Omschrijving:Het betreft een televisiecommercial van Tek Distribution voor het product Botoliss die is uitgezonden door RTL 5. In de televisiecommercial wordt geclaimd dat Botoliss (een substantie in een tube) rimpels en lijntjes doeltreffend tegengaat. Daarbij worden beelden getoond van rimpels en wordt gezegd dat rimpels mensen er minder aantrekkelijk doen uitzien. In de commercial worden voorts onder meer de volgende mededelingen gedaan: Tijdens de commercial worden de mededelingen over de onderhuidse injecties benadrukt door een vrouw te laten zien die bang kijkt naar een injectienaald die zich vlakbij haar ogen bevindt. Voorts wordt getoond hoe een injectienaald een ballon doet knappen. |
De klacht De Commissie verwijst naar de aan deze beslissing gehechte bijlage met de aanhef “Korte versie van mijn klacht”. |
Het standpunt van adverteerder Adverteerder heeft de televisiecommercial teruggetrokken toen hij besefte dat deze niet in overeenstemming is met de Nederlandse regelgeving. De zeer uitvoerige klacht is in sommige opzichten gerechtvaardigd. Het product wordt in Nederland niet meer op deze wijze op de markt gebracht. |
Het oordeel van de Commissie Klaagster maakt in de eerste plaats bezwaar tegen het feit dat in de commercial herhaaldelijk en nadrukkelijk wordt ingespeeld op de angst van kijkers voor een behandeling met onderhuidse injecties door plastische chirurgen. Deze klacht treft doel. Het staat adverteerder weliswaar vrij om te benadrukken dat voor zijn product, anders dan bij plastische chirurgie, geen onderhuidse injecties nodig zijn, maar door beelden te tonen van een injectiespuit die vlak bij de ogen van een bange en terugdeinzende vrouw wordt gehouden, gebeurt dit op zodanige wijze, dat zonder te rechtvaardigen redenen angstgevoelens voor injecties door plastische chirurgen worden opgeroepen. Van deze injecties wordt bovendien gezegd dat zij de spieren verlammen, erg veel pijn doen, gevaarlijk zijn en vaak gepaard gaan met bijwerkingen. De angstgevoelens die zo worden opgeroepen, worden bovendien versterkt door een ballon te tonen die wordt stuk geprikt door een injectiespuit. Aldus heeft adverteerder in strijd met artikel 6 Nederlandse Reclame Code (NRC) nieuw gehandeld. Het tonen van rimpels en de mededelingen van adverteerder die erop neerkomen dat rimpels mensen er minder aantrekkelijk doen uitzien, kunnen daarentegen niet ontoelaatbaar worden geacht. Klaagster stelt voorts dat de reclame misleidend is, omdat geen gegevens zijn overgelegd waaruit blijkt dat Botoliss wetenschappelijk is getest. Ook deze klacht treft doel. Adverteerder heeft geen stukken overgelegd die de juistheid van de beweringen in de commercial met betrekking tot de op het product uitgevoerde tests ondersteunen. In dat verband is ook van belang dat klaagster onweersproken heeft gesteld dat de getoonde beelden van vrouwen in de situatie van voor en na het gebruik van Botoliss gemanipuleerd zijn. Aldus heeft adverteerder onjuiste althans voor de gemiddelde consument onduidelijke informatie verschaft over de voornaamste kenmerken van het product als bedoeld onder b van artikel 8.2 NRC (nieuw) respectievelijk de van het gebruik van Botoliss te verwachten resultaten. Voorts heeft klaagster onweersproken gesteld dat in de commercial ten onrechte wordt gezegd dat de behandeling door cosmetische chirurgen duur, gevaarlijk en enorm pijnlijk is, alsmede dat onderhuidse injecties alleen in het voorhoofd kunnen worden gegeven. Derhalve wordt in de commercial bovendien onjuiste dan wel onduidelijke informatie gegeven over de voordelen van Botoliss in vergelijking tot cosmetische chirurgie. De Commissie is van oordeel dat de gemiddelde consument door dit alles ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC (nieuw). De mededelingen dat Botoliss “het meest aangeraden alternatief is” en dat dit product de cosmetische wereld op “zijn kop heeft gezet” kunnen daarentegen niet misleidend worden geacht, nu het voor de gemiddelde consument duidelijk zal zijn dat het hier een in reclame gebruikelijke overdrijving betreft. Klaagster stelt dat er sprake is van agressieve reclame, omdat in de televisiecommercial ten onrechte wordt beweerd dat het aanbod exclusief is, de genoemde prijs uniek is en dat men gebonden is aan deze leverancier. Adverteerder heeft niet betwist dat deze mededelingen onjuist zijn. Anders dan klaagster is de Commissie echter van oordeel dat geen sprake is van agressieve reclame, nu adverteerder zich niet heeft bediend van een als agressief aan te merken beïnvloedingsmethode als bedoeld in artikel 14.1 NRC (nieuw). Wel is de Commissie op grond van hetgeen klaagster heeft aangevoerd van oordeel dat adverteerder met de hier bedoelde mededelingen feitelijk onjuiste informatie heeft verstrekt over de marktomstandigheden of de mogelijkheid het product te bemachtigen, kennelijk met de bedoeling om de consument het product te doen aanschaffen tegen voorwaarden die minder gunstig zijn dan de normale marktvoorwaarden. In dat verband is van belang dat klaagster onweersproken heeft gesteld dat er geen sprake van is dat het product alleen bij adverteerder kan worden gekocht, nu het product op verschillende plaatsen op internet te koop wordt aangeboden en dat tegen lagere prijzen dan de prijs die wordt genoemd in de televisiecommercial. Voorts heeft klaagster onweersproken gesteld dat de genoemde “normale prijs” van € 200,– onjuist is, omdat het product nergens voor deze prijs wordt aangeboden. Op grond hiervan is de Commissie van oordeel dat de commercial misleidend is in de zin van artikel 8.5 NRC (nieuw) in verbinding met punt 17 van de bij artikel 8.5 behorende bijlage 1 van de Nederlandse Reclame Code (nieuw). Dit impliceert dat de onjuiste prijsinformatie reeds op deze grond misleidend is en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC (nieuw). De Commissie komt daardoor niet toe aan de vraag of deze informatie tevens misleidend is als bedoeld onder d van artikel 8.2 (nieuw). Van vergelijkende reclame is geen sprake. Het feit dat Botoliss wordt vergeleken met een behandeling door middel van onderhuidse injecties door plastische chirurgen doet daaraan niet af. Er is immers geen sprake van vergelijking van Botoliss met een product of dienst van een of meer identificeerbare concurrenten. Wel voert klaagster terecht aan dat de reclame de goede naam van plastische chirurgen in het algemeen schaadt, aangezien zij “gevaarlijke plastische chirurgen” worden genoemd en hun behandelingsmethodes duur en onbetrouwbaar worden genoemd. De Commissie begrijpt dat klaagster betoogt dat de reclame daardoor tevens in strijd met het fatsoen is (artikel 2 NRC). Ook in zoverre treft de klacht doel. Voor zover klaagster stelt dat adverteerder in strijd met artikel 8.4 NRC (nieuw) in de reclame geen informatie geeft over de samenstelling van Botoliss en evenmin informatie geeft over de vraag of het product is bestemd voor het verwijderen van bestaande rimpels of om het ontstaan van rimpels te voorkomen, treft de klacht geen doel. Het betreft hier naar het oordeel van de Commissie geen essentiële informatie als bedoeld in artikel 8.4 NRC (nieuw). Voorts verwerpt de Commissie het beroep van klaagster op artikel 8.5 NRC (nieuw) in verbinding met punt 2 en 3 van de in artikel 8.5 genoemde bijlage 1 van de Nederlandse Reclame Code. |
De beslissingOp grond van hetgeen in de eerste alinea is vermeld acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 6 NRC (nieuw). Op grond van hetgeen in de tweede tot en met de vierde alinea is vermeld acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC (nieuw). Op grond van hetgeen in de vijfde alinea is vermeld acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 2 NRC (nieuw). De Commissie beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken. |
Regeling: NRC art. 6 NRC art. 7 NRC art. 2 |