De bestreden reclame-uiting
Het betreft het aanbod voor een Cruise “West Middellandse Zee” dat klager zag na het invullen van vertrek- en aankomstdatum en de keuze voor een balkonhut, waarbij een indicatieprijs van in totaal € 1.321,50 voor twee personen wordt genoemd.
De klacht
Klager heeft de cruise online geboekt toen hij de indicatieprijs van € 1.321,50 zag. Dat de indicatieprijs kan afwijken van de uiteindelijke prijs is aan klager bekend, nu het om een indicatieprijs gaat. Klager was echter verbaasd dat hij in reactie op zijn boeking een e-mail ontving waarin werd gemeld dat de cruise voor de desbetreffende hut € 3.620,0 zou kosten. Bij dit bedrag komen nog de boekingskosten van € 29,90 en de kosten van het calamiteitenfonds, waardoor de nieuwe prijs in totaal € 3.651,50 bedraagt. Dat is € 2.330,- meer dan de prijs waarmee adverteerder adverteert. Een indicatieprijs hoort in de buurt te liggen van de werkelijke prijs die de consument moet betalen. In ieder geval mogen geen foute prijzen worden genoemd. Klager voelt zich als consument zwaar misleid doordat adverteerder klanten lokt met scherpe, niet bestaande prijzen die uiteindelijk met ruim 176 procent worden verhoogd. Drie dagen nadat bekend was geworden dat de prijs niet klopt, staat deze nog steeds op de website, hetgeen klager extra kwalijk acht nu het gaat om een periode waarin mensen zich op een vakantie oriënteren.
Het verweer
Op de website van adverteerder staan indicatieprijzen. De daadwerkelijke prijzen worden bepaald door de rederij op basis van vraag en aanbod. Het is een feit van algemene bekendheid dat de daadwerkelijke prijs kan afwijken van de indicatieprijs. In dit geval gaat het echter om een kennelijke schrijffout. De indicatieprijs die klager ontving, behoorde namelijk bij een andere week waardoor er een groot verschil kon ontstaan tussen de indicatieprijs en de daadwerkelijke prijs. Een dergelijke fout had zich nog niet eerder voorgedaan. Adverteerder heeft kunnen achterhalen waardoor de fout is ontstaan en heeft haar medewerkers inmiddels zo geïnstrueerd, dat deze fout niet nogmaals kan voorkomen. Adverteerder betreurt de gang van zaken en biedt haar excuses aan.
Het oordeel van de voorzitter
1) Niet in geschil is dat klager, nadat hij de door hem gewenste cruise had geselecteerd, als gevolg van een fout een onjuiste indicatieprijs zag. Voor zover adverteerder stelt dat sprake is van een kennelijke schrijffout, overweegt de voorzitter als volgt. Of een vergissing in een reclame-uiting leidt tot misleidende reclame, is afhankelijk van de vraag of die vergissing voor de gemiddelde consument voldoende kenbaar is. Indien de consument niet kan vermoeden dat de reclame-uiting een vergissing bevat, zal hij op de juistheid van de uiting vertrouwen en daardoor misleid kunnen worden. Anderzijds weet een gemiddeld geïnformeerde consument dat een extreem lage prijs zonder (voldoende) aanwijzing dat sprake is van een bijzondere aanbieding, niet kan kloppen. Het had op de weg van adverteerder gelegen om te onderbouwen dat klager in dit geval had kunnen weten dat sprake is van een onjuiste prijs. Nu adverteerder dit in deze procedure heeft nagelaten, gaat de voorzitter ervan uit dat klager niet kon weten dat de indicatieprijs geen juiste indruk gaf van de uiteindelijk voor de cruise te betalen prijs, zodat hij kon aannemen dat hij ongeveer voor deze prijs kon boeken.
2) Het laatste impliceert dat de onderhavige wijze van prijsvermelding niet voldoet aan de eis van het hanteren van een correcte prijs als bedoeld onder IV lid 1 van de Reclamecode Reisaanbiedingen (RR) 2014. De reclame-uiting is dus in strijd met deze bepaling. Adverteerder heeft overigens voldoende aannemelijk gemaakt dat sprake is van een onbedoelde fout en dat zij maatregelen heeft genomen om herhaling te voorkomen. Voor zover de voorzitter kan constateren, is de prijsvermelding op de website inmiddels ook aangepast. Gelet op het voorgaande zal de voorzitter gebruik maken van zijn bevoegdheid als bedoeld in artikel 12 lid 5 van het Reglement van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep, zodat een aanbeveling achterwege blijft en volstaan wordt met te beslissen als volgt.
De beslissing van de voorzitter
Op grond van het voorgaande acht de voorzitter de reclame-uiting in strijd met het bepaalde onder IV lid 1 RR 2014