De bestreden uiting
Het betreft een advertentie in de Metro van 13 juli 2010, waarin reclame wordt gemaakt voor verschillende reisaanbiedingen van Oad. Onder meer is (gedeeltelijk) een dame in oranje bikini, liggend op het strand, afgebeeld. Hieronder staat de volgende tekst:
“Zo.
Nu lekker op vakantie”.
De klacht
De klacht kan als volgt worden samengevat.
Gelet op de opmaak van de reclame, die verscheen op de dag dat het Nederlands elftal werd gehuldigd ter ere van de tweede plaats in het WK 2010, lijkt het alsof de ‘reclame-uiting van OAD Reizen in samenwerking met Bavaria is gemaakt’. De term “Zo.” doet, ook gelet op het lettertype, denken aan reclame voor Bavaria, evenals de blauw/groene slippers die zijn afgebeeld. Ook doet de uiting denken aan de ‘Bavaria Babes’, die voor veel ophef hebben gezorgd door te staan dansen op de tribunes van het stadion in hun oranje ‘Bavaria Dutch Dress’.
Gelet op het voorgaande is klager van mening dat sprake is van sluikreclame en is deze in strijd met de artikelen 5, 6 en 7 van de Europese Richtlijn Oneerlijke Handelspraktijken en met artikel 2, 7 en 8 van de Nederlandse Reclame Code (NRC).
Voorts acht klager, nu naar haar mening sprake is van reclame voor alcoholhoudende drank, de uiting in strijd met artikel 31 van de Reclamecode voor alcoholhoudende dranken (RVA), nu de op basis van dit artikel verplichte slogan in de uiting ontbreekt.
Verweer Bavaria
Dit verweer luidt, samengevat, als volgt.
De bewuste uiting is niet afkomstig van Bavaria. Gelet hierop is artikel 31 RVA niet van toepassing.
Bavaria is van mening dat de klacht dient te worden afgewezen dan wel dat klager niet-ontvankelijk moet worden verklaard.
Verweer Oad
Oad stelt zich, samengevat, op het volgende standpunt.
Oad betwist de stelling van klager dat de reclame in samenwerking met Bavaria is opgesteld. De bewuste campagne is een knipoog naar de polemiek die tijdens het WK is ontstaan met betrekking tot de arrestatie van een aantal in Oranje jurkjes geklede dames. De reclame-uiting is aldus gebaseerd op een nieuwsfeit en niet op een (bier)merk.
Uit de reclame-uiting blijkt duidelijk dat Oad de afzender hiervan is. Er staat in de uiting geen verwijzing naar de consumptie van bier of het aanmoedigen van het gebruik van alcohol.
Gelet op het voorgaande verzoekt Oad de Commissie om de klacht af te wijzen.
Het oordeel van de Commissie
Klagers stelling dat de uiting zou zijn gemaakt in samenwerking met Bavaria wordt door beide verweerders uitdrukkelijk betwist. Duidelijk is sprake van een uiting van Oad. Voorts is niet gebleken dat Bavaria op enigerlei wijze betrokken is geweest bij het maken van de advertentie of daarop invloed heeft uitgeoefend. Gelet op het voorgaande kan niet worden geoordeeld dat Bavaria mede verantwoordelijk is voor de uiting van Oad. De verwijzing ‘met een knipoog’ in de uiting naar de gebeurtenissen in de media rond de ‘Bavaria Babes’, die de oplettende consument met name zal opmaken uit het in de Bavaria-campagnes gebruikte ‘Zo.’, maakt naar het oordeel van de Commissie niet dat sprake is voor reclame voor alcoholhoudende drank, dat de uiting ontoelaatbaar is in de zin van de Nederlandse Reclame Code of dat deze in strijd is met de door klager genoemde artikelen van de Europese Richtlijn Oneerlijke Handelspraktijken.
Op grond van het voorgaande oordeelt de Commissie als volgt.
De beslissing
De Commissie wijst de klacht af.