoen, dan wel of de uiting nodeloos kwetsend is, terughoudend opstelt, dit gelet op het subjectieve karakter van deze criteria.

b)  Adverteerder heeft toegelicht dat de uiting is bedoeld om de aandacht te vestigen op de vele slachtoffers van seksueel geweld in ontwikkelingslanden en op de hulp die adverteerder hen biedt. De Commissie is van oordeel dat het tegen deze ach­ter­grond toe­laat­baar moet wor­den geacht dat adverteerder heeft gekozen voor een wijze van adverteren die door som­migen als confronterend en indringend wordt ervaren. De tekst van de banner vestigt op kern­achtige wijze de aan­dacht op de problematiek waarmee adverteerder zich bezighoudt teneinde die pro­ble­ma­tiek en het werk van adverteerder onder de aandacht van het grote publiek te brengen. Adverteerder heeft daarbij naar het oordeel van de Commissie de gren­zen van het toelaatbare niet over­schre­den.

c)  Op grond van het voorgaande kan niet worden gezegd dat de tekst van de banner in strijd is met de goede smaak en het fatsoen, terwijl evenmin kan worden gezegd dat de tekst no­de­loos kwet­send is jegens slachtoffers van seksueel geweld. Evenmin kan op grond van het voorgaande worden gezegd dat de reclame-uiting nodeloos appelleert aan gevoelens van angst. De klacht faalt derhalve. 

 

De beslissing

 

De Commissie wijst de klacht af.

 

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken