De bestreden reclame-uiting
Het betreft een reclame op de website www.neckermann.nl, waarop een retourvlucht
Amsterdam-Bodrum wordt aangeboden.
De klacht
Deze luidt, samengevat, als volgt.
Nergens wordt vermeld dat de vlucht geen directe vlucht is, maar een tussenstop heeft. Door een vertraging heeft klager vijf uur op een ander vliegveld moeten doorbrengen.
Uit het gehele boekingsproces kan klager niet achterhalen dat er sprake is geweest van een tussenstop. Alleen bij nader inzien kan men, als men heel goed kijkt, uit de vluchtduur afleiden er iets niet klopt.
Klager voelt zich misleid.
De beslissing tot terzijdelegging
De voorzitter oordeelde dat uit het feit dat er een groot verschil is tussen de duur van de heenvlucht en de duur van de terugvlucht voldoende duidelijk blijkt dat bij de heenreis geen sprake is van een rechtstreekse vlucht. De voorzitter achtte de uiting niet onvolledig of in strijd met de Nederlandse Reclame Code op grond van het feit dat dit niet uitdrukkelijk is vermeld.
Het bezwaar tegen de terzijdelegging
Klager blijft bij zijn standpunt en licht dit nader toe. Hij voegt hier – samengevat – aan toe dat elke vlucht extra risico’s met zich meebrengt. Als men van te voren goed wordt geïnformeerd, bestaat er een keuze voor de consument.
Het verweer
Samengevat luidt het verweer als volgt.
Omdat in de luchtvaart een grote flexibiliteit noodzakelijk is en een tussenlanding altijd tot de mogelijkheden behoort, worden de aangeboden vluchten nooit als rechtstreekse vluchten aangemerkt. Op de website wordt wel altijd, voordat een boeking daadwerkelijk gemaakt is, de vertrek- en aankomsttijd meegedeeld.
Onderzoek heeft uitgewezen dat er verschillende andere touroperators zijn die dezelfde werkwijze toepassen. Adverteerder sluit van één van deze touroperators een afdruk van de bij haar boekingsproces door te lopen webpagina’s bij.
Adverteerder is van mening dat zij niet handelt in strijd met de Nederlandse Reclame Code.
De genoemde vertraging werd veroorzaakt door weersomstandigheden.
De mondelinge behandeling
Klager en adverteerder lichten hun standpunt nader toe. Klager stelt onder meer dat andere adverteerders wel vermelden dat sprake is van een tussenstop en onderbouwt dit aan de hand van verschillende stukken. Adverteerder wordt in de gelegenheid gesteld om nog, schriftelijk, op deze stukken te reageren.
Adverteerders reactie d.d. 6 oktober 2011
De informatie die wordt gegeven op de websites waarnaar klager verwijst, heeft geen betrekking op geplande tussenstops. Deze informatie wordt gegeven omdat sprake is van een vlucht die wordt uitgevoerd met twee verschillende vluchtnummers, een overstap en altijd een wachttijd tussen beide vluchten. Adverteerder onderbouwt het voorgaande aan de hand van verschillende, door haar meegezonden afdrukken van websites van de genoemde touroperators.
Het oordeel van de Commissie
Gelet op de gevolgen die een tussenlanding meebrengt of kan meebrengen – zoals bijvoorbeeld het feit dat bij een tussenstop het vliegtuig een maal extra opstijgt en een extra landing maakt, de mogelijkheid dat men tussendoor uit moet stappen en op een (onbekend) vliegveld dient te wachten en de extra kans op vertraging – acht de Commissie de informatie dat sprake is van een tussenlanding dermate essentieel dat dit, voor zover bekend, duidelijk dient te worden vermeld bij de bewuste reisaanbieding. De enkele vermelding van de reistijden acht de Commissie – nog daargelaten dat hieruit niet de plaats van de tussenstop kan worden afgeleid – in dat opzicht onvoldoende duidelijk. Door de mededeling dat sprake is van een vlucht “Van Amsterdam Naar Bodrum” ontstaat in eerste instantie de indruk dat sprake is van een rechtstreekse vlucht. Indien al het tijdsverschil zou opvallen tussen de heenvlucht en de terugvlucht, zou men dit nog kunnen wijten aan eventuele verschillen in tijdszone van het thuisland en de vakantiebestemming.
Aldus is naar het oordeel van de Commissie sprake van het op onduidelijke wijze verstrekken van essentiële informatie zoals bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu voorts de gemiddelde consument door de uiting ertoe gebracht zou kunnen worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet zou hebben genomen, is de reclame misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
De beslissing
Op grond van het voorgaande acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met artikel 7 NRC. De Commissie vernietigt de beslissing van de voorzitter en beveelt aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.