De bestreden reclame-uiting
Het betreft een televisiecommercial van UPC waarin de hoofdpersoon Dennis is te zien, die thuis naar zijn televisie kijkt. Zijn televisie vertoont zichtbaar storingen, waarop Dennis bij zijn buurvrouw aanbelt en daar verder kijkt. Terwijl het voornoemde zich afspeelt, wordt de volgende tekst uitgesproken:
“Dit is Dennis. Dennis heeft Digitenne en hij vindt het dus niet zo erg dat zijn beeld af en toe stoort. Want Dennis heeft een buurvrouw met Digitale Televisie van UPC. Bij wie hij in perfecte kwaliteit televisie kan kijken (…)”. Kom op, Dennis, stap ook over naar de perfecte beeldkwaliteit van Digitale TV via de kabel. Al vanaf € 4,50 extra per maand bij UPC.”
Terwijl de laatste zin wordt uitgesproken, komt, in een rood kader, de tekst: “Al vanaf € 4,50 extra per maand*” in beeld. Hieronder staat de tekst: “Ga naar upc.nl of bel 0900-1580”. De asterisk verwijst naar de tekst: “UPC Digitale TV is alleen beschikbaar i.c.m. het Standaardpakket Radio/TV (max. € 16,80 per maand), daarna maandelijks opzegbaar. Kijk voor voorwaarden en beschikbaarheid op upc.nl (…)”, die in kleine letters onder in het beeld staat.
De klacht
De Commissie vat de klacht als volgt samen:
1. In de commercial wordt gesuggereerd dat Digitale TV van UPC beter is dan Digitenne. Klager, die zelf Digitenne heeft, heeft echter nooit last van storingen gehad, zoals getoond in de reclame van UPC.
2. In de commercial worden de storingen bij Digitenne getoond door middel van ‘trillende bewegingen’. Bij digitale televisie zijn storingen in de vorm van trillende bewegingen niet mogelijk. Indien er een storing zou plaatsvinden, zouden ‘blokjes’ te zien zijn.
3.Gesuggereerd wordt dat de digitale televisie van adverteerder slechts € 4,50 extra kost. Digitenne kost echter € 8,50 (waarvoor men 50 tv zenders krijgt) en bij adverteerder moet men voor digitale tv in totaal € 21,30 betalen, te weten € 16,80 voor de aansluiting plus € 4,50 voor de digitale televisie.
Verweer
In de eerste plaats is adverteerder van mening dat klager geen belang heeft bij de klacht. Voorts worden door adverteerder de afzonderlijke bezwaren gemotiveerd weersproken. Voor zover van belang voor de beslissing wordt hierop in het oordeel nader ingegaan.
De mondelinge behandeling
mr. J.J. van Andel en E.M. van Dijk voornoemd hebben het standpunt van adverteerder mondeling nader toegelicht.
Het oordeel van de Commissie
Adverteerder heeft in de eerste plaats gesteld dat klager geen belang heeft bij de klacht, daar hij reeds heeft gekozen voor Digitenne van KPN en nu hij voorts buiten het verzorgingsgebied van UPC woont. Nu echter, op grond van het Reglement van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep, een ieder die van oordeel is dat een reclame in strijd is met de NRC, een klacht over deze reclame in kan dienen, treft dit verweer geen doel. Het Reglement bevat niet de eis dat de klager (direct) belanghebbende is.
Met betrekking tot de bezwaren van klager, overweegt de Commissie als volgt.
Ad 1. Klager heeft nooit storingen met Digitenne.
De Commissie acht dit bezwaar ongegrond, nu adverteerder naar haar oordeel, aan de hand van de door haar overgelegde stukken (waaronder informatie van de Consumentenbond, het Agentschap Telecom en KPN) voldoende heeft aangetoond dat het verzenden van tv-signalen via de ether in het algemeen storingsgevoelig is. Het feit dat klager zelf niet die ervaring heeft, doet daar niet aan af.
Ad 2. ‘Blokjes’ in plaats van ‘trillende bewegingen’.
Daargelaten of in de commercial de juiste ‘soort’ storing wordt getoond, is de Commissie van oordeel dat het besluit van de gemiddelde consument om al dan niet UPC Digitale Televisie aan te schaffen, niet zal worden beïnvloed door de wijze waarop de storing optreedt. Om die reden treft ook dit onderdeel van de klacht geen doel.
Ad 3. ‘Slechts € 4,50 extra’.
In de eerste plaats overweegt de Commissie in dit verband dat, naar niet in geschil is, in de commercial een vergelijking wordt gemaakt tussen ‘UPC Digitale Televisie’ en ‘Digitenne’ van KPN. Aldus is sprake van vergelijkende reclame in de zin van artikel 13 van de Nederlandse Reclame Code (NRC).
Met de mededeling dat UPC Digitale Televisie ‘slechts € 4,50 extra’ kost, bedoelt adverteerder dat dit bedrag dient te worden opgeteld bij het ‘Standaardpakket Radio/TV’ van adverteerder, welk pakket ‘max. € 16,80’ per maand kost, hetgeen zou blijken uit de tekst in de kleine letters onderin beeld. Adverteerder heeft in dit kader gesteld dat geen sprake is van een prijsvergelijking tussen beide producten, maar slechts een vergelijking in kwaliteit. De Commissie is echter van oordeel dat, nu de gehele televisie-reclame is gestoeld op een vergelijking tussen Digitenne en het product van adverteerder, bij de gemiddelde consument de indruk wordt gewekt dat de mededeling dat UPC Digitale TV ‘slechts € 4,50 extra’ kost, eveneens een vergelijking betreft met Digitenne. Dat, naar is gebleken, in het geheel geen sprake is van een prijsvergelijking, is voor de gemiddelde consument onduidelijk. De mededeling onderin beeld, nog daargelaten of deze mededeling, gelet op het korte tijdsbestek dat deze in beeld is, voldoende opvallend is, neemt deze onduidelijkheid niet weg. De Commissie is op grond van het voorgaande van oordeel dat in de uiting voor de gemiddelde consument onduidelijke informatie wordt verschaft ten aanzien van de prijs van het product, als bedoeld in artikel 8.2 onder d van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de Commissie van oordeel dat deze onjuiste informatie de gemiddelde consument ertoe kan brengen een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de vergelijkende reclame-uiting misleidend en daardoor ongeoorloofd op grond van artikel 13 aanhef en sub a NRC.
De beslissing
Gelet op hetgeen hiervoor onder Ad 3. is geschreven, acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met artikel 13 aanhef en sub a NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.
Voor het overige wijst de Commissie de klacht af.