De bestreden reclame-uitingen

Uiting 1

Het betreft een radiocommercial van adverteerder waarin – voor zover hier van belang – wordt gezegd:

“Als u altijd al een Mercedes had willen rijden dan is nu het moment om het ook echt te doen. Want van 20 tot en met 30 mei betaalt u op een nieuwe Mercedes uit voorraad geen btw. Bekijk de voorwaarden en onze voorraad op mercedes-benz.nl of beter nog, ga meteen naar de dealer.” (…)

“Wat? Dat kan niet kloppen! Geen btw? 21% voordeel? Op een Mercedes? Ja, echt waar. Bestel nu een nieuwe Mercedes uit voorraad en rijd btw vrij. Kijk op mercedes-benz.nl of ga naar de dealer.”

Uiting 2

Het betreft een uiting op de website van adverteerder www.mercedes-benz.nl. Hierin staat – voor zover hier van belang –: 

“Rij BTW vrij! Dit is hét moment voor een nieuwe Mercedes-Benz.

>Bekijk de actie [link]

Rechts van deze tekst staat: “Rij BTW Vrij 21% voordeel.”

De klacht

Klager vindt de uitingen misleidend omdat hierin met “btw-vrij” de indruk wordt gewekt dat de consument 21% voordeel ontvangt, terwijl er slechts 17% voordeel wordt gegeven.

Het verweer

In de reclame-uitingen wordt expliciet verwezen naar de actievoorwaarden. Hierin wordt door middel van rekenvoorbeelden uitgelegd waarop de teaser: “btw-vrij” is gebaseerd. Het kortingsbedrag betreft steeds de btw die over de netto consumentenprijs wordt berekend. Dit is de gebruikelijke manier om de btw te berekenen en na het lezen van de voorwaarden is dat onmiddellijk duidelijk, aldus adverteerder. Het aftrekken van 21% van de consumentenprijs is niet hoe de actie werkt en om die reden heeft adverteerder hierover in de voorwaarden uitleg verschaft. Ook is de effectieve rente over de brutoprijs in de voorwaarden genoemd.

De teaser “btw-vrij” is bedoeld om de aandacht van de potentiële koper te trekken voor de bij adverteerder beschikbare voorraadauto’s. Zowel het concrete btw bedrag als de concrete (minimum) korting in euro’s is helder gecommuniceerd. Van misleiding is volgens adverteerder geen sprake. In de uiting worden per model de exacte van-/voorprijs en het voordeelbedrag genoemd. Hierbij speelt volgens adverteerder een rol dat in haar uitingen niet een expliciete uitnodiging tot aankoop wordt gedaan, maar gevraagd wordt om contact op te nemen met een dealer. Bij de aanschaf van een auto zal dus niet tot een besluit tot aankoop kunnen worden overgegaan zonder eerst onderzoek naar de daadwerkelijke prijs te hebben gedaan en hierover in contact en/of onderhandeling te zijn getreden met één van de dealers van adverteerder. Voorzover er al sprake zou zijn van een misleidende teaser, hetgeen adverteerder betwist, dan zal dit volgens haar nooit tot een op verkeerde feiten gebaseerde aankoopbeslissing kunnen leiden. Ten aanzien van de daadwerkelijke eindprijs is voor iedere specifieke consument steeds individuele onderhandeling tussen de betreffende klant en de dealer mogelijk, zoals gebruikelijk in de autobranche. De genoemde kortingen zijn minimumkortingen waarop de dealer, o.a. in verband met inruil of anderszins, nog verdere korting zou kunnen verlenen. Adverteerder bepaalt nooit de door een dealer te hanteren specifieke eindprijs voor een voertuig. De actie liep tot en met 15 juni 2016. Alle communicatie in verband met de actie is inmiddels gestaakt. Adverteerder zal bij mogelijke toekomstige acties rekening houden met de aanbevelingen van de Commissie.

Het oordeel van de Commissie

Niet in geschil is dat de “btw-vrij” actie van adverteerder inhoudt dat de consument een voordeel ontvangt ter hoogte van het btw-bedrag in de consumentenprijs van een nieuwe Mercedes uit voorraad, wat neerkomt op een voordeel van 17,36%.

Doordat in beide uitingen wordt gesproken over “21% voordeel” is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consument op grond van de uitingen zal denken dat de actie inhoudt dat adverteerder 21% korting op de netto catalogus prijs van een nieuwe Mercedes uit voorraad verstrekt. Gelet hierop is in de bestreden uitingen onjuiste informatie verstrekt ten aanzien van het bestaan van een specifiek prijsvoordeel in de zin van artikel 8.2 aanhef en onder d van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Ook het besluit om zich nader te informeren over een bepaald automerk, beschouwt de Commissie als het nemen van een besluit tot het aangaan van een transactie. Om die reden zijn beide uitingen misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. Dat in de uitingen wordt verwezen naar voorwaarden waarin de actie wordt uitgelegd maakt het oordeel van de Commissie niet anders.

Op grond van het vorenstaande wordt als volgt beslist.

De beslissing

De Commissie acht de reclame-uitingen in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.