De bestreden reclame-uiting
Het betreft de website www.vakantiegevoel.nl, voor zover het betreft de aanbieding voor een verblijf in een bungalow type Buitenhuis 5-pers op Park Scorleduyn met aankomstdatum 4 januari 2013 en vertrekdatum 7 januari 2013 en voor de prijs van € 138,–. In de uiting staat dat dit bedrag de huur betreft inclusief reserveringskosten en eindschoonmaak.
De klacht
Klager stelt, kort samengevat, dat toen hij gebruik wilde maken van de aanbieding, bleek dat alsnog reserveringskosten en kosten voor de eindschoonmaak dienden te worden betaald, waardoor de prijs van de bungalow meer dan € 260,– bedroeg. Dit bleek pas tijdens het boeken.
Het verweer
Adverteerder heeft verweer gevoerd. Op het verweer zal hierna, voor zoveel nodig, worden ingegaan.
Het oordeel van de voorzitter
De voorzitter is, ook na het gevoerde verweer, van oordeel dat de klacht de Commissie aanleiding zal geven een aanbeveling te doen. Hij overweegt daartoe het volgende.
De voorzitter begrijpt uit hetgeen door klager is gesteld en hetgeen adverteerder heeft aangevoerd, dat de prijsinformatie met betrekking tot de desbetreffende bungalow in zoverre onjuist was, dat daarin de kosten voor de eindschoonmaak en de reserveringskosten niet, althans niet correct waren verwerkt, waardoor op de website een onjuiste prijs stond.
Krachtens artikel IV onder 1 van de Reclamecode Reisaanbiedingen (RR) zijn aanbieders van reisdiensten in hun uitnodigingen tot aankoop, waarvan in het onderhavige geval sprake is, op dezelfde wijze als in reclame-uitingen conform artikel III lid 1 RR gehouden tot het hanteren van correcte en duidelijke prijzen. Nu vaststaat dat adverteerder geen correcte prijs heeft gehanteerd, is gehandeld in strijd met artikel IV onder 1 RR.
De voorzitter neemt nota van het feit dat adverteerder stelt de onderhavige website direct te hebben aangepast teneinde de hiervoor bedoelde fout te corrigeren, alsmede dat adverteerder het verblijf voor de goedkopere prijs aan klager heeft aangeboden. Nu klager evenwel de klacht heeft gehandhaafd, dient te worden beslist als volgt.
De beslissing van de voorzitter
Op grond van het voorgaande acht de voorzitter de reclame-uiting in strijd met artikel IV onder 1 RR. De voorzitter beveelt, voor zover nog nodig, adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.