a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Dossiernr:

2008/08.0291

Datum:

08-07-2008

Uitspraak:

Aanbeveling

Product/dienst:

Motivatie:

Medium:

Omschrijving:

KPN maakt in landelijk dagbladen en in folders die huis-aan-huis worden verspreid re­clame voor Digitenne, een vorm van digitale televisie waarop men zich kan abonneren.
In verband daar­mee doet KPN in de folders onder meer de volgende mededelingen:
“Zeg je UPC abonnement op en bespaar 113,04 per jaar* met Digitenne
Het goedkope alternatief voor kabel tv.
Ÿ Digitaal tv kijken voor maar € 6,95 per maand
Ÿ 1e ontvanger t.w.v. € 89,95 gratis in bruikleen (…)”.

De asterisk achter het bedrag van € 113,04 per jaar verwijst naar de volgende tekst die in een kleiner lettertype in de folder staat:
“*De prijs voor analoog tv kijken is volgens digitelevisie.nl in deze regio bij UPC per maand € 16,37.
Bij Digitenne betaal je per maand slechts € 6,95 en je krijgt hiervoor 23 tv-zenders en 19 radiozenders (…)”

Verticaal in de folders staat, eveneens in een kleiner lettertype, de volgende tekst:
“Éénmalige aansluitkosten € 19,95. Controleer de beschikbaarheid op kpn.com of vraag ernaar bij Primafoon.”

In advertenties in landelijke dagbladen (waaronder het Parool van 20 maart 2008) staat de tekst over de eenmalige aansluit­kosten horizontaal. In deze advertenties is de tekst over een foto geprint. Verder staat in deze uitingen, voor zover hier van belang, dezelfde informatie als in de folders.

De klacht

KPN geeft de consument in het kader van de prijsvergelijking onjuiste en onvoldoende informatie. Het bedrag dat consumenten volgens de reclame-uiting kunnen besparen door gebruik te maken van Digitenne (€ 113,04) is feitelijk onjuist, omdat dit bedrag nog dient te worden verminderd met de eenmalige vergoeding ad € 19,95 die consumenten voor de aansluiting dienen te betalen. Daarnaast is de prijsvergelijking onvolledig, omdat KPN de consument niet informeert over de verborgen eventuele extra kosten. Indien de consument met Digitenne een tweede tv-toestel wil aansluiten, kan dat alleen indien een tweede decoder wordt gekocht (€ 89,95 eenmalig) of gehuurd (€ 36 per jaar). De consu­ment zal zich bij de prijsvergelijking een verkeerd oordeel vormen, omdat essentiële informatie ontbreekt en een verkeerd berekend prijsverschil wordt gepresenteerd.

Het verweer

De klacht richt zich niet tegen een concrete reclame-uiting, hetgeen tot afwijzing van de klacht dient te leiden. Subsidiair stelt KPN dat de prijsvergelijking juist is, omdat daarin op correcte wijze de jaarlijkse abonnementskosten van partijen worden vergeleken. De eenmalige aansluitkosten en de kosten van een tweede en verdere decoder vallen niet onder die kosten en hoeven derhalve niet in het bedrag van de totale besparing te wor­den genoemd. Overigens is voor de gemiddelde consument voldoende duidelijk hoe hoog die kosten zijn en dat deze naast het abonnementsgeld verschuldigd zijn.

De repliek

Klager handhaaft zijn standpunt dat de prijsvergelijking onjuist is.

De dupliek

De tekst van de eenmalige kosten is goed leesbaar, mede omdat deze verticaal staat en daardoor een hogere attentiewaarde heeft. Uit de reclame-uitingen blijkt duidelijk dat slechts één decoder wordt meegeleverd, als­mede dat meer decoders kunnen worden aangeschaft en dat dit laatste niet gratis is. De consument beschikt aldus over de infor­matie die belangrijk is voor het nemen van een besluit over de transactie.

De mondelinge behandeling


UPC heeft de klacht mondeling toegelicht aan de hand van overgelegde aantekeningen. Volgens UPC komt de consument die een prijsvoordeel van € 113,04 denkt te kunnen be­halen door naar Digitenne over te stappen bedrogen uit. Hij moet een eenma­lig tarief ad € 19,95 betalen alsook in de meeste gevallen de kosten van een tweede deco­der ad € 89,95, waardoor het prijsvoordeel voor het eerste jaar slechts € 3,14 bedraagt.

Het oordeel van de Commissie

De klacht van UPC richt zich blijkens de toelichting in repliek tegen de als 1 en 2 overgelegde reclame-uitingen. Dit zijn, anders dan KPN stelt, concrete reclame-uitingen die door de Commissie kunnen worden getoetst. In de kern ge­nomen houdt de klacht in dat KPN bij het ge­noemde prijsvoordeel ten onrechte de een­malige aan­sluit­kos­ten én de kosten van de tweede en verdere decoder buiten beschouwing heeft gelaten.

Ten aanzien van de aan­sluitkosten is van belang dat de hoogte van die kosten spe­ci­fiek in de reclame-uitingen wordt genoemd, met dien verstande dat de tekst in de be­stre­den folders verticaal op de pagina staat. Naar het oor­deel van de Commissie doet dat in dit geval niet wezenlijk afbreuk aan de lees­baarheid van de tekst. In de bestreden krantenadvertentie staat de tekst horizontaal en dezeis, hoewel deze over een foto is geprint, eveneens voldoende leesbaar. De Commissie is op grond daarvan van oordeel dat het voor de consument voldoende duidelijk is dat hij een een­malige vergoeding ter hoogte van € 19,95 is verschul­digd indien hij digitaal televisie wil gaan kijken via Digiten­ne. Voorts is de Com­missie van oordeel dat het voor de gemid­delde consu­ment vol­doen­de duidelijk is dat de eenma­lige kosten in mindering strek­ken op de besparing van € 113,04 die mo­ge­lijk is door ge­bruik te gaan maken van Digi­tenne. Onder deze omstandigheden kan het feit dat deze kosten niet reeds zijn ver­disconteerd in het bedrag van € 113,04 niet mislei­dend worden geacht. Van de gemid­deld geïnformeer­de, omzich­tige en oplet­tende gewo­ne consu­ment mag worden ver­wacht dat hij begrijpt dat bij het genoemde prijs­ver­schil nog rekening dient te worden gehouden met de eenmalige aan­sluitkosten ad € 19,95. Het feit dat deze kosten niet reeds op voorhand in mindering zijn gebracht op het te be­sparen bedrag ad € 113,04 per jaar, kan onder deze omstandig­heden niet misleidend worden geacht.

Anders dan de aansluit­kos­ten worden de noodzaak van een twee­de of verdere de­co­der en de kosten daarvan niet expliciet in de reclame-uitingen genoemd. Dit is naar het oor­deel van de Commissie mis­leidend. Bij een prijsver­gelijking waarbij een exact be­drag aan voordeel wordt ge­noemd in vergelijking tot het product of de dienst van een con­current, dienen alle relevante kosten en posten die dat voordeel lager kunnen doen zijn expli­ciet te worden ge­noemd mét het bijbehorende be­drag. Deze eis vloeit voort uit de nood­zaak om de doel­groep (in dit geval de gemiddelde klant van UPC die analoog te­levisie kijkt) in staat te stellen te beoor­delen of het prijsvoordeel ook in de eigen situatie volledig van toepassing is. Daarbij doet overigens, an­ders dan KPN stelt, niet ter zake dat de prijsver­gelijking uit­sluitend ziet op de abonne­ments­ta­rieven van partijen. Het prijs­voor­deel ad € 113,04 wordt im­mers ge­presenteerd als een algemeen (dat wil zeggen: voor alle klan­ten van UPC gel­dend) voordeel en het ligt naar het oordeel van de Com­mis­sie voor de hand dat UPC-klanten zullen denken dat dit voor­deel, vermin­derd met
de een­malige aan­sluit­kosten, reeds in het eerste jaar op hun situatie van toepassing is. Indien spra­ke is van twee of meer televisies, is die indruk onjuist. Vaststaat dat bij Digitenne voor elk tele­visietoestel een afzonderlijke deco­der moet worden ge­kocht of gehuurd. Bij analoge televisie hoeft dat niet. Dit is van belang, nu tussen partijen niet
in geschil is dat de meeste huis­hou­dens in Nederland, en blijkbaar dus ook de UPC-klanten, over twee of meer televisies beschik­ken.

KPN had op grond van het voorgaande in de reclame-uitingen dienen te vermelden dat, indien een huishouden naar meer dan één televisie kijkt, voor elke af­zon­derlijke te­levisie nog een aparte decoder nodig is, alsook wat de kosten daar­van zijn. Door het ontbreken van die informatie is sprake van een omissie als be­doeld in artikel 8.3 aanhef en onder c Nederlandse Reclame Code (nieuw).

De Commissie is van oordeel dat UPC-klanten hierdoor ertoe gebracht zouden kunnen worden een besluit over een transactie te ne­men, dat zij anders niet zouden hebben genomen. Het ligt immers voor de hand dat die klanten zich bij de afweging om gebruik te gaan maken van Digitenne in belangrij­ke mate zullen laten leiden door het concreet genoem­de prijsvoordeel dat Digitenne vol­gens de reclame-uitingen ten opzichte van analoge televisie van UPC heeft, alsook dat deze afweging anders kan uitvallen indien dit voordeel in een bepaalde situatie aanzien­lijk min­der blijkt te zijn door de noodzakelijke aanschaf van een tweede en ver­de­re decoder.

De Commissie stelt op grond van het voorgaande vast dat de vergelijkende reclame niet voldoet aan de eis van artikel 13 aanhef en onder a van de Nederlandse Reclame Code dat de reclame-uiting niet oneerlijk mag zijn in de zin van artikel 7 Nederlandse Reclame Code (nieuw). De Commissie zal om die reden de navolgende aanbeveling doen. Het verzoek van UPC om KPN voorts aan te bevelen bij een volgende prijsver­ge­lijking nadere informatie te geven zoals in de klacht omschreven, kan daarentegen niet slagen. Het geven van een dergelijke aanbeveling behoort niet tot de bevoegdheid van de Commis­sie.

De beslissing


Op grond van het voorgaande acht de Commissie de reclame-uitingen in strijd met het bepaalde in artikel 13 aanhef en onder a van de Nederlandse Reclame Code in ver­bin­ding met artikel 7 van de Nederlandse Reclame Code voor zover in de reclame-uitingen niet wordt gezegd dat voor elke tweede en verdere televisie een aparte decoder nodig is en wat de kosten daarvan zijn. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.
Voor het overige wijst de Commissie de klacht af.


Regeling:

artikel 7 NRC

Artikel 13 aanhef en onder a NRC

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken