De bestreden uiting
Het betreft een banner op de website www.hotforum.nl met de volgende tekst:
”God bestaat niet?
Durf de uitdaging aan en ga op zoek naar God door naar Jezus te kijken. www.waaromjezus.nl.”
De link leidt naar de website van de EO, waar de cursus “Waarom Jezus? interactieve zoektocht” wordt aangeboden.
De klacht
De reclame-uiting is in strijd met de waarheid, misleidend en oneerlijk, omdat het bestaan van God en Jezus nooit is aangetoond. De uiting appelleert bovendien aan gevoelens van angst, omdat wie niet ingaat op de reclame wordt gestraft met eeuwig branden in de hel.
De beslissing tot terzijdelegging
De voorzitter oordeelde, kort gezegd, dat de uiting niet in strijd is met enige bepaling van de Nederlandse Reclame Code.
Het bezwaar tegen de terzijdelegging
Klager heeft de klacht en het bezwaar nader toegelicht.
Het verweer
Namens de EO wordt primair aangevoerd, dat de Commissie niet bevoegd is van de klacht kennis te nemen en/of klager niet ontvankelijk is, omdat de EO niet is aangesloten bij de Stichting Reclame Code, contentpromotie van een omroep geen reclame is en het in de uiting gaat om het stellen van een vraag. Subsidiair wordt aangevoerd dat niemand verplicht is aan de oproep “ga op zoek naar God door naar Jezus te kijken” gehoor te geven. Ook wordt geen negatieve kwalificatie gegeven van mensen die dit niet willen doen.
Het oordeel van de Commissie
In de bestreden uiting worden bepaalde denkbeelden – i.c. een geloofsovertuiging – gepropageerd. Een dergelijke uiting valt onder de definitie van reclame in artikel 1 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). De Commissie is derhalve bevoegd de klacht te beoordelen.
Met betrekking tot het verweer dat de EO zich niet gebonden acht aan de NRC, overweegt de Commissie dat de NRC een stelsel van gedragsregelen is, opgesteld en gehandhaafd door organisaties die op enigerlei wijze betrokken zijn bij (het maken van) reclame en die een zorgvuldige wijze van aanprijzen van goederen en diensten in het belang achten van al diegenen die bij het maken van reclame zijn betrokken. Deze organisaties hebben de Stichting Reclame Code (SRC) in het leven geroepen en de SRC heeft de Reclame Code Commissie en het College van Beroep belast met het houden van toezicht op de naleving van de NRC. Op grond van de statuten van de SRC en het reglement betreffende de werkwijze van de Commissie en het College acht de Commissie zich bevoegd kennis te nemen van klachten ingediend tegen reclame-uitingen. Wanneer de Commissie daarbij tot het oordeel komt dat een reclame-uiting met de NRC in strijd is, beveelt zij de adverteerder aan niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken. Zij spreekt daarmee niet meer uit dan er staat, namelijk dat de uiting niet in overeenstemming is met de binnen een grote kring van belanghebbenden ontwikkelde en aanvaarde normen en is daartoe bevoegd, ook al is de betrokken adverteerder niet bij de Stichting Reclame Code aangesloten, niet bij de totstandkoming van de NRC betrokken geweest en heeft hij deze niet onderschreven.
De Commissie onderschrijft het oordeel van de voorzitter dat van de onderhavige uiting niet kan worden geoordeeld dat deze in strijd is met (één van) de door klager aangehaalde bepalingen van de NRC.
De beslissing
De Commissie bevestigt de beslissing van de voorzitter.