De bestreden reclame-uiting
Het betreft een televisiecommercial van adverteerder waarin “De Oorlogskranten” worden aangeprezen. De commercial toont filmmateriaal van de Tweede Wereldoorlog.
De voice-over van de commercial luidt: “10 mei 1940, Duitsland valt Nederland binnen. Mensen lezen het nieuws in de krant. De oorlogskranten brengen deze momenten opnieuw tot leven. Een collectie kranten uit de Tweede Wereldoorlog, volledig herdrukt zoals ze toen verschenen. Lees over het leven van toen alsof u erbij was. De Oorlogskranten, Deel 1 De Duitse Inval, nu in de winkel.”
De klacht
Volgens klaagster getuigt de wijze waarop het product in de televisiecommercial, met de slogan “beleef het alsof u er bij bent”, wordt aangeprezen niet van goede smaak dan wel fatsoen in de zin van artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC) omdat er wordt gedaan alsof de Tweede Wereldoorlog iets zou zijn waar je bij had moeten zijn. Het is nodeloos kwetsend voor de mensen die erbij waren en bovendien in een tijd waarin er overal (oorlogs-)dreiging is, vindt klaagster het appelleren aan gevoelens van angst (in de zin van artikel 6 NRC) om een oorlog te propageren als iets heldhaftigs en wat je zo moeten meemaken. Klaagster refereert daarnaast naar een eerdere uitspraak van de Commissie van 17 februari 1994 waarbij de uiting in strijd met artikel 2 NRC is geacht.
Het verweer
Het doel van het product De Oorlogskranten in inderdaad om de lezers te laten proeven van historische sensatie. De reclamespot maakt dat doel duidelijk door de boodschap te verkondigen dat het lezen van de kranten die historische sensatie teweegbrengt. Dit staat niet gelijk aan het verheerlijken of positief voorstellen van de oorlogsrealiteit.
De uitzending van de reclamespot eindigde op 16 januari 2016 en zal niet opnieuw worden uitgezonden.
Het oordeel van de Commissie
Bij de beantwoording van de vraag of een reclame-uiting in strijd is met criteria zoals de goede smaak en/of het fatsoen dan wel nodeloos kwetsend is in de zin van de artikelen 2 en 4 van de Nederlandse Reclame Code (NRC), zoals klaagster kennelijk met haar klacht bedoelt, stelt de Commissie zich terughoudend op, gelet op het subjectieve karakter van die criteria.
Met inachtneming van voornoemde terughoudendheid oordeelt de Commissie als volgt. De uiting heeft volgens adverteerder tot doel de kijker ertoe aan te zetten om ‘De Oorlogskranten’ te kopen omdat het lezen van de kranten een historische sensatie teweegbrengt. De wijze waarop verweerder heeft gekozen om deze commerciële boodschap over te brengen is indringend, nu de kijker door deze televisiecommercial onverhoeds geconfronteerd wordt met beelden van de Tweede Wereldoorlog, waaronder beelden van de Duitse inval in Nederland in 1940 met onder meer een rennend kind en bombardementen, ondersteund door geluiden van bombardementen.
Naar het oordeel van de Commissie – voornoemde terughoudendheid in acht genomen – zijn deze beelden door hun indringendheid in combinatie met de begeleidende geluiden en de woorden dat de bedoelde producten “deze momenten opnieuw tot leven” brengen “alsof u erbij was” dermate ongepast, dat de commercial in strijd met de goede smaak en het fatsoen wordt geacht en nodeloos kwetsend voor een aanzienlijk gedeelte van het publiek, waaronder diegenen die onder de Tweede Wereldoorlog hebben geleden of daaronder nog steeds lijden.
Gelet op het voorgaande wordt als volgt beslist.
De beslissing
De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in de artikelen 2 en 4 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.