De procedure
Klager heeft door middel van het online klachtenformulier op 7 maart 2012 bezwaar gemaakt tegen de hierna te noemen reclame-uiting.
Bij brief van 3 april 2012 is aan klager meegedeeld dat de klacht niet in behandeling is genomen, omdat de voorzitter van de Reclame Code Commissie niet verwacht dat de Commissie naar aanleiding van de klacht tot een ander oordeel zal komen dan in de dossiers 2012/00217/A/B, betreffende soortgelijke klachten.
Tegen de beslissing om de klacht niet in behandeling te nemen, heeft klager bezwaar gemaakt bij brief van 12 april 2012.
Het bezwaar is in behandeling genomen op 18 april 2012.
Adverteerder heeft bij brief van 1 mei 2012 verweer gevoerd.
De Reclame Code Commissie (hierna: de Commissie) heeft de klacht behandeld in haar vergadering van 10 mei 2012.
Partijen zijn niet ter vergadering verschenen.
De bestreden reclame-uiting
Het betreft een televisiereclame voor Red Bull in de vorm van een tekenfilm.
Drie mannen zitten in een boot. Eén van de drie mannen – welke man kennelijk Jezus voorstelt – zegt: “Gasten, ik ben er klaar mee. We vangen vandaag toch niets meer. Ik ga naar huis”, waarop hij uit de boot stapt en over het water weg loopt. Eén van de overgebleven mannen zegt: “Jezus, blijf staan. Vertel, hoe doe je dat?” De man die Jezus voorstelt zegt: “Waar heb je het over?”, waarop de man antwoordt: “Nou, over water lopen”. De derde man zegt: “Volgens mij heeft hij Red Bull gedronken. Geeft je vleugels.”, waarop Jezus zegt: “Dat heeft niets met Red Bull te maken”. De ander geeft een gil en roept uit: “Nog een wonder!”. “Niks wonder,” antwoordt Jezus, “je moet gewoon weten waar de stenen liggen”. Vervolgens glijdt hij bijna uit waarop hij zacht “Jezus!” uitroept.
De klacht
Klager vindt de reclame, waarin de naam van Jezus Christus herhaaldelijk wordt misbruikt, zeer aanstootgevend, zowel in beeld als geluid.
Het bezwaar tegen terzijdelegging van de klacht
De doelstelling van de Stichting Reclame Code is te bevorderen dat op verantwoorde wijze reclame wordt gemaakt, zodat de consument vertrouwen heeft en behoudt in reclame.
In dit geval is op onverantwoorde wijze reclame gemaakt, nu daarin Jezus en derhalve God belachelijk wordt gemaakt.
Het is niet de eerste keer dat in reclame voor Red Bull thema’s uit de bijbel op de hak worden genomen. Satire is prima, maar er zijn grenzen. God belachelijk maken is hoogst onfatsoenlijk, is kwetsend voor honderdduizenden mensen in Nederland en getuigt van bijzonder slechte smaak.
Klager rekent erop dat de beslissing tot terzijdelegging van de klacht zal worden herzien en dat de Commissie een duidelijke fatsoensgrens zal stellen voor adverteerders.
Het verweer
Het is nooit de bedoeling geweest met de commercial iemand te raken in zijn of haar religieuze overtuiging. Adverteerder gebruikt al meer dan 20 jaar tekenfilmpjes waarin bekende thema’s op een luchtige manier worden weergegeven. Deze filmpjes laten op een frisse en gedurfde manier de stimulerende effecten van Red Bull zien en zijn altijd grappig bedoeld.
Adverteerder respecteert echter de mening van degenen die hun standpunt over de uiting kenbaar hebben gemaakt en verontschuldigt zich voor het feit dat mensen aanstoot aan de reclame hebben genomen. Het filmpje zal niet langer worden uitgezonden.
Het oordeel van de Commissie
Om te bevorderen dat op verantwoorde wijze reclame wordt gemaakt, heeft de Stichting Reclame Code onder meer de Nederlandse Reclame Code (NRC) opgesteld. Reclame-uitingen in de zin van de NRC, waartegen een klacht is ingediend, worden getoetst aan de NRC. Dat is ook gebeurd in de dossiers 2012/00217/A/B, waarin eerdere klachten tegen de bestreden televisiereclame voor Red Bull zijn afgewezen. Daarbij merkt de Commissie op dat zij reclame-uitingen waartegen klachten worden ingediend van geval tot geval beoordeelt, en dat zij zich niet in het algemeen uitspreekt over de vraag wanneer reclame niet meer in overeenstemming met het fatsoen of de goede smaak wordt bevonden.
De Commissie vat de onderhavige klacht op in die zin dat klager de uiting nodeloos kwetsend acht en in strijd met de goede smaak en het fatsoen. Bij de beantwoording van de vraag of een reclame-uiting in strijd is met (één van) deze criteria stelt de Commissie zich terughoudend op, gelet op het subjectieve karakter daarvan. Deze terughoudendheid laat overigens onverlet dat de Commissie een reclame in strijd kan achten met een subjectief criterium.
De onderhavige klacht leidt niet tot een ander inhoudelijk oordeel dan waartoe de Commissie in bovengenoemde dossiers is gekomen. De Commissie onderschrijft dit oordeel in het onderhavige dossier.
Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.
De beslissing
De Commissie bevestigt de beslissing van de voorzitter en wijst de klacht af.