Het College van Beroep (15 maart 2017)
De grieven
Het College vat deze als volgt samen.
Appellant verwijst naar het door Sixt bij de Commissie gevoerde verweer voor zover zij meedeelt dat de auto dermate vol is dat bij het openen van de deuren bagage uit de auto valt en dat ‘oma’ in de dakkoffer moet meerijden omdat zij niet meer in de auto past. Appellant wijst erop dat een dakkoffer is bedoeld voor bagage en dat als deze voor dat doel wordt gebruikt in de auto voldoende ruimte is voor ‘oma’. Appellant vindt het niet acceptabel dat de Commissie verwijst naar het absurde en niet-realistische, humoristisch bedoelde karakter van de televisiecommercial, te meer omdat deze eindigt met het gezin dat wegrijdt terwijl ‘oma’ gehaast naar buiten komt lopen. Dit moet worden gezien als discriminatie en minachting van het gezin jegens ‘oma’ omdat zelfs bij een grotere auto niet op haar wordt gewacht. Het zogenaamde humoristische karakter van de uiting dient te worden afgezet tegen andere mensen en zelfs dieren in onze samenleving. De Commissie doet dit alles met één zin af en laat het verder buiten beschouwing terwijl hierin juist het bezwaar van appellant ligt, te weten discriminatie van de doelgroep. De Commissie had hierop inhoudelijk dienen in te gaan evenals op het feit dat een skibox of dakkoffer al snel wordt geassocieerd met een lijk- of doodskist. Appellant noemt citaten die hij op internet heeft gevonden waarin een dakkoffer met een lijk- of doodskist wordt geassocieerd. Als men een oudere vervoert in een bagagekoffer die sterk doet denken aan een lijkkist, is de commercial zeer zeker niet humoristisch, maar eerder absurdistisch en luguber. Appellant wordt gesteund door plaatselijke ouderenbonden.
Het antwoord in appel
Sixt heeft zich aangesloten bij het oordeel van de Commissie. Hierna zal, voor zoveel nodig, op het standpunt van Sixt worden ingegaan.
Het oordeel van het College
1. De klacht is gericht tegen een televisiecommercial, waarin is te zien hoe een gezin met een auto onderweg is in verband met blijkbaar een wintersportvakantie. Het gezin pauzeert bij een tankstation. Uit de beelden blijkt dat de auto vol bagage zit en dat in de dakkoffer op de auto een vrouw (‘oma’) wordt vervoerd die bij het tankstation koffie krijgt. In het vervolg van de televisiecommercial heeft het gezin een grotere auto gehuurd. Als het gezin wegrijdt, zijn de gezinsleden ‘oma’ vergeten die achter de auto aan rent waarna deze stopt. Doel en strekking van de televisiecommercial is onmiskenbaar de aandacht te vestigen op de mogelijkheid een auto te huren bij Sixt. In beroep heeft appellant zijn klacht toegespitst op de stelling dat in deze commercial sprake is van discriminatie van ouderen, hetgeen het College opvat als de stelling dat de televisiecommercial in strijd is met de wet als bedoeld in artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code.
2. Naar het oordeel van het College zal geen redelijk denkend mens een persoon in een dakkoffer vervoeren. Een dakkoffer is immers bestemd voor bagage en niet voor personenvervoer. Op zichzelf genomen stelt appellant daarom terecht dat het niet logisch is ervoor te kiezen bagage in een auto te vervoeren en een persoon in een dakkoffer. De televisiecommercial dient echter onmiskenbaar niet serieus te worden genomen. De uitgebeelde situatie is dermate absurd en onrealistisch, dat de consument zal begrijpen dat het hier slechts gaat om een verhaallijn die is bedoeld om op een humoristische wijze de aandacht te vestigen op de mogelijkheid een (grotere) auto te huren bij Sixt. Dat in deze verhaallijn ervoor is gekozen om ‘oma’ in een dakkoffer te laten reizen, getuigt van weinig respect voor de betrokken vrouw. Hetzelfde geldt voor de beelden waarin het gezin wegrijdt en blijkbaar vergeten is om ‘oma’ te laten instappen. Beide situaties betreffen echter specifiek de vrouw in kwestie en niet ouderen in het algemeen. De wijze waarop het gezin met ‘oma’ omgaat is blijkens de inhoud van de commercial in het geheel beschouwd ook niet bedoeld om een bepaald beeld te schetsen van ouderen en de wijze waarop men met hen dient om te gaan. Van (een oproep tot of gedogen van) discriminatie van ouderen is op grond van het voorgaande geen sprake.
3. De associatie die de appellant maakt van de dakkoffer in de gewraakte commercial met een lijk- of doodskist is niet gebaseerd op de inhoud van die commercial. Het College onderschrijft het oordeel van de Commissie dat de uiting de grens van het toelaatbare niet te buiten gaat, zodat de bestreden beslissing wordt bevestigd.
De beslissing van het College van Beroep
Het College bevestigt de beslissing van de Commissie.
[Hieronder volgt de beslissing waartegen beroep is ingesteld]
De Reclame Code Commissie [18 januari 2017]
De bestreden reclame-uiting
Het betreft de televisiecommercial ‘gefixt met Sixt’.
In de commercial is een gezin te zien dat met een auto onderweg is in verband met een wintersportvakantie en bij een tankstation stopt om iets te gaan drinken. Bij het uitstappen vallen enkele spullen uit de auto. Terwijl het gezin iets drinkt vraagt het zoontje: “Wil oma niks?” Dan is te zien dat oma onder een deken in een dakkoffer, die op de auto staat, ligt. Wanneer de auto het tankstation verlaat en daarbij over een drempel rijdt, verschijnt de tekst “Comfortabel op skivakantie?” in beeld. Hierna wordt het gezin getoond bij een Sixt-vestiging terwijl een grote auto voorrijdt. Als het gezin al is ingestapt, komt oma nog aan rennen. De voice-over zegt: “Huur nu een comfortabele BMW vanaf 49 euro per dag”.
De klacht
Door de commercial, waarin te zien is dat een oude vrouw vervoerd wordt in een skibox op het dak van een auto, worden ouderen geminacht. Volgens klaagster voelen verschillende oudere mensen zich gediscrimineerd als oude weerloze bevolkingsgroep waarmee het ‘gemakkelijk scoren’ is. Klaagster vraagt zich af wat er zou gebeuren indien zich een donkere persoon of moslim in de skibox zou bevinden.
De beslissing van de voorzitter
De voorzitter heeft besloten de klacht direct af te wijzen en heeft daarbij het volgende – kort samengevat – overwogen. Uit de beelden van de commercial blijkt dat deze is bedoeld om op een ludieke wijze de aandacht te vestigen op het aanbod van huurauto’s van adverteerder. Van een verwijzing naar (gebrekkige) ouderenzorg is evident geen sprake. De voorzitter acht het niet in strijd met hetgeen naar hedendaagse maatstaven toelaatbaar moet worden geacht dat adverteerder op een dergelijke humoristisch bedoelde wijze haar diensten aanprijst. De klacht kan daarom niet slagen, aldus de voorzitter.
Het bezwaar tegen de beslissing van de voorzitter
De voorzitter heeft de strekking van de klacht niet onderkend. Met haar klacht wil klager ouderendiscriminatie c.q. agisme signaleren. Klager vraagt zich af waarom juist voor een oudere blanke alleenstaande vrouw is gekozen om op een ludieke wijze de huurauto’s van adverteerder aan te prijzen, en niet voor een niet blank persoon, een aanhanger van een bepaald geloof, een vluchteling, een huisdier of een kind. Volgens klager heeft dit te maken met de in die gevallen te verwachten protesten uit de samenleving of van belangengroeperingen. Hierdoor blijft alleen een oudere – in dit geval een oude alleenstaande vrouw – over om mee te scoren zonder angst voor tegenspraak of represailles. Klager is van mening dat niemand voor een dergelijke commercial gebruikt mag worden en dat het opsluiten van wie dan ook in een skibox geen ludieke wijze van adverteren oplevert. Door commercials als deze als ludiek te beschouwen, worden de ouderen niet meer serieus genomen en worden zij steeds meer de schlemiel van onze samenleving, aldus klager.
Het verweer
Het verweer wordt als volgt samengevat.
Sixt stelt dat zij met de commercial binnen de grenzen van het aanvaardbare is gebleven.
In de commercial wordt op humoristische wijze weergegeven dat een gebruikelijke gezinsauto voor een skivakantie vaak te klein is door de grote hoeveelheid bagage die mee moet, en dat bij Sixt een ruimere auto voor een voordelige prijs kan worden gehuurd. De getoonde auto is dermate vol, dat bij het openen van de deuren bagage uit de auto valt en oma er niet meer bij past, zodat zij in een dakkoffer meegaat. Het idee van een oma in een dakkoffer is dermate absurd, dat dit evident niet serieus maar humoristisch bedoeld is. De beelden hebben ook niet de bedoeling om een persoon op grond van welke eigenschap dan ook uit te zonderen. Dat Sixt ook voor een ander familielid had kunnen kiezen, doet daaraan niet af. De commercial suggereert ook niet dat de oma tegen haar wil gedwongen is om in de dakkoffer plaats te nemen of op andere wijze mishandeld is.
Het oordeel van de Commissie
1. De Commissie vat klagers bezwaar tegen de televisiecommercial aldus op dat klager deze commercial in strijd met de goede smaak en/of het fatsoen acht als bedoeld in artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Omdat deze criteria naar hun aard een subjectief karakter hebben, stelt de Commissie zich terughoudend op bij de beantwoording van de vraag of een reclame-uiting in strijd is met (een van) deze criteria. De Commissie beoordeelt in een dergelijk geval of de reclame-uiting de grenzen te buiten gaat van hetgeen volgens huidige maatschappelijke opvattingen toelaatbaar is. Met inachtneming van genoemde terughoudendheid overweegt de Commissie als volgt.
2. Voor de gemiddelde consument is voldoende duidelijk dat in de commercial de aandacht wordt gevestigd op de mogelijkheid van het huren van een grote(re) en/of comfortabele auto bij Sixt indien men zelf niet over een dergelijke auto beschikt. In de commercial ligt de nadruk op het ruimtegebrek van een kleine(re) auto. Dit wordt verbeeld door het gezin dat samen met oma op skivakantie gaat in een auto die duidelijk onvoldoende ruimte biedt voor alle passagiers en hun bagage, zodat als ‘oplossing’ ervoor is gekozen de met het gezin meereizende oma in de dakkoffer te vervoeren. Dit is een dermate absurde en niet-realistische situatie, dat het humoristisch bedoelde karakter van de commercial de gemiddelde consument niet zal ontgaan. De oma protesteert in het geheel niet wanneer de dakkoffer wordt geopend, hetgeen de absurde en niet-realistische situatie benadrukt. Naar het oordeel van de Commissie kan niet worden gezegd dat de keuze voor de met het gezin meereizende oma als persoon die in de dakkoffer ligt, betekent dat ouderen niet serieus (hoeven te) worden genomen. Onder deze omstandigheden kan buiten beschouwing blijven hoe zou worden geoordeeld als andere door klager genoemde personen of een huisdier in de dakkoffer waren geplaatst.
3. Gelet op het voorgaande wordt naar het oordeel van de Commissie door de commercial niet de grens overschreden van hetgeen volgens huidige maatschappelijke opvattingen op het gebied van de goede smaak en het fatsoen toelaatbaar is. Wel heeft de Commissie er begrip voor dat niet iedereen de commercial kan waarderen. Dit leidt echter niet tot een ander oordeel. Daarom wordt als volgt beslist.
De beslissing van de Reclame Code Commissie
De Commissie bevestigt de beslissing van de voorzitter en wijst de klacht af.