Omschrijving:Unilever Nederland Holdings BV is een reclamecampagne begonnen met als slogan: In het kader van die campagne heeft adverteerder op een onderdeel van de website van de Huishoudbeurs onder meer de volgende mededelingen gedaan: In een advertentie onder de titel “In Unox zit geen E teveel.” doet adverteerder voorts de volgende mededelingen. |
De klacht De reclame-uitingen zijn suggestief en leiden af van de belangrijkste problemen in de hedendaagse voeding zoals obesitas, diabetes, cariës, hart- en vaatziekten. Het is niet bewezen dat rookworsten zonder E-nummers heerlijker zijn. Het toevoegen van E- nummers is niet oneerlijk en ook in de Unox rookworst zitten nog steeds ingrediënten met een E-nummer. Andere producenten worden in een kwaad daglicht gesteld. |
Het verweer In de reclame-uitingen wordt niet gesteld dat rookworsten zonder E-nummers heerlijker zijn. Het is uitsluitend de bedoeling van adverteerder om te communiceren dat overbodige geur- en smaakstoffen (die ook een E-nummer hebben) niet meer worden toegevoegd. Van de reclame-uitingen gaat geen denigrerende werking jegens de producten van concurrenten uit. |
De repliek De reclame-uitingen zaaien onnodig angst bij het publiek over het gebruik van E-nummers in voeding. Anders dan in de reclame-uitingen staat, is de worst van adverteerder niet eerlijker geworden en evenmin heerlijker. Andere producenten lijden schade van de reclame-uiting, doordat zij onder druk worden gezet bij het gebruik van ingrediënten met een E-nummer. |
De dupliek Klager is als microbioloog en ex-werknemer van adverteerder geen gemiddelde consument.
|
De mondelinge behandeling Partijen hebben elk hun standpunt nader toegelicht aan de hand van een pleitnota.
|
Het oordeel van de Commissie (20 mei 2008) Evenmin volgt uit de uitingen van adverteerder dat hij zich op andere wijze afzet tegen het gebruik van ingrediënten met E-nummers. Naar het oordeel van de Commissie zal de gemiddelde consument de onderhavige reclame-uitingen ook niet in deze zin opvatten, dat E-nummers niet in levensmiddelen behoren te worden gebruikt. Dat klager hierover anders denkt doet daaraan niet af. Klager kan, naar adverteerder terecht stelt, in zijn hoedanigheid van microbioloog en ex-werknemer van adverteerder in dit kader niet als de gemiddelde consument worden beschouwd. De Commissie leest in de slogan “eerlijk is heerlijk” en in de verdere reclame-uitingen van adverteerder geen claim dat specifiek als gevolg van een verminderd gebruik van ingrediënten met E-nummers haar producten gezonder zijn geworden. Adverteerder zet zich met zijn reclame-uitingen naar het oordeel van de Commissie ook niet af tegen producenten die meer ingrediënten met E-nummers gebruiken. Evenmin kan worden gezegd dat adverteerder die producenten dwingt om ingrediënten met E-nummers te vermijden. Op grond van het voorgaande kan de klacht niet slagen. |
De beslissingDe Commissie wijst de klacht af. |
De grieven Deze kunnen als volgt worden samengevat. Grief I. Grief II. Grief III. Grief IV. Grief V. Samengevat acht appellant de reclame in strijd met de artikelen 4, 6 en 7 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Immers, de reclame houdt een bedreiging in voor de lichamelijke gezondheid, appelleert aan gevoelens van angst of bijgelovigheid en is misleidend. De re- en dupliek Partijen hebben hun standpunten nader toegelicht. |
Het antwoord in appel Unilever heeft schriftelijk op het beroepschrift gereageerd. |
De mondelinge behandelingPartijen hebben hun standpunten mondeling toegelicht.
|
Het oordeel van het College Het College stelt voorop dat het zijn oordeel dient te beperken tot de twee reclame-uitingen waartegen appellant bij de Commissie een klacht heeft ingediend. Dit betreft de in kopie aan de beslissing van de Commissie gehechte advertentie en een uiting op www.huishoudbeurs.nl, waarvan appellant desgevraagd een afdruk aan de Commissie heeft doen toekomen. Een kopie van deze afdruk is als bijlage 2 aan deze uitspraak gehecht. Ten aanzien van de verschillende grieven overweegt het College het volgende. Ad I. Wat betreft de “hand-outs” ten aanzien waarvan appellant stelt dat deze ter vergadering ten onrechte door de Commissie zijn geweigerd, heeft Unilever onweersproken gesteld dat het hier producties betreft die appellant onaangekondigd ter vergadering wenste over te leggen. Aangezien stukken die partijen in verband met de behandeling van de zaak aan de Commissie willen overleggen, 7 dagen voor de zitting in het bezit van de Commissie dienen te zijn, tenzij de voorzitter anders bepaalt, en niet is gebleken dat de voorzitter anders heeft bepaald, heeft de Commissie het overleggen van deze stukken, die zij als complex van aard heeft aangemerkt, in dat stadium van de procedure kunnen weigeren, mede gelet op het waarborgen van de mogelijkheid van behoorlijk verweer daartegen door Unilever. Grief I is ongegrond. Ad II en III. Ad IV. Ad V. Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.
|
De beslissing Het College bevestigt de beslissing van de Commissie. |