De bestreden reclame-uiting
Het betreft een advertentie in De Telegraaf waarin adverteerder diverse “City Cars” aanprijst met onder meer de mededeling dat men deze voertuigen “overal gratis mag parkeren”.
De klacht
Klager stelt, kort samengevat, dat de politie desgevraagd aan hem heeft verklaard dat men de onderhavige voertuigen niet overal gratis mag parkeren. Op betaalde parkeerplaatsen kan men namelijk niet gratis parkeren. Dit is hooguit anders indien men een geregistreerde invalide is. Klager acht de uiting op grond van het voorgaande misleidend.
De reactie van adverteerder
Het is geenszins de bedoeling van adverteerder om te suggereren dat de City Cars ook gratis mogen worden geparkeerd op locaties waar betaald parkeren van kracht is. De unieke eigenschap van de City Cars is juist dat zij mogen worden geparkeerd buiten parkeervakken. Nu de bestreden uiting tot verwarring kan leiden, heeft adverteerder besloten om in vervolguitingen niet meer het woord “gratis” te gebruiken. Adverteerder legt een voorbeeld over van een gewijzigde advertentie.
Het oordeel van de voorzitter
1) Niet in geschil is dat de bestreden advertentie de indruk kan wekken dat men de aangeprezen City Cars ook gratis zou kunnen parkeren op betaalde parkeerplaatsen. In de uiting staat immers dat men de City Cars “overal gratis mag parkeren”. In zoverre wordt onduidelijke informatie verschaft over de voordelen van de voertuigen, een van de voornaamste kenmerken van de producten als bedoeld onder b van artikel 8.2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Verder is de voorzitter van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
2) De voorzitter neemt nota van de mededeling van adverteerder dat de uiting zo zal worden aangepast, dat het woord “gratis” daarin niet meer zal worden gebruikt. Om die reden kan ervan worden uitgegaan dat niet meer de indruk zal worden gewekt dat men ook op betaalde parkeerplaatsen gratis zou mogen parkeren. Verder neemt de voorzitter kennis van de door adverteerder overgelegde uiting, zoals die nu wordt gepubliceerd. Daarin ontbreekt het woord “gratis”. De voorzitter vindt in het voorgaande aanleiding gebruik te maken van zijn bevoegdheid als bedoeld in artikel 12 lid 5 van het Reglement van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep. Derhalve zal de voorzitter een aanbeveling achterwege laten.
De beslissing van de voorzitter
Op grond van het voorgaande acht de voorzitter de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC.