De bestreden reclame-uiting
Het betreft een uiting op de website www.vueling.com/NL/.
Daarin staat onder het kopje “Prijzen kalender” onder meer:
“Om de goedkoopste vluchten te vinden, die je het beste uitkomen, geven we je een overzicht van de huidige prijzen voor de gekozen maanden.
Prijs per traject. ALLES INBEGREPEN”.
De klacht
Hoewel er staat: “ALLES INBEGREPEN”, blijkt in de allerlaatste fase van het aankoopproces dat bijkomende kosten in rekening worden gebracht voor diverse betaalvormen, zoals € 9,50 voor Visa en € 9,50 voor Creditcard Mastercard.
Het in het geval van klager te betalen bedrag van € 9,50 per ticket betreft bij een ticketprijs van € 90,99 een opslag van 10,4%. De daadwerkelijke kosten die ontstaan voor Vueling bedragen echter slechts maximaal € 2,32. Vueling ‘incasseert’ daarmee extra inkomsten van € 7,18.
In de uiting staat ook:
“(..) VUELING is niet aansprakelijk voor de extra toeslagen die de bankinstelling doorberekent voor het gebruik van de door hen verleende betaalfaciliteiten”.
De in deze tekst besloten liggende suggestie dat toepasselijkheid en hoogte van deze kosten zouden ontstaan door toedoen van derden (bankinstellingen), acht klager in strijd met de waarheid, nu deze kosten door Vueling zelf worden verhoogd/vastgesteld.
Primair stelt klager, onder verwijzing naar de uitspraak van het College van Beroep van 5 april 2011 in dossier 2011/00073 (Ryanair), dat waar de enige ‘gratis’ betaalwijze, te weten met de Visa Vueling Card, exclusief uitgegeven door de Spaanse bank ‘La Caixa’, a. in Nederland niet als een gangbaar betaalmiddel kan noch zal kunnen worden
beschouwd;
b. naar verwachting niet door reizigers zal worden gekozen om boekingen met Vueling
te betalen en
c. een betaalmethode betreft waarover vrijwel geen Nederlander beschikt en waarvan
de verkrijgbaarheid en kosten voor de klant onduidelijk en onbekend zijn,
deze betaalwijze geen reëel alternatief vormt voor alle ‘resterende’ betaalvormen, waaraan bij het boeken kosten zijn verbonden. Derhalve is er in feite sprake van vaste onvermijdbare kosten. Door deze kosten niet reeds op te nemen in de prijzen in de op Nederland gerichte uiting, handelt Vueling in strijd met artikel III sub 1 van de Reclamecode Reisaanbiedingen (RR).
Subsidiair beroept klager zich op twee Europese Richtlijnen waaronder de Richtlijn 2007/64/EG van 13 november 2007 betreffende betalingsdiensten in de interne markt, waarin met betrekking tot “Toepasselijke kosten” onder meer staat dat deze “passend” zijn en “in overeenstemming met de kosten die de betalingsdienstaanbieder feitelijk gemaakt heeft”.
De Commissie heeft zich tot nu toe terughoudend opgesteld met betrekking tot een oordeel over de (on)redelijkheid van tarieven voor creditcard-betalingen, maar onder verwijzing naar de in de klacht genoemde richtlijnen en artikel 2 Nederlandse Reclame Code (NRC) verzoekt klager de Commissie om de gehele handelwijze van Vueling wat betreft het in rekening brengen van verhoogde betaaltarieven (meer in het bijzonder het tenminste verviervoudigen van daadwerkelijk ontstane kosten), aan te merken als strijdig met bedoelde richtlijnen, dan wel als ‘excessief/ongepast/buitensporig’.
Tertiair stelt klager het volgende.
Waar het overgrote deel van de consumenten, zo niet alle consumenten wordt/worden geconfronteerd met bijkomende kosten, is de mededeling “alles inbegrepen” te absoluut. Doordat deze kosten pas in de laatste fase van het aankoopproces inzichtelijk worden gemaakt, wordt te laat essentiële informatie verstrekt die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te nemen als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c NRC. Klager concludeert dat de uiting misleidend en daardoor in strijd met artikel 7 NRC is.
Het verweer
De klacht is gemotiveerd weersproken.
Op het verweer zal -voor zover relevant- worden teruggekomen in het oordeel.
De mondelinge behandeling
Partijen hebben hun standpunten nader toegelicht.
Op de vraag of het voor Nederlandse burgers gemakkelijk is om een Visa Vueling Card aan te schaffen, antwoordt de heer Castano Espinosa dat dit afhangt van de kredietwaardigheid van de betreffende persoon.
De heer Grollé deelt vervolgens mee dat voor deze kaart € 45,- per jaar moet worden betaald.
Het oordeel van de Commissie
1. Adverteerder heeft niet weersproken dat in het in de uiting bedoelde “overzicht van huidige prijzen voor de gekozen maanden”, ten aanzien van welke prijzen wordt gezegd: “Prijs per traject. ALLES INBEGREPEN”, niet alles is inbegrepen, in die zin dat in een latere fase van het aankoopproces blijkt dat bijkomende kosten verschuldigd zijn, indien men bij betaling gebruik maakt van een andere creditcard dan de Visa Vueling Card. Laatstgenoemde, door de Spaanse bank “La Caixa” uitgegeven creditcard is -naar de Commissie van adverteerder begrijpt- weliswaar verkrijgbaar voor klanten wereldwijd, al naar gelang hun kredietwaardigheid, maar niet aannemelijk is geworden dat deze kaart, die naar klager onweersproken heeft meegedeeld € 45,- per jaar kost, een voor de gemiddelde Nederlandse consument, waarop de bestreden uiting is gericht, gangbaar betaalmiddel betreft.
Onder deze omstandigheden acht de Commissie het bewuste “overzicht van huidige prijzen” in de onderhavige -op Nederland gerichte- uiting, zonder dat daarbij direct een voorbehoud wordt gemaakt betreffende vrijwel altijd bijkomende kosten voor betaling via een andere creditcard dan de Visa Vueling Card, niet correct en duidelijk als bedoeld in artikel III onder 1 RR.
Artikel III onder 1 RR luidt, voor zover hier van belang:
“Aanbieders zijn gehouden tot het hanteren van correcte en duidelijke prijzen in hun reclame-uitingen”.
Nu de klacht hiermee gezien hetgeen klager primair heeft aangevoerd gegrond is, komt de Commissie niet meer toe aan beoordeling van hetgeen subsidiair en tertiair is aangevoerd.
2. Klager heeft ook bezwaar gemaakt tegen de zinsnede “(..) VUELING is niet aansprakelijk voor de extra toeslagen die de bankinstelling doorberekent voor het gebruik van de door hen verleende betaalfaciliteiten”. Deze mededeling en het daartegen door klager gemaakte bezwaar leiden niet tot het oordeel dat de uiting op dit punt in strijd is met de NRC. Niet althans onvoldoende is komen vast te staan dat van dergelijke, door de bankinstelling doorberekende toeslagen geen sprake is.
3. Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.
De beslissing van de Reclame Code Commissie van 13 oktober 2011
Op grond van het voorgaande acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met artikel III onder 1 RR. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.
Wat het bezwaar tegen de tekst “VUELING is niet aansprakelijk … t/m … verleende bankfaciliteiten” wijst zij de klacht af.
Het College van beroep:
De grieven
Vueling heeft tegen de beslissing van de Commissie beroep ingesteld voor zover zij daarbij in het ongelijk is gesteld.
Het College vat de grieven als volgt samen.
Grief 1
Vueling biedt passagiers verschillende opties waaruit zij kunnen kiezen bij het boeken van een vlucht, waaronder de keuze om bagage in te checken of alleen “cabin baggage” mee te nemen. Passagiers die voor de laatste mogelijkheid kiezen, betalen een lagere prijs dan passagiers die bagage inchecken. Zij hoeven in dat geval geen aanvullende kosten te betalen. Dit is aan de keuze van de passagier overgelaten en in overeenstemming met de Europese regelgeving. De passagier profiteert van deze keuzemogelijkheid, nu hij niet hoeft te betalen voor diensten waarvan hij geen gebruik maakt. Gedurende het boekingsproces moet de passagier uitdrukkelijk kiezen of hij wel of niet bagage wenst in te checken. Als er geen optie wordt geselecteerd, kan de transactie niet worden voltooid. De additionele diensten van Vueling en bijbehorende tarieven worden duidelijk op haar website omschreven.
Het vergoeden van een administratieve fee indien niet met een Visa Vueling credit card maar op andere wijze wordt betaald, is evenmin in strijd met de rechten van passagiers. Deze verplichting staat duidelijk in artikel 4.7 van Vueling’s “Conditions and Carriage” en is toegestaan op grond van Richtlijn 93/13/CEE van de Europese gemeenschap. Indien niet met deze card wordt betaald, komt Vueling contractueel met de passagier overeen dat deze de administratieve fee zal betalen. De hoogte van die fee is doelmatig en stemt overeen met de actuele kosten van de betaalmaatschappijen. Het is belangrijk om te weten dat Vueling zelf over die kosten, die uit verschillende elementen bestaan, geen extra vergoeding in rekening brengt. Het doorbelasten van deze kosten aan passagiers indien niet met de Visa Vueling credit card wordt betaald, is toegestaan.
Grief 2
De Visa Vueling credit card wordt verstrekt door de Spaanse bank “La Caixa”. Het is voor deze card niet noodzakelijk een bankrekening te openen bij La Caixa. De Visa Vueling credit card kan bij elke vestiging van La Caixa worden aangevraagd. Ook kan deze card via internet worden aangevraagd. Vueling is niet verantwoordelijk voor het acceptatiebeleid van La Caixa. Het oordeel van de Commissie dat de fee die is verschuldigd indien niet met een Visa Vueling credit card wordt betaald in de prijs inbegrepen moet zijn, getuigt niet van inzicht in de luchtvaartsector in het algemeen en doet afbreuk aan de rechten van de consument. De administratieve fee maakt deel uit van het bedrag dat de passagier moet betalen, maar kan worden vermeden door met de Visa Vueling Card of via een reisagent te betalen.
Het antwoord in appel
De grieven zijn gemotiveerd weersproken.
Het oordeel van het College
1. Het College stelt ten aanzien van de omvang van het beroep voorop dat de Commissie de klacht gegrond heeft geacht op basis van de primaire grondslag daarvan. Deze grondslag is specifiek gebaseerd op hetgeen onder III sub 1 RR is bepaald, en dan meer in het bijzonder op de verplichting voor een aanbieder (Vueling) om prijzen te publiceren inclusief de op het moment van publicatie bekende vaste onvermijdbare (dat wil zeggen: bijkomende, onlosmakelijk aan de dienst verbonden) kosten die voor de aangeboden diensten moeten worden betaald. Omdat de Commissie de primaire grondslag van de klacht gegrond heeft bevonden, is zij, zoals ook in de beslissing staat, niet meer toegekomen aan hetgeen Vueling subsidiair
en tertiair in eerste aanleg heeft aangevoerd.
2. Het voorgaande brengt mee dat in beroep dient te worden beoordeeld of de Commissie terecht op basis van de primaire grondslag van de klacht aan Vueling een aanbeveling heeft gedaan. Indien dat het geval is, kan hetgeen Vueling in beroep aanvoert met betrekking tot de subsidiaire en tertiaire grondslagen van de klacht in deze procedure niet meer aan de orde zijn. Nu grief 1 kennelijk specifiek op die grondslagen ziet, zal het College in de eerste plaats beoordelen of grief 2 doel treft.
3. Vast staat dat Vueling voor elke wijze van betaling kosten in rekening brengt, met uitzondering van de betaling die plaatsvindt met een Visa Vueling credit card. Het College begrijpt het standpunt van Vueling aldus, dat nu niet in alle gevallen voor de betaling kosten in rekening worden gebracht, deze kosten geen vaste onvermijdbare kosten zijn als bedoeld in het bepaalde onder III sub 1 RR. Geïntimeerde stelt echter dat de toeslag die Vueling voor de betaling in rekening brengt, vrijwel niet te vermijden is, nu de Visa Vueling credit card een betaalmethode is waarover men in Nederland niet beschikt. In dit verband is van belang dat de Visa Vueling credit card door de Spaanse bank La Caixa wordt verstrekt. Gelet op de naam daarvan gaat het College ervan uit dat de Visa Vueling credit card een bijzonder soort credit card is, die vooral is bedoeld om daarmee vluchten met Vueling te betalen. Deze credit card kan bij La Caixa of via internet kan worden aangevraagd.
4. Niet gesteld of gebleken is dat de Visa Vueling credit card inmiddels voor de Nederlandse consument een gangbaar betaalmiddel betreft. Het gaat om een credit card van een Spaanse bank die blijkbaar met een Spaanse luchtvaartmaatschappij verband houdt. Niet aannemelijk is dat de Nederlandse consument aan een dergelijke credit card de voorkeur geeft boven de in Nederland gebruikelijke credit cards. Gelet hierop is niet aannemelijk dat de Nederlandse consument deze kaart aanschaft en daarmee bij Vueling betalingen doet. Uitgangspunt is daarom dat, indien de Nederlandse consument bij Vueling een reis boekt, dat gebeurt met de in Nederland gebruikelijke betaalmiddelen. Voor die betalingen zijn krachtens de voorwaarden van Vueling altijd de hiervoor bedoelde boekingstoeslagen verschuldigd.
5. Op grond van het voorgaande is naar het oordeel van het College de wijze waarop Vueling in de gewraakte reclame-uiting informatie over de prijs geeft, niet correct en duidelijk. De in die uiting bedoelde uitzondering waarbij geen betalingstoeslag hoeft te worden betaald, is voor de Nederlandse consument immers niet relevant en wekt bij deze consument ten onrechte de indruk dat die toeslag optioneel is. Nu de verplichting tot betaling van die toeslag niet direct uit de uiting blijkt, heeft de Commissie deze terecht in strijd met het bepaalde onder III RR geacht.
6. Blijkens het voorgaande treft grief 2 geen doel. Dit impliceert tevens dat niet meer hoeft te worden ingegaan op grief 1. Derhalve dient te worden beslist als volgt.
De beslissing
Bevestigt de beslissing van de Commissie.