De bestreden reclame-uiting
Het betreft een geadresseerde reclamefolder met op de voorkant “10% vroegboekkorting!”. Aan de binnenkant van de folder staat de tekst:
“Vroegboekkorting
Boekt u vóór 31 december 2012 een vakantie in 2013, dan ontvang u direct 10% korting op de huurprijs. Deze korting geldt óók voor vakanties in het hoogseizoen en is te combineren met een aantal standaardkortingen. Zo kan uw voordeel oplopen tot wel honderen euro’s.”
De klacht
Klaagster stelt, kort samengevat, dat bij eerdere boekingen is gebleken dat de korting niet van toepassing is op alle vakantieparken.
Het verweer
Adverteerder heeft verweer gevoerd. Op het verweer zal hierna, voor zoveel nodig, worden ingegaan.
Het oordeel van de voorzitter
De voorzitter is, ook na het gevoerde verweer, van oordeel dat de klacht de Commissie aanleiding zal geven een aanbeveling te doen. Hij overweegt daartoe het volgende.
In de uiting wordt gesteld dat 10% vroegboekkorting van toepassing is op boekingen die gedaan worden voor 31 december 2012. De consument zal, door de stelligheid van de claim en het ontbreken van nadere voorwaarden, de onderhavige actie opvatten als 10% vroegboekkorting op alle vakantieparken van adverteerder. Naar adverteerder erkent, geldt de korting echter alleen voor een select aantal vakantieparken.
Het voorgaande impliceert dat de consument moet worden geïnformeerd over de wijze waarop de actie moet worden uitgelegd om te voorkomen dat bij hem onjuiste verwachtingen worden gewekt omtrent het voordeel waarop hij op grond van de actie recht heeft. Deze informatie is essentieel in de zin van artikel 8.3 aanhef en onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Het gaat immers om de hoogte van het voordeel en daarmee om de prijs die de consument uiteindelijk dient te betalen. Het voor de reclame gebruikte medium (folder) biedt voldoende ruimte om meer duidelijkheid te verschaffen. Nu in de uiting deze informatie ontbreekt, is sprake van een omissie als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c NRC. Het feit dat de informatie wel wordt aangeboden via website en reisadviseurs, doet hieraan niet af. De voorzitter is immers van oordeel dat de gemiddelde consument op basis van de folder ertoe gebracht zou kunnen worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet zou hebben genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
De beslissing van de voorzitter
Op grond van het voorgaande acht de voorzitter de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. De voorzitter beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.