De bestreden reclame-uiting
Het betreft een advertentie waarin onder de aanhef “Niemand is voordeliger dan STRATO. Behalve STRATO!” een vergelijking staat tussen prijzen van enerzijds YOURHOSTING en anderzijds STRATO. In die vergelijking worden bij vier van de vijf items, waaronder “E-mail” en “Hosting”, telkens twee verschillende prijzen genoemd, gehanteerd door YOURHOSTING respectievelijk STRATO. Bij het vijfde item, “Webshop” staat onder YOURHOSTING een kruis en onder STRATO: € 9,- /mnd.”.
De klacht
De advertentie is (paginagroot) verschenen in de Telegraaf, de Volkskrant en Computer Totaal en in mei en juni op de website van adverteerder.
Naar de mening van klager is er sprake van misleidende, vergelijkende reclame, omdat met betrekking tot YOURHOSTING onjuiste informatie wordt gegeven. Door het plaatsen van een kruis doet STRATO het in de uiting ten onrechte voorkomen alsof bij YOURHOSTING geen webshops kunnen worden afgenomen.
Klager legt als bijlage 5 een afbeelding over waaruit blijkt dat bij hem wel degelijk webshops kunnen worden afgenomen.
Het verweer
Adverteerder heeft onder meer het volgende meegedeeld.
Met het kruis in de vergelijking wordt niet bedoeld dat klager geen producten, die ook kunnen worden gebruikt voor webshops, aanbiedt. Het kruis betekent alleen dat klager geen webshop product, dat vergelijkbaar is met de webshop producten van adverteerder, aanbiedt. Adverteerder biedt een reeks complete webshop pakketten aan, elk voor een maandbedrag. In geval van een pakket ontvangt de klant een kant en klare en compleet geprogrammeerde webshop. De enige keuze die de klant nog moet maken betreft één van de voorgestelde designs en de content die de klant wil uploaden in het “frame” van de webshop. De klant hoeft geen andere software te installeren of delen van de website¬shop te programmeren. Vervolgens onderhoudt adverteerder de webshop regelmatig.
Klager biedt geen kant en klare webshops, die voor de klant regelmatig up to date worden gehouden, aan. Klager adviseert zijn klanten slechts over “free webshop offers” van derden en zij biedt klanten de mogelijkheid het design van een webshop voor hen te verzorgen.
Aangezien de webshop producten van adverteerder volledig verschillen van de “webshop design offers” van klager, is een vergelijking daartussen, die in overeenstemming is met de wet, niet mogelijk.
Klager stelt dat uit bijlage 5 bij de klacht blijkt dat klager webshops aanbiedt als een product. In die bijlage worden drie verschillende producten genoemd, maar het woord ‘webshop’ of een synoniem daarvan komt daarin niet voor. Bedoelde producten kunnen worden aangemerkt als ‘webdesign’, maar zeker niet als ‘webshop’. Aangezien adver¬teerder geen webdesign aanbiedt, is deze service niet in de vergelijking opgenomen.
Als bijlage 1 legt adverteerder de volledige pagina over, waarvan in bijlage 5 bij de klacht slechts het middelste gedeelte wordt getoond. Uit deze volledige pagina blijkt dat ook klager haar webdesign services als ‘Webdesign’ aanmerkt. De drie volgende pagina’s van bijlage 1 bij het verweer tonen de informatie die door klager wordt gegeven na klikken op de button ‘Meer informatie’. Op deze pagina’s komen woorden als ‘webshop’ en ‘webwinkel’ niet voor.
Los van het technische verschil tussen de webdesign services van klager en de webshops van adverteerder, bestaat er ook een duidelijk verschil in prijs. Terwijl beide partijen producten aanbieden met vergelijkbare prijzen, zoals weergegeven in de vergelijking in de bestreden advertentie, kost de webshop van adverteerder € 9 per maand, terwijl de webdesign services van klager € 499,- tot meer dan
€ 1.999,- kosten. In dit verband wijst adverteerder op de laagste en hoogste webshop prijzen van de grootste webshop providers van Nederland.
Adverteerder betwist dat de advertentie in mei en juni was gepubliceerd op de website van adverteerder. De uiting is alleen geplaatst in gedrukte media.
Ten slotte wijst adverteerder erop dat dat de onderhavige campagne eindigde op 13 augustus. De bestreden advertentie zal niet meer door adverteerder worden gepubliceerd, in welk medium ook.
De repliek
Bij repliek is onder meer het volgende meegedeeld.
Bij verweer maakt adverteerder onderscheid tussen verschillende webwinkels, namelijk ‘kant en klare’ en ‘op bestelling’ c.q. webdesign, terwijl een dergelijke nuance in de advertentie ontbreekt. Hierin staat alleen het woord ‘webshop’, hetgeen niet meer of minder is dan een deel van een website waar je iets kunt kopen. In het verweer wordt ten onrechte gesteld dat klager geen ‘kant en klare’ productvariant aanbiedt. Klager biedt zowel een ‘kant en klare’ productvariant (1) aan als de mogelijkheid tot afname van een webshop op bestelling (uitgebreide variant) (2). Wegens het ontbreken van enige nuance in de advertentie is een dergelijke productdifferentiatie echter irrelevant; het gaat om de vraag of klager aan haar klanten een webwinkel aanbiedt, zijnde een deel van een website waar iets kan worden (ge)(ver)kocht. Dat is zeker het geval.
Ad 1.
De kant en klare ‘zelfbouw’ variant.
Uit de in de bij repliek overgelegde bijlage 7 blijkt dat klager op 14 februari 2013, dus vóór de campagne van adverteerder, al gratis Sitebuilder software aanbood, waarmee de klant zelf een webshop kan integreren in een reeds bestaande website. Klager biedt deze mogelijkheid nog steeds.
Blijkens bijlage 8 bij de repliek biedt klager klanten ook de mogelijkheid om zelf een webshop te bouwen, maar dan tegen betaling. Uit bijlage 7 volgt dat klager een kant en klare ‘zelfbouw’ webshop variant aanbiedt. Het verschil met adverteerder is dat adverteerder een vergelijkbare webshop variant aanbiedt tegen betaling, en klager gratis. Dit had in de bestreden uiting kunnen en moeten staan.
Ad 2.
Sinds jaar en dag kan bij klager op verzoek een webwinkel worden ontworpen. Om het verschil tussen de producten die adverteerder en klager aanbieden te benadrukken, gaat adverteerder specifiek in op de producten Snel Online, Professioneel Online en Strategische Online van klager. Klager verzoekt de Commissie het desbetreffende verweer buiten beschouwing te laten, omdat deze producten pas sinds 15 juli 2013 (derhalve na afloop van de bestreden campagne), worden aangeboden.
Met betrekking tot het in het verweer bedoelde verschil in prijzen tussen producten van partijen is frappant dat in de advertentie de prijs van de webshop die klager (ook) aanbiedt (zowel de gratis versie als de betaalde versie) achterwege is gelaten, zodat het publiek niet in de gelegenheid is om enig verschil tussen de producten (als dat er al zou zijn) te ontdekken. De advertentie is wel degelijk in digitale vorm op internet verschenen. Ter onderbouwing hiervan wordt de digitale versie van de uiting via e-mail (hierna: bijlage 8 (kennelijk is bedoeld: bijlage 9 bij repliek) aan de Commissie toegezonden.
De dupliek
Bij dupliek is onder meer het volgende meegedeeld.
Het verschil tussen ‘kant en klare’ webwinkels en webwinkels ‘op bestelling’ c.q. webdesign geeft de actuele markt weer. De door klager gegeven definitie van “webshop”, namelijk een deel van een website waar je iets kunt kopen, houdt geen rekening met Europese jurisprudentie, volgens welke gekeken moet worden naar de “reasonably well-informed and reasonably observant and circumspect consumer”. Klagers definitie is de ruimst denkbare definitie, volgens welke iedere website een (extreem eenvoudige) webshop zou kunnen zijn.
In geval klagers stelling, dat haar webdesign product vóór 15 juli 2013 anders was, juist zou zijn, wijst adverteerder erop dat niet is gesteld of bewezen dat klager een zodanig “real” readymade webshop pakket heeft aangeboden, dat vergelijkbaar is met het “webshop package offer” van adverteerder. Overigens gebruikte klager zelf een screenshot van zijn website na 15 juli 2013 (bijlage 5 bij de klacht), ter onderbouwing van de bewering dat hij webshop aanbiedingen heeft.
Een vergelijking met de mogelijkheid om “a shop software” te gebruiken als “a module” (een bouwelement) van de Sitebuilder van klager zou evenmin correct zijn in de context van webshops in de bestreden vergelijking. Zowel klanten van adverteerder als klanten van klager kunnen immers een “normaal” hosting product gebruiken om hun eigen “shop software” te installeren zoals ‘Prestshop’ of ‘osCommerce’. Evenzeer kunnen deze klanten een hosting product gebruiken om adverteerders of klagers eigen sitebuilder te gebruiken om producten via hun website te verkopen. Dit is echter geen ‘webshop’ product in de klassieke zin van het woord.
Adverteerder erkende de onderhavige mogelijkheid in de product range van klager door de prijs van de “hosting products” van klager op te nemen in de vergelijking, en wel in de categorie “Hosting”. De sitebuilders van partijen kunnen beide worden gebruikt om enig type website te maken, al dan niet met de bedoeling producten te verkopen. Derhalve zijn die sitebuilders vergelijkbaar met elkaar, maar niet in de categorie ‘Webshop’.
De “reasonably well-informed and reasonably observant and circumspect consumer” zal de term ‘webshop’ opvatten als een specifiek “stand-alone product”, zoals dat wordt aangeboden door algemeen bekende webshops providers zoals MijnWebWinkel en SEOshop. Voorts is niet aannemelijk dat de minder goed geïnformeerde consument de term in verband zal brengen met één van klagers productcategorieën. Beide productcategorieën (hosting en webdesign) worden in de meeste gevallen niet gebruikt voor de online verkoop van producten. Samenvattend: naar de mening van adverteerder dient onderscheid te worden gemaakt tussen ready-made webshop packages en webdesign respectievelijk ready-made webshop packages en ready-made hosting packages. Een vergelijking tussen adverteerder en klager in de categorie ‘webshop’ zou ontoelaatbaar zijn geweest, omdat er binnen deze categorie geen product van klager is, dat vergelijkbaar is met de webshop packages van adverteerder. Dit is de enige reden dat in de advertentie een kruis is geplaatst.
Adverteerder handhaaft zijn stelling dat de bestreden advertentie nooit in online media is gepubliceerd.
Het oordeel van de Commissie
De bestreden advertentie moet worden aangemerkt als vergelijkende reclame in de zin van artikel 13 van de Nederlandse Reclame Code (NRC), nu adverteerder daarin door een concurrent (klager) aangeboden diensten noemt. Vergelijkende reclame is, wat de vergelijking betreft, geoorloofd, op voorwaarde dat deze -onder meer- niet misleidend is in de zin van de NRC.
In de bestreden vergelijking worden vijf diensten genoemd. Bij vier van die diensten zijn de desbetreffende door Yourhosting respectievelijk Strato gehanteerde prijzen vermeld. Alleen bij de laatste dienst, “Webshop”, staat bij Yourhosting geen prijs, maar een kruis, terwijl bij Strato een prijs van € 9,- is vermeld.
Adverteerder heeft aangevoerd dat een vergelijking tussen adverteerder en klager in de categorie ‘webshop’ ontoelaatbaar zou zijn geweest, omdat er binnen deze categorie geen product van klager is, dat vergelijkbaar is met de “webshop packages” van adverteerder. Dit verweer kan niet slagen. Weliswaar heeft adverteerder aannemelijk gemaakt dat zijn product “webshop packages” afwijkt van de door klager aangeboden producten, bijvoorbeeld in die zin dat adverteerder, anders dan klager, de webshop van de klant regelmatig up to date houdt, maar de Commissie acht het voor de gemiddelde consument niet duidelijk dat adverteerder bij de dienst “webshop” uitsluitend het oog heeft op “webshop packages”. In plaats daarvan zal de gemiddelde consument op grond van de uiting aannemen dat klager geen enkele faciliteit biedt op het punt van “webshops”. Adverteerder heeft dit laatste niet aannemelijk gemaakt, terwijl klager gemotiveerd heeft aangevoerd dat hij op het gebied van webshops enig aanbod heeft. zou hebben. Hiertoe heeft klager onder meer (onder verwijzing naar bijlage 7) bij repliek gewezen op het door hem aangeboden product “Sitebuilder”, waarin “een webshop” “zit” “verwerkt”.
Gelet op het bovenstaande acht de Commissie de uiting voor de gemiddelde consument onduidelijk ten aanzien van de aard van het in de vergelijking betrokken product. Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
Nu de onderhavige vergelijkende reclame misleidend is, is deze in strijd met artikel 13 aanhef en onder a NRC.
Adverteerder heeft betwist dat de bestreden advertentie niet alleen is verschenen in gedrukte media, maar ook op internet. Klager heeft zich beroepen op bijlage 9 bij repliek. Naar het oordeel van de Commissie is op basis van deze bijlage niet zonder meer aannemelijk geworden dat de uiting ook op internet is verschenen.
Derhalve wordt als volgt beslist.
De beslissing
Op grond van het voorgaande acht de Commissie de reclame-uiting, voor zover deze is verschenen in gedrukte media, in strijd met artikel 13 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.
Voor het overige wijst zij de klacht af.