a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Terug naar zoekresultaten

niet-commerciele reclame

Dossiernr:

2014/00784

Datum:

17-12-2014

Uitspraak:

VT (=voorzitterstoewijzing)

Product/dienst:

niet-commerciele reclame

Motivatie:

Subjectieve normen

Medium:

Ongeadresseerd drukwerk

De bestreden reclame-uiting

Het betreft ongeadresseerd drukwerk waarin verweerder haar geloofsovertuiging (“God loves you” en “3 stappen tot een gelukkig leven”) verkondigt.

De klacht

Klager stelt, samengevat, dat de bewuste reclame-uiting is gedeponeerd in zijn brievenbus, hoewel die voorzien is van een “Nee/Ja-sticker”. Daarnaast stelt klager dat hij de folder als overtuigd atheïst insinuerend, impertinent, suggestief en diep krenkend vindt. Klager ziet de folder als een belediging voor mensen die andere ideeën dan het Christendom aanhangen. Klager heeft bij de klacht een aan verweerder gerichte brief meegezonden waarin hij zijn standpunt uitvoerig toelicht.

Het verweer

Er is sprake van een fout van de bezorger. Verweerder biedt hiervoor excuses aan. Verweerder wijst de verspreiders (mensen die zich op eigen initiatief geroepen voelen om de folder te verspreiden) op het feit dat men de bewuste sticker dient te accepteren, maar kan helaas niet altijd controle hierover uitoefenen.

Het oordeel van de voorzitter

1) Als erkend is komen vast te staan dat de bewuste folder is gedeponeerd in de brievenbus van klager, die blijkbaar voorzien is van een Nee/Ja-sticker. Het betreft, naar de voorzitter aanneemt, een sticker als vermeld in bijlage 1 bij de Code Verspreiding Ongeadresseerd Reclamedrukwerk (Code VOR). Op grond van het voorgaande heeft verweerder artikel 3.1 Code VOR overtreden. Ingevolge deze bepaling dienen alle maatregelen en voorzieningen te worden getroffen die noodzakelijk zijn

– teneinde de respectering van de op bijlage 1 vermelde stickers te bereiken en

– voor de verdere uitvoering en naleving van de Code VOR.

 

2) Bij de beantwoording van de vraag of een reclame-uiting inhoudelijk in strijd is met criteria zoals de goede smaak of het fatsoen dan wel of deze nodeloos kwetsend is, zoals kennelijk met het tweede gedeelte van de klacht is bedoeld, stelt de voorzitter van de Reclame Code Commissie zich terughoudend op, gelet op het subjectieve karakter van die criteria. Daarbij is voorts van belang dat de uiting ziet op het verkondigen van een denkbeeld omtrent het geloof. Het grondrecht van de vrijheid van meningsuiting en godsdienst brengt mee dat men duidelijk mag maken welke visie men in dat opzicht aanhangt. De voorzitter heeft begrip voor het feit dat niet iedereen hierop prijs stelt en niet iedereen de opvattingen van verweerder zal delen. Met inachtneming van het voorgaande kan dit evenwel niet tot het oordeel leiden dat de onderhavige uiting de grenzen van het toelaatbare te buiten gaat. In zoverre wordt de klacht afgewezen.

De beslissing van de voorzitter

Op grond van het voorgaande heeft verweerder gehandeld in strijd met het bepaalde in artikel 3.1 Code VOR. De voorzitter adviseert verweerder om niet meer op een dergelijke wijze reclame te doen of laten verspreiden.

De voorzitter wijst de klacht voor het overige af.

 

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken