a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Terug naar zoekresultaten

Voeding en niet- alcoholhoudende dranken

Dossiernr:

2012/00998

Datum:

04-12-2012

Uitspraak:

VT (=voorzitterstoewijzing)

Product/dienst:

Voeding en niet- alcoholhoudende dranken

Motivatie:

Bijzondere Reclamecode

Medium:

Drukpers/tijdschriften

De bestreden reclame-uiting

 

Het betreft een advertentie in het blad Allerhande voor “Unox Extra Magere Rookworst”. In de advertentie staat onder meer:

“Extra magere rookworst. Extra vaak genieten.

Het wordt weer stamppotweer! En daar wil je natuurlijk extra vaak van genieten. Daarom

is er nu de nieuwe Unox Extra Magere Rookworst met maar liefst 30% minder vet*. (…)

Daar kun je dus extra vaak van genieten!”

 

De klacht

 

Er wordt de indruk gewekt dat men, doordat de rookworst extra mager is en 30% minder vet bevat, extra vaak van de rookworst kan genieten. Dat wekt onjuiste verwachtingen. Men zou kunnen denken dat men nu twee of drie keer zo vaak kan genieten. De indruk wordt gewekt dat dit niet slecht voor de gezondheid is omdat er minder vet in de rookworst zit. Dat is niet juist. Er zit van nature veel vet in rookworst en 30% is niet substantieel minder.

 

Het verweer

 

Dit wordt als volgt samengevat.

Op grond van de Claimsverordening (Verordening (EG) 1924/2006) mag een verlaging van tenminste 30% worden geclaimd als een “heilzame voedingseigenschap”. Het aangeprezen product voldoet aan deze eis, nu het 30% minder vet bevat dan de magere Unox rookworst, die het wettelijk toegestane maximum voor magere vleessoorten bevat. Het extra genieten is hieraan gerelateerd. De klacht mist feitelijke grondslag omdat in de uiting niet wordt gesug­ge­reerd dat het voor de consument even gezond is om twee of drie keer zoveel rookworst te consumeren. De woorden “extra vaak genieten:” stimuleren geen frequentere con­sump­tie van rookworsten, maar promoten het frequenter mogen genieten. Het gaat overi­gens om een eenmalig geplaatste advertentie. De uiting is niet in strijd met artikel 7 van de Re­­clamecode voor voedings­mid­de­len (RVV), omdat deze niet aanzet tot méér consumptie. In de uiting wordt er slechts op gewezen dat men extra vaak echt mag genieten wegens het geclaimde voordeel van de vermindering van vet.

 

Het oordeel van de voorzitter

De voorzitter stelt voorop dat de claim “30% minder vet” dient te worden aangemerkt als een vergelijkende voedingsclaim in de zin van de Verordening (EG) Nr. 1924/2006 inzake voe­dings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen. Adverteerder heeft voldoende aanne­me­lijk gemaakt dat de onderhavige claim voldoet aan de voorwaarden die de Verordening stelt voor het gebruik van deze claim.

 

Klager stelt dat de uiting de onjuiste verwachting wekt dat men vaker van rook­worst kan ge­nieten zonder dat dit slecht is voor de gezondheid. De voor­zitter vat deze klacht aldus op, dat volgens klager de uiting in strijd is met artikel 7 RVV. Adverteerder is in staat gesteld op dit punt nader verweer te voeren.

 

De voorzitter is van oordeel dat de oproep om “extra vaak” van het aangeprezen product te genieten, door de gemiddelde consument zal worden opgevat als een aansporing om vaker dan voorheen rookworst te consumeren, met dien verstande dat dan de keuze dient te wor­den gemaakt voor het aangeprezen product, nu dat “minder vet” is en een “extra magere sa­menstelling” heeft. Naar het oordeel van de voorzitter zal de consument die in navolging van deze oproep “extra vaak” het aangeprezen product op het menu zet, per saldo meer van dat product gaan consumeren dan het vergeleken voedings­middel met het oorspron­kelijke, ho­gere, vet­gehalte, reeds omdat dat voedingsmiddel minder frequent op het menu stond.

 

Naar het oordeel van de voorzitter is de reclame-uiting op grond van het voorgaande in strijd met artikel 7 RVV. Hieraan doet niet af dat in dit artikel over energetische waarde wordt ge­spro­ken en in de reclame-uiting over een verlaagd vetgehalte. De gemiddelde consument zal, naar het oordeel van de voorzitter, de uitdrukkelijke verwijzing in de reclame-uiting naar het verlaagde vetgehalte in enige mate associëren met een lagere energeti­sche waarde. Op grond hiervan valt de reclame-uiting onder de reikwijdte van artikel 7 RVV.

 

De klacht is derhalve gegrond.

 

De beslissing van de voorzitter

 

Op grond van hetgeen hiervoor is vermeld, acht de voorzitter de bestreden reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 RVV. De voorzitter beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

 

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken