De bestreden reclame-uitingen
Voor zover klager zijn klacht ter vergadering heeft gehandhaafd, betreft het de volgende uitingen:
1.
Een televisiereclame voor de frisdrank Oggu.
Daarin zegt een vrouw:
“Gezond leven betekent voor mij: lekker eten en drinken waar geen dingen in zitten die ik niet uit kan spreken, maar waar gewoon in zit wat er in hoort. Oggu is zo. Een frisdrank met alleen natuurlijke ingrediënten, 100% biologisch, dus gezonder”.
Ten slotte is naast de afbeelding van 3 flessen Oggu in verschillende smaken te lezen: “100% biologisch” en “100% frisdrank” en verschijnt in kleine letters in beeld: “gezonder dan reguliere frisdranken”.
2.
Uitingen op “http://oggu.com”.
3.
De uiting “0% E-NUMMERS” op een stand op de Horecava 2012. Een foto van die stand, zoals klager deze heeft gezien op www.facebook.com,
De klacht
Voor zover klager zijn klacht ter vergadering heeft gehandhaafd, heeft hij de volgende bezwaren.
a.
Zowel in de televisiereclame als op “http://oggu.com” (hierna ook: de website) wordt met betrekking tot de frisdrank Oggu gesteld: “100% biologisch”.
Deze mededeling is onjuist, om de volgende reden.
Volgens bij de klacht overgelegde informatie op http://ec.europa.eu mag voedsel slechts als biologisch worden aangemerkt als minstens 95% van de agrarische ingrediënten biologisch is. Water is geen agrarisch ingrediënt en kan dus niet biologisch zijn. De overige ingrediënten van Oggu kunnen wel biologisch zijn, maar dat betekent niet dat de vermelding 100% biologisch juist is.
b.
In de televisiereclame staat: “gezonder dan andere frisdranken”, terwijl de samenstelling van Oggu vrijwel identiek is aan die van andere frisdranken. Zo bevatten de verschillende dranken volgens de (bij de klacht overgelegde) ingrediëntenvergelijking op http://oggu.com dezelfde hoeveelheid suiker en zuur. Er is sprake van een soort gezondheidsclaim en het komt klager voor dat de uiting in strijd is met de wet.
c.
Op de website staat: “geen chemicaliën”, terwijl alle stoffen, inclusief het water, chemicaliën zijn. Dit is misleidend.
d.
Op de website staat met betrekking tot: “Geur-kleur-,smaakstoffen”: “Geen”, terwijl er volgens die website wel sprake is van aroma’s. Volgens de warenwetgeving zijn aroma’s geur- en smaakstoffen.
Bovendien is de mededeling dat er geen sprake is van kleurstoffen onjuist. De sinasversie van het product Oggu bevat immers oranje wortelsap. Waarschijnlijk wordt bedoeld dat er geen sprake is van toegevoegde kleurstoffen.
Ook op deze punten is de website misleidend.
e.
In de vergelijking van verschillende cola’s op de website staat karamel in het geval van Oggu onder “geur- en smaakstoffen”, terwijl karamel bij de andere dranken als kleurstof is vermeld. Het gaat echter om hetzelfde product, inclusief E-nummer. Door met betrekking tot karamel in Oggu niet het E-nummer te vermelden, maakt adverteerder een onderscheid dat er niet is.
Dit is misleidend.
f.
De uiting “0% E-NUMMERS” in de stand op de Horecava is onjuist, omdat de karamel, zoals hiervoor gesteld, een E-nummer heeft. Bovendien bevatten biologische sappen van nature veel E-nummers. Zo wordt in de sinasversie wortelsap bevattende
B-caroteen (E160) toegevoegd als kleurstof en bevat citroensap veel citroenzuur (E330). Er zal bedoeld worden dat er geen additieven worden gebruikt.
Het verweer
De klacht is gemotiveerd weersproken.
Op het verweer zal worden teruggekomen in het oordeel.
De mondelinge behandeling
Partijen hebben hun standpunten nader toegelicht.
Daarbij heeft klager onder meer meegedeeld dat zijn bezwaar tegen de vermelding “100% biologisch” betrekking heeft op het gedeelte “100%”.
Het oordeel van de Commissie
Met betrekking tot de verschillende bezwaren overweegt de Commissie het volgende.
Ad a.
Zowel op in de televisiereclame als op de website wordt met betrekking tot de frisdank Oggu gesteld: “100% biologisch”. Adverteerder heeft door het overleggen van het document gedateerd 14 december 2010, “afgegeven op basis van artikel 29, lid 1 van Verordening (EG) nr. 834/2007 en Verordening (EG) nr. 889/2008” door Stichting Skal voldoende aannemelijk gemaakt dat de producten Oggu sparkling lemon lime, Oggu sparkling orange en Oggu sparkling cola “voldoen aan de eisen voor de biologische productiemethode”. Ingevolge artikel 23 onder 1 van eerstgenoemde verordening nr. 834/2007 van 28 juni 2007 inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 2092/91 mogen met name “de termen vermeld in de bijlage” bij die verordening “en de afleidingen of verkleinwoorden daarvan, zoals “bio” en “eco” in de gehele Gemeenschap en in elke taal van de Gemeenschap afzonderlijk of in combinatie worden gebruikt voor de etikettering van en de reclame voor een product dat voldoet aan de voorschriften die bij of krachtens deze verordening zijn vastgesteld”. In bedoelde bijlage is als term in de Nederlandse taal vermeld: “biologisch”.
De Commissie dient de vraag te beantwoorden of gegeven het bovenstaande de term “100% biologisch” juist is. De Commissie beantwoordt die vraag in negatieve zin. Naar haar oordeel kan door die term bij de gemiddelde consument de indruk ontstaan dat alle ingrediënten van Oggu voldoen aan de eisen voor de biologische productiemethode. Die indruk is onjuist, omdat het van Oggu deel uitmakende ingrediënt water -naar adverteerder niet, althans onvoldoende heeft weersproken- als niet agrarisch ingrediënt niet voor certificering “als biologisch” in aanmerking komt.
Gelet op het voorgaande gaat de reclame gepaard met onjuiste informatie ten aanzien van de samenstelling van het product als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
Ad b.
Klager heeft de juistheid van de mededeling: “gezonder dan reguliere frisdranken” gemotiveerd weersproken. Samengevat, heeft hij erop gewezen dat de samenstelling van Oggu vrijwel identiek is aan die van andere frisdranken, bijvoorbeeld wat betreft de hoeveelheid suiker en zuur. Vervolgens heeft adverteerder onder meer meegedeeld dat met betrekking tot Oggu wordt gesteld dat dit een “gezondere frisdrank” is en dat daarmee wordt gedoeld op de afwezigheid van “dubieuze kunstmatige toevoegingen” zoals bijvoorbeeld Aspartaam E951, Sacharine E954 en sulfietammonia E150d. Naar het oordeel van de Commissie heeft adverteerder de juistheid van de mededeling “gezonder dan reguliere frisdranken” daarmee niet aangetoond. Adverteerder laat immers onweersproken dat de samenstelling van Oggu wat betreft de hoeveelheid suiker en zuur nauwelijks afwijkt, terwijl hij bovendien geen objectieve vergelijkende informatie over de toevoegingen in Oggu en andere frisdranken heeft verschaft.
Gelet op het voorgaande gaat de reclame gepaard met onjuiste informatie ten aanzien van de samenstelling van het product als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. Aangezien er, gelet op de gemaakte vergelijking tussen Oggu en “reguliere frisdranken”, tevens sprake is van vergelijkende reclame als bedoeld in artikel 13 NRC, acht de Commissie de uiting ook in strijd met artikel 13 aanhef en onder a NRC.
Reeds om bovengenoemde redenen is de uiting in strijd met de NRC. De Commissie komt niet meer toe aan het beoordelen van de in de klacht ingenomen, maar niet nader toegelichte stelling van klager omtrent strijd met de wet.
Ad c.
Op de website staat met betrekking tot de frisdrank Oggu: “geen chemicaliën”.
Klager heeft de juistheid van deze mededeling gemotiveerd bestreden door te stellen dat alle stoffen, inclusief water, chemicaliën zijn. Door vervolgens te wijzen op de betekenis van “chemicaliën” volgens Van Dale en te stellen dat klager goed weet dat de “chemische industrie” niet gelijk staat aan de “natuurlijke industrie” heeft adverteerder de juistheid van haar mededeling naar het oordeel van de Commissie niet aangetoond.
Gelet op het bovenstaande gaat de reclame gepaard met onjuiste informatie ten aanzien van de samenstelling van het product als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
Ad d.
i.
Adverteerder heeft meegedeeld dat er sprake is van een zogenaamde “typo”, waar in de vergelijking van verschillende cola’s op de website staat: “geen’’ met betrekking tot “geur- (..), “smaakstoffen”, terwijl Oggu Cola volgens diezelfde vergelijking wel aroma’s bevat.
Gelet hierop gaat de reclame gepaard met onjuiste informatie ten aanzien van de samenstelling van het product als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
ii.
Het bezwaar dat de mededeling “geen” met betrekking tot “kleur- (…)stoffen” onjuist is, omdat de sinasversie van Oggu oranje wortelsap bevat, wijst de Commissie af, omdat voornoemde mededeling wordt gedaan in de vergelijking met betrekking tot verschillende cola’s. Bij de klacht is geen uiting overgelegd waaruit blijkt dat adverteerder ook met betrekking tot de sinasversie van Oggu stelt dat deze geen kleurstoffen bevat.
Ad e.
Anders dan in de klacht wordt gesteld, staat karamel in voornoemde vergelijking van cola’s op de website niet onder geur- en smaakstoffen, maar onder aroma’s. Wat daarvan zij -klager heeft onweersproken gesteld dat aroma’s volgens de warenwetgeving geur- en smaakstoffen zijn- de Commissie vat de klacht op in die zin dat karamel ten onrechte in het geval van Oggu Cola als “karamel” is aangeduid en bij de overige cola’s als karamel, voorzien van een E-nummer, terwijl het -naar klager stelt- in het geval van Oggu om hetzelfde product karamel gaat, inclusief E-nummer.
Naar het oordeel van de Commissie heeft adverteerder niet, althans niet voldoende weersproken dat het om hetzelfde product karamel, inclusief E-nummer gaat. Adverteerder heeft volstaan met de mededeling dat men in biologische producten geen kleurstoffen mag gebruiken en dat Oggu karamel bevat “als aroma voor haar romige karamel smaak zoals cola vroeger smaakte”, terwijl de “moderne cola’s” sulfietammonia bevatten “niet vanwege de smaak maar puur vanwege de optische zwarte kleur”, waartegenover Oggu cola een bruine, natuurlijke kleur heeft.
Naar het oordeel van de Commissie wordt aldus ten onrechte gesuggereerd dat Oggu Cola een andere, niet van een E-nummer voorziene stof genaamd karamel bevat dan andere in de vergelijking genoemde cola’s.
In zoverre gaat de reclame gepaard met onjuiste informatie ten aanzien van de samenstelling van het product als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. Aangezien er, gelet op de gemaakte vergelijking, tevens sprake is van vergelijkende reclame als bedoeld in artikel 13 NRC, acht de Commissie de uiting ook in strijd met artikel 13 aanhef en onder a NRC.
Ad f.
Adverteerder heeft niet aangetoond dat de mededeling met betrekking tot Oggu: “0% E-NUMMERS” in de stand op de Horecava 2012 juist is. Met name heeft adverteerder niet, althans niet voldoende weersproken dat de sinasversie van Oggu wortelsap bevat en dat dit wortelsap B-caroteen (E160) bevat en dat Oggu Cola karamel, voorzien van een E-nummer bevat.
Gelet op het bovenstaande gaat de reclame gepaard met onjuiste informatie ten aanzien van de samenstelling van het product als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.
De beslissing
Op grond van het hetgeen hiervoor is overwogen in het oordeel onder a (de televisiereclame en de website), b (de televisiereclame), c (de website), d onder i (de website), e (de website) en f (de uiting in een stand op de Horecava) acht de Commissie de bestreden reclame-uitingen in strijd met artikel 7 NRC.
Op grond van het hetgeen hiervoor is overwogen in het oordeel onder a respectievelijk e acht de Commissie de televisiereclame respectievelijk de website tevens in strijd met artikel 13 aanhef en onder a NRC.
Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.
Voor het overige wijst de Commissie de klacht af.