De bestreden reclame-uitingen
Het betreft de aanbieding van een 12-daagse reis naar hotel Cidadela in Cascais in Portugal met vertrekdatum 4 juni 2012 en 10 september 2012 op de website www.hollandinternational.nl en in de bij de zomergids 2012 van Holland International behorende Prijswijzer Portugal.
De klacht
Reisaanbieders zijn verplicht in hun publicaties all-in prijzen te vermelden. De op het scherm voor bovengenoemde reis in juni 2012 getoonde prijs bedraagt € 532 p.p. Door op deze prijs te klikken verschijnt een scherm met het verzoek een keuze te maken uit drie aangeboden lijnvluchten. Voor de door klager gekozen data van heen- en terugreis in juni 2012 geldt een toeslag van telkens € 5 p.p. Tot slot verschijnt een overzicht van de gemaakte keuzes op het scherm en een specificatie van de reissom, waaruit blijkt dat de reissom na aftrek van een vroegboekkorting van € 98 per reservering, € 542 p.p. bedraagt “inclusief alle kortingen en toeslagen, exclusief eventueel door het reisbureau te berekenen reserveringskosten”. Klager concludeert dat, uitgaande van de gepubliceerde prijs van € 532, daar tijdens het boekingsproces € 59 bij is gekomen, waarvan alleen de toeslag van € 10 door hem verklaard kan worden. Klager heeft de indruk dat het bedrag van € 49 “er zomaar bij wordt opgeteld” om de vroekboekkorting van € 98 te kunnen geven. Voor de uiting die betrekking heeft op de reis met vertrekdatum 10 september 2012 is de geafficheerde prijs € 538, terwijl de werkelijke prijs € 571 bedraagt.
Voorts maakt klager bezwaar tegen het vermelden van een minimum en maximum prijs per periode in plaats van een exacte prijs per vertrekdatum in de (papieren) Prijswijzer.
Het verweer
TUI houdt bij het publiceren van reisaanbiedingen al rekening met de daarop eventueel van toepassing zijnde kortingen. Daarom is de gepubliceerde reissom lager dan de (oorspronkelijke) reissom die in de prijsspecificatie wordt vermeld en waarop dus korting van toepassing is. De voor de reis met vertrekdatum 4 juni 2012 gepubliceerde prijs van € 532 is de prijs inclusief vroegboekkorting, maar exclusief de toeslag voor lijndienstvluchten. Eventuele toeslagen voor lijndienstvluchten zijn – tot nu toe – aan TUI op het moment van publicatie van de reissom nog niet bekend. Pas op het moment van een boekingsaanvraag, als verbinding wordt gemaakt met een centraal reserveringssysteem, wordt vanuit dit systeem een verplichte toeslag in rekening gebracht die TUI in het verdere boekingsproces in de berekening van de reissom meeneemt.
Voor zover de klacht betrekking heeft op de gestelde ontransparante Prijswijzer verwijst TUI naar de beslissing van de Commissie van 27 juni 2011 in dossier 2011/00477, waarin een soortgelijke klacht is afgewezen. In de Prijswijzer wordt een prijsindicatie gegeven door vermelding van de minimum en maximum prijs van een reis en wordt de consument voor de precieze en actuele prijs verwezen naar het reisbureau of de website.
De mondelinge behandeling
Partijen hebben hun standpunt nader toegelicht.
Klager heeft daarbij aangevoerd zich als consument door de uitingen van TUI op het verkeerde been gezet te voelen, omdat de prijzen van de aangeboden pakketreizen, afhankelijk van de datum van boeking, voortdurend blijken te wijzigen.
Namens TUI is benadrukt dat de toeslagen op lijndienstvluchten voor de hele reisbranche tot het moment van een daadwerkelijke boekingsaanvraag onduidelijk zijn. De minimale toeslag is meeberekend in de in uitingen vermelde prijs.
Het oordeel van de Commissie
1. De klacht is in de eerste plaats gericht tegen de uitingen op de website www.hollandinternational.nl. In artikel III onder 1 van de Reclamecode Reisaanbiedingen (RR) is bepaald dat aanbieders van reisdiensten hun prijzen publiceren inclusief de hen op het moment van publicatie bekende vaste onvermijdbare kosten. De Commissie acht voldoende aannemelijk geworden dat de in de uitingen onder “Beschikbaarheid en prijzen” genoemde bedragen de reissom betreffen inclusief vaste belastingen en toeslagen en inclusief eventueel van toepassing zijnde kortingen, in het onderhavige geval een vroegboekkorting. In deze prijs is niet de eventuele toeslag voor lijndienstvluchten opgenomen. Nu deze toeslag, naar onweersproken is gesteld, variabel is en de reisaanbieders eerst bekend wordt op het moment van een daadwerkelijke boekingsaanvraag, kan deze toeslag niet worden aangemerkt als “hen op het moment van publicatie bekende vaste onvermijdbare kosten”, waarvan het bedrag reeds in de uiting moet worden vermeld. Van strijd met het bepaalde in artikel III onder 1 RR is daarom naar het oordeel van de Commissie geen sprake.
2. Van belang is echter, dat de uitingen op de website aangemerkt dienen te worden als uitnodigingen tot aankoop. Krachtens artikel IV onder 1 van de Reclamecode Reisaanbiedingen (RR) zijn aanbieders van reisdiensten in hun uitnodigingen tot aankoop op dezelfde wijze als in reclame-uitingen conform artikel III lid 1 RR gehouden tot het hanteren van correcte en duidelijke prijzen, en moet een uitnodiging tot aankoop de informatie bevatten zoals vermeld in artikel 8.4 van de Nederlandse Reclame Code (NRC).
In artikel 8.4 aanhef en onder c NRC is bepaald dat in geval van een uitnodiging tot aankoop in reclame als essentiële informatie moet worden verstrekt de prijs inclusief belastingen of, als de prijs redelijkerwijs niet vooraf kan worden berekend, de manier waarop de prijs wordt berekend, en, in voorkomend geval, alle extra vracht-, leverings- of portokosten of, indien deze kosten redelijkerwijs niet vooraf kunnen worden berekend, het feit dat eventueel deze extra kosten moeten worden betaald.
Gelet op deze bepaling dient naar het oordeel van de Commissie in de bestreden uitnodigingen tot aankoop op adverteerders website te worden vermeld dat sprake kan zijn van extra kosten in de vorm van toeslagen op lijndienstvluchten. Nu hiervan te laat in het boekingsproces melding wordt gemaakt, zijn de uitingen op de website in strijd met het bepaalde in artikel 8.4 aanhef en onder c NRC en om die reden oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
3. De klacht is voorts gericht tegen de bij de zomergids van Holland International behorende Prijswijzer. Zoals reeds beslist in haar uitspraak van 27 juni 2011 in dossier 2011/00477 voldoet naar het oordeel van de Commissie de (vermelding van de prijzen in de) Prijswijzer aan het in artikel III onder 1 RR opgenomen vereiste van het hanteren van duidelijke prijzen in reclame-uitingen. In de Prijswijzer wordt voldoende toegelicht dat de daarin opgenomen minimum en maximum prijzen een indicatie vormen voor de bij het reisbureau of op internet op te vragen actuele dagprijs. Hierdoor wordt de consument niet alleen geïnformeerd over de minimum prijs, te vergelijken met een vanaf-prijs, maar wordt ook bekend gemaakt welke prijs maximaal betaald moet worden. Dat de minimum en maximum prijs veel van elkaar kunnen verschillen, betekent niet dat de in de Prijswijzer vermelde prijzen onvoldoende duidelijk zijn als bedoeld in eerdergenoemd artikel III onder 1 RR.
4. Gelet op het vorenstaande wordt als volgt beslist.
De beslissing
De Commissie acht op grond van hetgeen hiervoor onder 2 is vermeld de bestreden uitingen op de website in strijd met artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken. De Commissie wijst de klacht voor het overige af.