De bestreden reclame-uiting

Het betreft een televisiecommercial waarin onder meer wordt gezegd: “Nu 4 dagen Legoland Billund resort met snelle boekersvoordeel van TUI”. In beeld verschijnt de tekst “Denemarken vanaf 95,- p.p. 4 dagen eigen vervoer”.

De klacht

Deze wordt al volgt samengevat. Klager stelt dat adverteerder uitgaat van een gemiddeld gezin van vier personen, namelijk twee volwassenen en twee kinderen. De in de uiting genoemde prijs is hierop gebaseerd en geldt om die reden alleen indien het huisje door vier personen wordt geboekt. De minimale prijs is dus vier keer € 95,–. Anders gezegd: de prijs van het huisje gedeeld door vier levert de in de televisiecommercial genoemde vanafprijs op. Klager beschouwt dit als ‘volksverlakkerij’. Klager acht de in de uiting genoemde prijs onder alle omstandigheden misleidend omdat men pas later ontdekt dat de aanbieding minimaal vier keer de aangeboden prijs kost. Bovendien is de vanafprijs niet juist nu deze bij grote aantallen (bijvoorbeeld bij 160 mensen die 40 huisjes huren) onderhandelbaar blijkt te zijn.

Het verweer

Dit wordt als volgt samengevat. De vanafprijs is gebaseerd op een reisgezelschap van vier personen. Per abuis is dit in de televisiecommercial niet vermeld. Adverteerder wenst te benadrukken dat zij in de toekomst extra aandacht zal schenken aan reclame-uitingen voor losse huisjes waarbij expliciet melding zal worden gemaakt van het aantal personen indien dat anders is dan twee of waarbij simpelweg de prijs van een huisje wordt weergegeven ongeacht de grootte van het reisgezelschap. Voor groepsboekingen geldt een apart boekingsproces. Dat in die situatie een afwijkende prijs kan gelden, is niet misleidend

Het oordeel van de voorzitter

1)  De voorzitter begrijpt dat klager de in de televisiecommercial genoemde prijs misleidend vindt, nu deze is gebaseerd op een bezetting van de aangeprezen accommodatie die uit vier personen bestaat. Adverteerder heeft erkend dat de prijs op dit aantal is gebaseerd. Nu dit aantal personen niet uit de uiting blijkt, heeft adverteerder gehandeld in strijd met artikel 2.3 van de Reclame Reisaanbiedingen (RR) 2014. In zoverre treft de klacht doel.

2)  Voor zover klager stelt dat de in de uiting genoemde prijs misleidend is, omdat deze bij grote aantallen onderhandelbaar zou zijn, kan de klacht niet slagen. Adverteerder mag in reclame-uitingen prijzen vermelden die zijn gebaseerd op de situatie dat bungalows op individuele basis worden geboekt. Dit is immers de prijs die de gemiddelde consument bij een reguliere boeking zal betalen en de uiting is ook onmiskenbaar voor die situatie bedoeld.

3)  De voorzitter is van oordeel dat adverteerder voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij passende maatregelen heeft genomen om herhaling te voorkomen, zodat ervan kan worden uitgegaan dat sprake is van een eenmalige fout. Om die reden zal de voorzitter gebruik maken van zijn bevoegdheid als bedoeld in artikel 12 lid 5 van het Reglement van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep en een aanbeveling achterwege laten.

De beslissing van de voorzitter

Op grond van hetgeen onder 1) is vermeld, acht de voorzitter de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 2.3 RR 2014.

Ten aanzien van hetgeen onder 2) is vermeld wijst de voorzitter de klacht af.