De bestreden reclame-uiting
Het betreft een advertentie in het Algemeen Dagblad waarin adverteerder onder de naam Arke “Scherpgeprijsde Last Minutes” aanbiedt. In de uiting worden diverse bestemmingen genoemd waaronder “Madeira App. Four Views Monumental Lido”. Direct naast deze bestemming bevindt zich een wit vlak waarin staat: ”Nú 100,- Kassakorting p.p. Op verre vakanties met vertrek in september en oktober”. Onderaan de uiting staat onder meer: “De Kassakorting van 100,- is per persoon en geldt op boekingen gemaakt in de periode 20 t/m 29 augustus en met vertrek tussen 1 september en 31 oktober incl. vlucht met ArkeFly. Voor de exacte prijzen en voorwaarden verwijzen u naar één van de Arke winkels of Arke.nl”.
De klacht
Klager stelt, kort samengevat, dat de advertentie de indruk wekt dat de Kassakorting geldt voor alle in die uiting genoemde bestemmingen, derhalve ook voor Madeira. Adverteerder blijkt echter onderscheid te maken tussen “verre vakanties” waarop de Kassakorting van toepassing is, en zonvakanties (zoals Madeira) waarvoor geen korting geldt. Nu dit onderscheid op geen enkele manier uit de advertentie blijkt, is sprake van misleiding.
Het verweer
Adverteerder heeft verweer gevoerd. Op het verweer zal hierna, voor zoveel nodig, worden ingegaan.
Het oordeel van de voorzitter
1) De voorzitter is, ook na het gevoerde verweer, van oordeel dat de klacht de Commissie aanleiding zal geven een aanbeveling te doen. Hij overweegt daartoe het volgende. Naar het oordeel van de voorzitter zal het de gemiddelde consument ontgaan dat de Kassakorting niet geldt voor alle in de uiting genoemde bestemmingen. Van een (duidelijke) optische afbakening met betrekking tot die bestemmingen is geen sprake, terwijl de enkele verwijzing naar “verre vakanties” in dit verband niet volstaat om de consument voldoende te informeren over bedoelde beperking. Elke uitleg over het kennelijk door adverteerder gemaakte onderscheid tussen “verre vakanties” en “zonvakanties” ontbreekt. Overigens blijkt uit de door adverteerder als bijlage 1 overgelegde uiting dat de Kassakorting ook op zonvakanties van toepassing kan zijn. Los daarvan acht de voorzitter het niet aannemelijk dat de gemiddelde consument zal begrijpen dat de woorden “verre vakanties” specifiek zijn bedoeld om de bestemmingen aan te duiden waarvoor de Kassakorting geldt. Deze woorden zijn in de uiting niet nader gedefinieerd en naar het oordeel van de voorzitter zal de gemiddelde consument alle in de advertentie genoemde bestemmingen als “verre” bestemmingen kunnen beschouwen nu die wegens de afstand vanaf Nederland uitsluitend met een vliegtuig zullen worden bezocht.
2) Op grond van het voorgaande oordeelt de voorzitter dat de gemiddelde consument zal menen dat de Kassakorting geldt voor alle in de advertentie genoemde bestemmingen. Aldus is sprake van een op onduidelijke wijze verstrekken van essentiële informatie die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te nemen als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC).
Er is geen sprake van een relevante beperking om deze informatie duidelijker in de uiting te vermelden. Voorts is de voorzitter van oordeel dat de consument door het voorgaande ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet zou hebben genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
3) Aan het laatste doet de informatie die adverteerder elders over de Kassakorting verstrekt niet af. Nu sprake is van essentiële informatie en het gebruikte medium geen relevante beperking kent om deze informatie duidelijk te vermelden, neemt de informatie die adverteerder op haar website verwijst de misleiding niet weg, ook niet voor zover in de uiting naar de voorwaarden op deze website wordt verwezen.
4) De voorzitter neemt tot slot nota van het feit dat adverteerder inmiddels de uiting heeft aangepast en de Kassakorting en de bestemmingen waarvoor deze geldt thans in een duidelijker kader plaatst. Het oordeel dat de uiting misleidend is, betreft uitsluitend de uiting zoals die oorspronkelijk werd gepubliceerd.
De beslissing van de voorzitter
Op grond van het voorgaande acht de voorzitter de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. De voorzitter beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.