De bestreden reclame-uitingen
Het betreft de volgende uitingen:
1.
Een gedrukte uiting waarin onder de aanhef:
“Bijzondere boekingssite voor zakenreizen verovert Nederland
Bizztrip
weet wat mevr. Kalpoe wil” onder meer staat:
“Meestal is de reiziger immers niet dezelfde persoon als de boeker.
Zo bevestigt ook G. Kalpoe van Stichting Forum, klant van het eerste uur:
“Bizztrip geeft me precies wat ik nodig heb om snel en makkelijk reizen te kunnen boeken voor mijn collega’s”, waarna G. Kalpoe nog verder wordt aangehaald.
Voorts staat in een kader:
“G. Kalpoe:
“Bij Bizztrip sta ik centraal. Eigenlijk heel logisch…”” en wordt de uiting besloten met:
“G. Kalpoe: “Ik kan wel zeggen dat ik overtuigd ben van Bizztrip. Ik kan het dan ook iedereen aanraden!” en
“Meer weten? Kijk op:
http://bizztrip.com/GKalpoe”, waaronder de homepage van Bizztrip.com is afgebeeld.
2.
De inhoud van http://bizztrip.com/GKalpoe.
Klaagster heeft meegedeeld dat zij hiervan geen afdruk aan de Commissie kan overleggen, omdat het een zogenaamd flashbestand betreft.
De klacht
Uit navraag blijkt dat uiting 1, welke uiting de vorm heeft van een artikel, onder meer aan vele directiesecretaresses is toegestuurd. Door een zogenaamd post-it plakkertje met
-naar klaagster heeft gesteld- de tekst: “hee daar, dit artikel over jou kwam ik tegen!”, wordt gesuggereerd dat de uiting toevallig door een kennis is gezien in een blad.
Naar de mening van klaagster is er sprake van misbruik van persoonsgegevens, misleiding en verwarring. Een interview heeft nooit met klaagster plaatsgehad. Verder beroept klaagster zich op “artikel 12 van het reclame codecommissie”.
Het verweer
De klacht is gemotiveerd weersproken.
Op het verweer zal worden teruggekomen in het oordeel.
Het oordeel van de Commissie
1.
Anders dan adverteerder is de Commissie van oordeel dat uiting 1 moet worden aangemerkt als een reclame-uiting in de zin van artikel 1 van de Nederlandse Reclame Code (NRC).
Nu dit -door adverteerder als zodanig aangeduide- “(gefingeerde) tijdschriftartikel” is gestuurd aan een doelgroep, bestaande uit directiesecretaresses, waarbij de uitingen aan de verschillende secretaresses uitsluitend van elkaar afweken waar het betreft de naam van de secretaresse en de aanduiding van de persoonlijke webpagina van de geadresseerde, is sprake van een openbare uiting.
Voor de webpagina http://bizztrip.com/GKalpoe geldt dat deze zich uitsluitend onderscheidt van de webpagina’s waarnaar verwezen werd in de gedrukte uitingen gericht aan andere geadresseerden, wat betreft de naam van de geadresseerde. Ook deze webpagina moet naar het oordeel van de Commissie worden aangemerkt als een reclame-uiting in de zin van artikel 1 NRC.
2.
Naar het oordeel van de Commissie is uiting 1, die eruit ziet als een uit een tijdschrift gescheurd artikel, verwarrend en daardoor niet voldoende duidelijk als reclame herkenbaar. Eerst bij het openen van de in deze uiting opgenomen webpagina wordt duidelijk dat de uiting niet afkomstig is van iemand die –zoals handgeschreven op het post-it plakkertje is vermeld- “dit artikel” tegenkwam, maar van adverteerder; naar adverteerder onweersproken heeft meegedeeld, wordt bij het openen van de webpagina gezegd: “Zoals je misschien al snapt, hebben wij jou dit artikel gestuurd”.
Gelet op het bovenstaande is uiting 1 in strijd met artikel 11.1 van de Nederlandse Reclame Code. Uiting 2 is, gelet op voornoemde gesproken tekst, wel voldoende duidelijk als reclame herkenbaar.
De klacht leidt niet tot het oordeel dat er sprake zou zijn van strijd met (één van) de andere bepalingen van de NRC.
De beslissing
Op grond van het voorgaande acht de Commissie uiting 1 in strijd met het bepaalde in artikel 11.1 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.
Voor het overige wijst zij de klacht af.