a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Dossiernr:

2018/00841

Datum:

17-12-2018

Uitspraak:

Afwijzing

Product/dienst:

Gezondheid

Motivatie:

Strijd met wet

Medium:

Ongeadresseerd drukwerk

De bestreden uiting

Het betreft een uiting op de pagina’s 34 en 35 van “Contact Verenigingsblad”, 3e uitgave 2018 nummer 183 van Reumavereniging Regio Eindhoven (verweerder sub 2). Daarin staat onder de aanhef: “Uit de praktijk van dokter (naam)” en een foto van – kennelijk- deze dokter onder meer:

“Gebruik van verslavende pijnstillers (opioïden) loopt volgens artsen uit de hand

 Acupunctuur vaak oplossing: als vervanging en bij ontwenning

De 56-jarige (naam) (…) heeft last van artrose in zijn knieën en van reumatoïde artritís (RA). Tegen de pijn kreeg hij oxycodon, een pijnstíller twee keer zo sterk als morfine. (naam): “In het begin hielp de oxycodon. Maar na verloop van tíjd merkte ik dat ik begon te verlangen naar die pillen. Wat ook raar was: ik begon meer pijn te krijgen, ook op andere plekken in mijn lijf dan eerst.”

(…)

Steeds vaker worden in Nederland opioïden (zware pijnstillers) voorgeschreven, hoewel uit de VS bekend is dat ze te vergelijken zijn met heroïne. In Nederland gebruiken jaarlijks 1,3 miljoen mensen opioïden: zo’n 8 procent van de bevolking.

Onder opioïden – alle medicijnen díe zijn afgeleid van opium uit de papaverplant – vallen pijnstillers ols oxycodon, pethidine, morfine, tromadol, methadon, fentanyl en carfentanil. Al deze stoffen werken op het centrale zenuwstelsel, blokkeren pijnsignalen en geven een euforisch gevoel. Een veel, ook aan reumapatiënten, voorgeschreven middel als oxycodon blijkt inmiddels wél verslavend, in tegenstelling tot wat de fabrikant ooit beweerde. De Volkskrant en de NOS besteedden daar afgelopen juli uitgebreid aandacht aan.

(…)

Er zitten nog andere risico’s aan oxycodon: vooral voor ouderen. Oxycodon kan op de lange termijn verstoppingen en andere darmklachten veroorzaken. Speciaal voor ouderen is dit een risico als ze weinig bewegen en niet goed eten. (…) Verder vergroot het verdovende effect van de opioïde de kans op vallen. Vooral ouderen kunnen zo snel iets breken.

(…).

Acupunctuur is bij acute én chronische pijnklachten dikwijls een uitkomst. Het mooie van acupunctuur is dat het vaak net zo goed of beter werkt dan zware pijnstillers én dat het geen nare bijwerkingen geeft. Bij operaties kan er vaak minder tot geen verdoving gebruikt worden als acupunctuur gegeven wordt: zo sterk kon de pijnstilling zijn. De Nijmeegse anesthesist dr. (naam) heeft daar zelfs een proefschrift over geschreven. Bij mensen die verslaafd zijn aan pijnstillers, antidepressiva, slaapmedicatie, sigaretten, alcohol of drugs kan acupunctuur het afkickproces verlichten. Ontwenningsverschijnselen zijn vaak (veel) minder hevig en de geestelijke afhankelijkheid wordt dikwijls eerder doorbroken”.

Onderaan de uiting staat naast een foto van -kennelijk- “Dokter (naam)”:

“Dokter (naam) is arts voor medische acupunctuur en acupressuur (ook zonder naaldjes.) De WHO adviseert acupunctuur bij meer dan 100 aandoeningen oa. bij RA, artrose én fibromyalgie. Belt u voor informatie of een afspraak:”, waarna een telefoonnummer en de website van -kennelijk- bedoelde arts worden genoemd. 

 

De klacht

De klacht wordt als volgt samengevat.

De uiting is als redactioneel artikel opgesteld, maar blijkt een advertentie voor de in de uiting bij naam genoemde acupuncturist te zijn. Verder is klagers grootste bezwaar het volgende.

Het betreft een advertentie voor een “geneesmiddel”. Bij acupunctuur is het geneesmiddel identiek aan de behandeling; beide zijn niet van elkaar te scheiden, aldus klager. Daarbij wordt acupunctuur vergeleken met andere geneeswijzen en dit is in strijd met de wet.

 

Het verweer van verweerder sub 1

Het verweer wordt als volgt samengevat.

De bestreden uiting is een publicatie/column/artikel van verweerder, waarin het gebruik van opioïden wordt belicht. Van een “platte advertentie” is geen sprake.

In de eerste vier alinea’s van zijn column laat verweerder zich (vergeleken met de daarin genoemde artikelen) relatief gematigd uit over het opioïdengebruik en de daarmee gepaard gaande nadelen. Van ongefundeerde bangmakerij is geen sprake. Verder doet verweerder geen uitlatingen over te verwachten behandelresultaten, noch stelt hij diagnoses of doet hij suggesties in een bepaalde richting, ten aanzien van opioïden of   acupunctuur. Er worden geen tarieven genoemd noch aanbevelingen gedaan. Ook over  hetgeen acupunctuur kan betekenen bij pijnklachten, geeft verweerder slechts algemene indicaties weer, dit met bronvermelding. In het in de uiting genoemde proefschrift staat dat acupunctuur een oplossing biedt voor pijnklachten.

Gezien de uitgebreide onderbouwing door verweerder van zijn artikel, is het volgens hem duidelijk dat er geen sprake is van een advertentie.

Voor zover er al sprake zou zijn van (vergelijkende) reclame, geldt dat er louter wordt geciteerd uit en verwezen naar gezaghebbende derden en gerespecteerde media, aldus verweerder. Verweerder neemt geen stellingen in om andere aanbieders de pas af te snijden.

Tenslotte is er geen sprake van strijd met de artikelen 88 en 89 Geneesmiddelenwet en de artikelen 12 en 33 van de Code Publieksreclame Medische Zelfzorg Hulpmiddelen (CPMH). Bovendien is de vrije meningsuiting in de zin van artikel 10 EVRM in het geding in geval van een verbod van de Stichting Reclame Code.

Verweerder verzoekt de Commissie de klacht af te wijzen, en anders louter een berisping op te leggen.

 

Het verweer van verweerder sub 2

Het verweer wordt als volgt samengevat.

In ‘Contact’ van 2011 (2e uitgave nummer 154) stond in de kop van de bestreden uiting nog: ‘Advertorial’. In de daaropvolgende uitgaven is deze kop verdwenen. Voor verweerder is niet meer te achterhalen waarom dit indertijd is veranderd. Hoewel de bewuste kop is verdwenen, meent verweerder dat de bestreden uiting nog steeds duidelijk te herkennen is als advertentie, dit gezien onder meer verschillen in opmaak, lettertype, alinea-indeling, vormgeving, foto en lay-out ten opzichte van de rest van de artikelen. Verder staat in de uiting, net als bij andere artikelen in het bewuste blad, een duidelijke bronvermelding. Hierdoor is voor de lezers duidelijk dat de reumavereniging Regio Eindhoven niet inhoudelijk verantwoordelijk is voor de tekst.

Tenslotte wijst verweerder er op dat zij in de komende ‘Contacten’ (met ingang van Contact nummer 184) de kop ‘Advertorial’ zal toevoegen boven de onderhavige advertentie, om enig misverstand te voorkomen.

 

Het oordeel van de Commissie

1.

Voor zover klager van mening is dat de bestreden uiting een reclame-uiting in de zin van artikel 1 van de Nederlandse Reclame Code (NRC) is, maar niet duidelijk als zodanig  herkenbaar is als bedoeld in artikel 11.1 NRC, kan hij daarin niet worden gevolgd. Daartoe overweegt de Commissie het volgende.

Gezien de vormgeving van de uiting doet deze in eerste instantie denken aan een redactioneel artikel, maar in haar geheel beschouwd, betreft het duidelijk een openbare, directe aanprijzing van diensten van de in de uiting genoemde “arts voor” (onder meer) “medische acupunctuur”. Door mededelingen als “Acupunctuur vaak oplossing: als vervanging en bij ontwenning”, “Acupunctuur is bij acute én chronische pijnklachten dikwijls een uitkomst. Het mooie van acupunctuur is dat het vaak net zo goed of beter werkt dan zware pijnstillers én dat het geen nare bijwerkingen geeft”, en ten slotte: “Belt u voor informatie of een afspraak:”, waarna een telefoonnummer en de website van -kennelijk- bedoelde arts worden genoemd, heeft de uiting een wervend karakter voor de diensten van verweerder sub 1.

Van strijd met artikel 11.1 NRC is derhalve geen sprake. Wel heeft de Commissie nota genomen van de mededeling van verweerder sub 2 dat, om enig misverstand te voorkomen, voortaan de kop ‘Advertorial’ zal worden toegevoegd.

2.

Verder heeft klager gesteld dat er sprake is van een advertentie voor een “geneesmiddel” en dat acupunctuur in deze advertentie wordt vergeleken met andere geneeswijzen, hetgeen volgens hem niet is toegestaan bij “geneesmiddelenreclame”. Volgens klager is er sprake van strijd met “de wet”.

Voor zover klager hierbij het oog heeft op het in het verweer van verweerder sub 1 genoemde artikel 88 van de Geneesmiddelenwet overweegt de Commissie het volgende. In deze bepaling staat, voor zover hier van belang:

“Publieksreclame is verboden indien deze vermeldt dan wel door zijn formuleringen of afbeeldingen de indruk wekt dat:

(…)

b. het geneesmiddel geen bijwerkingen kent of dat de werking beter is dan of gelijk is aan de werking van een ander geneesmiddel dan wel een andere geneeskundige behandeling;”. 

Deze bepaling is in dit geval niet van toepassing, omdat ‘acupunctuur’, zoals aangeprezen in de bestreden uiting, niet kan worden aangemerkt als ‘geneesmiddel’ in de zin van artikel 1 lid 1 onder b Geneesmiddelenwet, en derhalve niet onder de reikwijdte van artikel 88 Geneesmiddelenwet valt.

Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.

 

De beslissing

De Commissie wijst de klacht af.

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken