a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Terug naar zoekresultaten

niet-commerciele reclame

Dossiernr:

2012/00382A

Datum:

14-05-2012

Uitspraak:

VAF (=voorzittersafwijzing)

Product/dienst:

niet-commerciele reclame

Motivatie:

Subjectieve normen

Medium:

Audiovisuele Mediadiensten

De bestreden reclame-uiting

 

Het betreft een televisiecommercial waarin aandacht wordt gevraagd voor het lot van meisjes in ontwikkelingslanden en meisjesabortussen in India en wordt opgeroepen te doneren.

 

In de uiting is de echo van een ongeboren kindje te zien dat zegt:

“ Ik hoop dat ik geen meisje ben. Als meisje word ik verkocht.

  Ik hoop dat ik geen meisje ben. Als meisje word ik besneden.

  Ik hoop dat ik geen meisje ben. Als meisje mag ik niet naar school.

  Ik hoop dat ik geen meisje ben. Als meisje word ik geabort…”.

Tijdens het uitspreken van het laatste woord gaat het scherm met een flits op zwart en is geen hartslag meer te horen.

 

De klacht

 

De commercial is stuitend en confronterend voor vrouwen die mogelijk zelf ongewild kinderloos zijn, of zwanger zijn, verkracht zijn, een miskraam hebben gehad of een abortus hebben ondergaan.

 

Het verweer

 

In de Indiase cultuur worden meisjes als minderwaardig gezien of als te duur. Sekse-selectieve abortussen zijn in India sinds 2003 bij wet verboden, maar het aantal neemt nog steeds toe. Het doel van de uiting is om aandacht te vragen voor de meisjesabortussen en fondsen te werven voor het project “Let Girls Be Born”. De commercial kan weliswaar een schrikeffect teweeg brengen, maar daardoor ook aan het denken zetten of tot actie aanzetten. De grenzen van goede smaak worden niet overschreden.

 

Het oordeel van de voorzitter

De voorzitter is van oordeel dat de Commissie de klacht zal afwijzen. Hij overweegt daartoe het volgende.

De Commissie vat de klacht aldus op, dat klaagster de televisiecommercial nodeloos kwetsend en/of in strijd met de goede smaak en/of het fatsoen acht. Bij de beantwoording van de vraag of een reclame-uiting in strijd is met (een van) deze criteria stelt de Commissie zich terughoudend op. In een dergelijk geval dient immers te worden getoetst aan subjectieve normen waarbij, anders dan bij objectieve normen, de persoonlijke waardering een belangrijke rol speelt, die van persoon tot persoon kan verschillen. Bij toetsing van een uiting aan subjectieve normen beoordeelt de Commissie of volgens huidige maatschappe- lijke opvattingen de grenzen van het toelaatbare zijn overschreden. Daarbij kunnen verschillende factoren een rol spelen, zoals bijvoorbeeld het onderwerp van de uiting en het daarmee beoogde doel.

 

In de onderhavige commercial vestigt Plan de aandacht op de achtergestelde positie van meisjes en het daaruit voortvloeiende grote aantal meisjesabortussen in India. De wijze waarop dit wordt gedaan is zeer indringend, maar gelet op de boodschap van de uiting en het daarmee beoogde doel (fondsenwerving voor het project “Let Girls Be Born”) kan naar het oordeel van de voorzitter niet worden gezegd dat de grenzen van het toelaatbare zijn overschreden. De uiting kan, alle omstandigheden in aanmerking geno­men, niet als te schokkend worden be­schouwd.

 

De voorzitter heeft er overigens begrip voor dat niet iedereen de onderha­vige uiting zal waarderen. Dit kan evenwel niet tot een andere beslissing leiden.

 

De beslissing van de voorzitter
 

 

Gelet op het vorenstaande wijst de voorzitter de klacht af.

 

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken