De bestreden uiting

Het betreft een huis-aan-huis bezorgde ongeadresseerde folder van de SP, die is verspreid in het kader van de voorgenomen opheffing van een buslijn en de gevolgen die dit heeft voor de wijk Hoograven Zuid. In de uiting staat onder andere:
“De SP vindt deze plannen een verdere verslechtering van het busvervoer in Hoograven Zuid en wil dat er een rechtstreekse buslijn terugkomt”, en: “We zijn benieuwd wat u daarvan vindt. Stuur een mail naar utrecht@sp of bel (telefoonnummer) om te laten weten wat u ervan vindt. Met uw steun gaan we opnieuw aan de slag om dit duidelijk te maken aan het Provinciebestuur dat over de buslijnen gaat.”

De klacht

De folder is in klaagsters brievenbus gedeponeerd, hoewel die is voorzien van een NEE/JA sticker. Klaagster heeft zich hierover beklaagd bij de SP. In de reactie die zij hierop ontving, stelt de SP dat zij de folder (inderdaad) heeft laten verspreiden bij brievenbussen met NEE/JA stickers, omdat zij de folder als informatie beschouwt en “het geen moment bij [de SP] is opgekomen dat dit opgevat zou kunnen worden als reclame.”

Het verweer

Adverteerder heeft de folder in een deel van postcodegebied 3525 laten verspreiden. Hierbij heeft zij niet bezorgd bij NEE/NEE stickers, maar wel bij JA/NEE (bedoeld wordt: NEE/JA) stickers.

Het oordeel van de voorzitter
De SP stelt zich op het standpunt dat zij de folders bij NEE/JA stickers heeft laten bezorgen in de overtuiging dat de folder geen reclame is. De voorzitter zal daarom vooraf oordelen over de vraag of het hier reclame betreft of niet.

Onder reclame wordt in artikel 1 van de Nederlandse Reclame Code (NRC) verstaan: iedere openbare en/of systematische directe dan wel indirecte aanprijzing van goederen, diensten en/of denkbeelden door een adverteerder of geheel of deels ten behoeve van deze, al dan niet met behulp van derden. In het onderhavige geval geeft de SP haar mening over het opheffen van buslijn 15. Zij roept daarbij de ontvangers van de folder op om hun mening over deze kwestie kenbaar te maken bij de SP Utrecht. Vervolgens vermeldt de folder: “Met uw steun gaan we opnieuw aan de slag om dit duidelijk te maken aan het provinciebestuur dat over de buslijnen gaat.” Deze woorden moeten worden opgevat als een oproep aan mensen die het eens zijn met het standpunt van de SP over de buslijn. Hen wordt gevraagd hun steun kenbaar te maken bij de SP en de SP zal deze steunbetuigingen vervolgens gebruiken om haar standpunt in deze kwestie bij het Provinciebestuur te versterken. Gelet hierop, en in lijn met eerdere uitspraken van de (voorzitter) van de Reclame Code Commissie ten aanzien van uitingen van de SP, is in het onderhavige geval sprake van reclame (voor denkbeelden) in de zin van artikel 1 NRC en dient de huis-aan-huis bezorgde uiting te worden aangemerkt als ongeadresseerd reclamedrukwerk in de zin van artikel 1.1 sub d van de Code Verspreiding ongeadresseerd reclamedrukwerk (Code VOR).

Als onweersproken is komen vast te staan dat de bestreden uiting is gedeponeerd in klaagsters brievenbus, die is voorzien van een NEE/JA sticker in de zin van de Code VOR. Met deze sticker wordt kenbaar gemaakt dat men geen ongeadresseerd reclamedrukwerk wenst te ontvangen (maar wel huis-aan-huisbladen). Nu de bewuste reclame-uiting desondanks in klaagsters brievenbus is gedeponeerd, heeft de SP artikel 3.1 van de Code VOR overtreden. Ingevolge dit artikel dienen afzenders en verspreiders ieder voor zich en in gezamenlijk overleg alle maatregelen en voorzieningen te treffen die noodzakelijk zijn om te bewerkstelligen dat de in bijlage 1 bij de Code VOR vermelde stickers worden gerespecteerd en de Code VOR wordt uitgevoerd en nageleefd.

Gelet op het voorgaande wordt als volgt beslist.

De beslissing van de voorzitter

Adverteerder heeft gehandeld in strijd met artikel 3.1 van de Code VOR. Nu sprake is van reclame voor denkbeelden adviseert de voorzitter adverteerder om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.