De bestreden reclame-uiting
Het betreft de brochure “Proefstuderen bij de LOI”, waarin “Nu gratis proefstuderen, een maand lang als volwaardig student” wordt aangeboden.
De klacht
Klager heeft in het kader van het aanbod van een maand proefstuderen een cursus Frans voor meergevorderden aangevraagd. Op grond van het ontvangen lesmateriaal en zijn ervaringen met het proefstuderen acht klager de volgende mededelingen in de brochure misleidend:
• “Zo kunt u zelf de kwaliteit van het lesmateriaal en de persoonlijke begeleiding van uw docent ervaren”;
• “We zijn overtuigd van de kwaliteit van onze opleidingen. Omdat we meer dan enig ander instituut tijd en moeite steken in de ontwikkeling van het lesmateriaal”;
• “Maar ook de grootste aandacht besteden aan het selecteren van de beste docenten en auteurs”;
• “…een boeiende opleiding, waar u na afloop veel aan zult hebben”.
Klager voert aan dat, in tegenspraak met bovenstaande zinsneden in de brochure, het lesmateriaal gedateerd is en – voor de doorsnee cursist niet duidelijke – fouten bevat, de persoonlijke begeleiding louter via internet geschiedt en de kennis van de docenten niet up-to-date is.
Het verweer
LOI ziet in de klacht aanleiding om de door klager aangevraagde cursus op een aantal punten een update te geven. Dit betekent echter niet dat de inhoud van de reclame misleidend is. Adverteerder voert daartoe met betrekking tot de door klager aangehaalde zinsneden het volgende aan:
• In de zinsnede “Wij zijn overtuigd van de kwaliteit van onze opleidingen” spreekt adverteerder haar eigen overtuiging uit en wordt het brede begrip “kwaliteit” in algemene zin met betrekking tot het gehele assortiment aan opleidingen gebruikt.
• LOI ontwikkelt haar lesmateriaal zelf om het zo optimaal mogelijk te kunnen richten op zelfstudie en goed te kunnen integreren in de digitale leeromgeving. De stelling dat LOI hierin meer tijd steekt dan haar concurrenten is juist.
• LOI streeft ernaar op basis van haar uitgangspunten de beste docenten en auteurs aan zich te verbinden. Daarbij is het gebruik van “beste” in reclame-uitingen zeer gebruikelijk en voor een ieder naar waarde en intentie te schatten.
• LOI maakt in haar communicatie duidelijk dat begeleiding via internet plaatsvindt en niet, zoals door klager gewenst, telefonisch.
• Met de mededeling “.. een boeiende opleiding, waar u ook na afloop veel aan zult hebben” spreekt LOI alleen haar eigen verwachting uit.
De mondelinge behandeling
Partijen hebben hun standpunt nader toegelicht. Klager heeft daaraan toegevoegd dat in de internetreclame van LOI ten onrechte de aanduiding “hoogste kwaliteit” voorkomt.
Het oordeel van de Commissie
De Commissie stelt voorop, dat in de onderhavige beslissing alleen de door klager bij de klacht overgelegde brochure wordt beoordeeld. De door klager tijdens de mondelinge behandeling aangestipte “internetreclame” wordt buiten beschouwing gelaten.
De bestreden brochure heeft betrekking op het gehele aanbod van LOI van circa 650 cursussen. Als erkend is komen vast te staan dat de door klager op proef aangevraagde cursus Frans voor meergevorderden op enkele punten niet of onvoldoende aan maatschappelijke veranderingen is aangepast. Naar het oordeel van de Commissie leidt het
gegeven dat het lesmateriaal van deze cursus niet geheel up-to-date is er echter niet toe dat
de brochure die betrekking heeft op het gehele cursusaanbod van LOI om die reden als misleidend moet worden beschouwd. De Commissie overweegt daartoe, aan de hand van de onder “De klacht” weergegeven bestreden tekstgedeeltes, het volgende.
Waar in de brochure wordt gesproken over de kwaliteit van het lesmateriaal en de opleidingen wordt de overtuiging van LOI over de kwaliteit in algemene zin van het cursusaanbod weergegeven, wat niet ontoelaatbaar is. Niet is gesteld of gebleken dat de kwaliteit van het LOI cursusmateriaal in het algemeen onvoldoende is.
Met betrekking tot de bestreden zinsnede dat LOI “meer dan enig ander instituut tijd en moeite (steekt) in de ontwikkeling van het lesmateriaal”, in de brochure gevolgd door de tekst “en de digitale leeromgeving”, overweegt de Commissie dat zij de juistheid van deze mededeling, mede gelet op de context, voldoende aannemelijk acht geworden.
De klacht dat LOI ten onrechte stelt “de beste docenten” te selecteren treft geen doel, nu bij de aanduiding “beste” kennelijk sprake is van enige in reclame gebruikelijke overdrijving. Daarbij speelt een rol dat “de beste docenten” geen concreet en meetbaar gegeven is.
De Commissie acht het niet onjuist de begeleiding door docenten die via internet plaatsvindt aan te duiden als “persoonlijke begeleiding”.
Ten slotte geeft de mededeling “…een boeiende opleiding, waar u ook na afloop veel aan zult hebben” naar het oordeel van de Commissie de verwachting van LOI weer en bevat deze geen “garantie”.
Gelet op het vorenstaande wordt als volgt beslist.
De beslissing
De Commissie wijst de klacht af.