De bestreden reclame-uiting
Het betreft een reclame-uiting op canaldigitaal.nl, voor zover daarop staat:
“Op Vakantie Flex 6
€ 20,00 per maand
Kijk eerste maand GRATIS
6 maanden kijktegoed, plan zelf in
Prepaid, dus geen abonnement
Incl. de zender ESPN
Overal tv-kijken met onze gratis TV App
OVER VAKANTIE FLEX 6
Toch niet tevreden? Canal Digitaal biedt 14 dagen niet-goed-geld-teruggarantie”
Samenvatting van de klacht en de repliek
Als je het bestelproces hebt doorlopen, wordt gevraagd om € 150,00 te betalen, zesmaal € 20,00 en eenmaal € 30,00 registratiekosten. In de uiting staat nergens dat er bij het abonnement registratiekosten gelden. Pas na goed zoeken, staan deze kosten in een PDF-bestand verborgen.
Verder staat er in de uiting duidelijk “kijk eerste maand gratis”. Bij navraag blijkt dat men door een technische storing wel voor deze maand betaalt. Pas nadat klager dit aangaf, bood adverteerder hem een voucher aan om ter waarde van het maandbedrag van € 20,00 te gebruiken bij de volgende bestelling.
Samenvatting van het verweer
Het screenshot dat klager laat zien in zijn klacht betreft geen reclame-uiting maar de landingspagina voor vakantie. Als men doorklikt op de pagina en naar “bestellen” gaat, wordt duidelijk getoond dat er eenmalige kosten gelden voor de hardware die nodig is voor het product en voor de registratie. Dit wordt getoond op de bestelpagina, in de e-mailbevestiging en in de actievoorwaarden. Omdat de klant zowel voorafgaand aan als tijdens de bestelling volledig en juist wordt voorgelicht, is adverteerder van mening dat hier geen sprake is van misleidende reclame.
Klager heeft ten aanzien van het klachtonderdeel dat de maand gratis door een storing niet beschikbaar was gelijk. Hierdoor werd de korting ten onrechte niet toegepast. Adverteerder heeft klager hierover benaderd en het probleem opgelost. Volgens adverteerder valt dit echter buiten de reikwijdte van de Reclame Code omdat geen reclame-uiting betreft maar de uitvoering van een dienst.
Het oordeel van de voorzitter
1) In de eerste plaats dient beoordeeld te worden of sprake is van reclame in de zin van de Nederlandse Reclame Code (NRC). De voorzitter beantwoordt deze vraag bevestigend. De bestreden uiting prijst immers een dienst aan, het “Op Vakantie Flex 6-pakket”. Derhalve valt de uiting onder de definitie van reclame als bedoeld in artikel 1 NRC.
2) De voorzitter vat de klacht aldus op dat klager de bestreden uiting misleidend acht omdat er in de uiting geen melding wordt gemaakt van de registratiekosten ad € 30,00 en er kennelijk geen sprake is van een maand gratis nu hij zesmaal € 20,00 moest betalen.
3) Voor wat betreft de (aanzienlijke) registratiekosten geldt dat deze direct in de uiting genoemd dienen te worden. Het gaat immers om essentiële informatie die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te kunnen nemen. Dat deze informatie, zoals in verweer is aangevoerd, later in het bestelproces, in de e-mailbevestiging en in de actievoorwaarden is terug te lezen, is te laat. In dat stadium heeft de consument namelijk al besloten om op de uiting te klikken om te bestellen en is sprake van een besluit over een transactie. Om die reden ontbreekt in de uiting essentiële informatie, in de zin van artikel 8.3 aanhef en onder c van de Nederlandse Reclame Code. Omdat de gemiddelde consument hierdoor ertoe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
4) Voor wat betreft het onderdeel van de klacht over “kijk eerste maand gratis” oordeelt de voorzitter als volgt. Niet ter discussie staat dat klager voor het eerste half jaar zesmaal € 20,00 moest betalen, waaruit blijkt dat er kennelijk geen “gratis” maand werd berekend. Adverteerder heeft hier tegenin gebracht dat dit door een technische storing werd veroorzaakt. Wat hiervan ook zij, vervolgens is door adverteerder een voucher met een waarde van € 20,00 aangeboden, kennelijk om klager de mogelijkheid te bieden van een korting gebruik te maken als hij zijn abonnement na zes maanden zou doorzetten. Dit is wezenlijk iets anders dan dat men de eerste maand gratis kan kijken, zoals de uiting stelt. Om die reden is sprake van een ontoelaatbare invulling van de term “gratis”: de gemiddelde consument zal niet verwachten dat hij pas van een “gratis” maand gebruik kan maken bij een voortzetting van het abonnement. Omdat de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.
De beslissing van de voorzitter
De voorzitter acht de uiting in strijd met artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.