a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Terug naar zoekresultaten

Voeding en drank

Dossiernr:

2017/00467/A

Datum:

31-07-2017

Uitspraak:

Afwijzing

Product/dienst:

Voeding en drank

Motivatie:

Subjectieve normen

Medium:

Audiovisuele Mediadiensten

De bestreden reclame-uiting

Het betreft de televisiereclame waarin een frisdrank van het merk DubbelFrisss wordt aangeprezen.

In de commercial is – voor zover hier van belang – te zien dat een (tiener)jongen in een park zichtbaar twijfelt tussen het uitlaten van de naast hem staande en naar hem opkijkende, piepende mopshond en het laten vliegen van een drone, die aan de andere kant naast hem op de grond staat. Op dat moment verschijnt ‘vanuit een wolk’ een man, liggend op een veldbed, die tegen de jongen zegt: “Waarom kiezen als het allebei kan?” Terwijl een voice-over vervolgens zegt: “Juist. Denk dubbel. DubbelFrisss, het lekkerste van twee smaken”, is te zien hoe het hondje aan zijn tuigje tot ooghoogte de lucht in wordt getild door de drone die door de jongen wordt bestuurd.

 

De klacht

Klaagster maakt bezwaar tegen het tonen van een hond hangend aan een drone “alsof het normaal is”. Zo wordt dit in de commercial als voorbeeld gesteld voor menigeen die dat gaat nadoen. De kans is groot dat het met meer kleinere huisdieren zal gebeuren, aldus klaagster. Drones kunnen neervallen en ook een dier kan hoogtevrees hebben. Dieren zijn niet om mee te sollen. Voor de reclame is het ‘dronedog-verhaal’ totaal niet relevant.

 

Het verweer

Adverteerder voert aan, kort samengevat, dat zij een leuke, positieve en humoristische commercial heeft willen maken en het niet haar intentie is om mensen aan te zetten het gedrag dat in de commercial wordt getoond te kopiëren. Hierbij is van belang dat de commercial zich overduidelijk afspeelt in een fantasiewereld, wat wordt benadrukt door de ‘magische wolk’ waarmee de man ineens verschijnt. Verder is het technisch niet mogelijk om met een dergelijke drone een hond – zelfs een klein hondje – de lucht in te krijgen. De doorsnee drone kan niet meer dan het eigen gewicht en een camera dragen.

Adverteerder licht toe dat zij tijdens het maken van de reclamefilm uiterst zorgvuldig heeft gehandeld en heeft voldaan aan alle voorwaarden met betrekking tot het werken met dieren. De Dierenbescherming is voorafgaand aan de shoot geïnformeerd en er is gewerkt met een getrainde hond, onder begeleiding van een animal handler en de eigenaar van de hond. De actie is niet echt met een vliegende drone uitgevoerd en gefilmd. De beelden zijn in nabewerking met special effects in elkaar gezet.

Adverteerder is ervan overtuigd dat de gemiddelde consument de commercial niet zal interpreteren op de manier zoals klaagster dat doet, maar op de door adverteerder bedoelde wijze, en verzoekt daarom de klacht af te wijzen.

 

Het oordeel van de Commissie

1. De Commissie vat het bezwaar van klaagster tegen de televisiecommercial zo op dat zij de commercial – wegens het daarin getoonde gedrag en de kans op navolging van dat gedrag – in strijd acht met de goede smaak en het fatsoen als bedoeld in artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Bij de beantwoording van de vraag of een reclame-uiting in strijd is met criteria zoals de goede smaak of het fatsoen stelt de Commissie zich terughoudend op, gelet op het subjectieve karakter van die cri­teria. Met inachtneming van deze terughoudend­heid oordeelt de Commissie als volgt.

2. De in de commercial getoonde situatie, waarbij een hondje wordt ‘uitgelaten’ door hem te laten optillen door een drone, is onmiskenbaar niet realistisch bedoeld. De gemiddelde consument zal dit herkennen en begrijpen dat de beelden in de televisiecommercial zodanig zijn bewerkt dat het slechts lijkt alsof het hondje onder de drone hangt. Nog daargelaten dat met een drone zoals in de commercial is te zien een hondje niet kan worden opgetild, wordt in de uiting naar het oordeel van de Commissie niet opgeroepen of aangezet tot navolging van het getoonde gedrag of tot het toebrengen van dierenleed. Gelet op het voorgaande gaat de uiting de grenzen van de goede smaak en het fatsoen in de zin van artikel 2 NRC niet te buiten. Daarom wordt als volgt beslist.

 

De beslissing

De Commissie wijst de klacht af.

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken