De bestreden uiting
Het betreft de huis-aan-huis bezorgde ongeadresseerde folder van SP Amsterdam die is verspreid in het kader van de gemeenteraadsverkiezingen van 19 maart 2014.
De uiting is in kopie aan deze uitspraak gehecht.
De klacht
Klaagster maakt bezwaar tegen het deponeren van de folder van SP Amsterdam in haar brievenbus, terwijl die brievenbus is voorzien van een NEE/JA sticker waarmee zij heeft aangegeven geen reclame te willen ontvangen. Klaagster heeft zowel de SP Amsterdam als het landelijke secretariaat van de SP hierover aangeschreven, en heeft daarbij verwezen naar eerdere uitspraken van de Commissie waarin de SP voor dergelijk handelen “op de vingers is getikt”. De SP en de afdeling Amsterdam hebben klaagster meegedeeld dat door hen de verkiezingsfolder niet als reclame wordt gezien, omdat de SP geen commercieel winstoogmerk heeft. Zij zien de folder als huis-aan-huiskrant die wel in brievenbussen met een NEE/JA-sticker mag worden bezorgd. Klaagster is het met dit standpunt niet eens en meent dat verkiezingsflyers onder het begrip reclamedrukwerk vallen.
Het verweer
De bestreden informatieve krant is geen reclame, maar een blad dat huis-aan-huis wordt bezorgd. Bij de verspreiding van de krant worden brievenbussen met NEE/NEE-stickers overgeslagen, maar bij brievenbussen met een NEE/JA-sticker, zoals in het geval van klaagster, wordt wel bezorgd. Hoewel het lastig is individuele adressen over te slaan, zal aan de vrijwilligers worden gevraagd te proberen om bij het huis-aan-huis verspreiden van de kranten klaagsters adres over te slaan.
De reactie van klaagster bij e-mails van 24 en 25 april 2014
Klaagster handhaaft het standpunt dat verkiezingsfolders moeten worden aangemerkt als reclamedrukwerk en dat het negeren van de JA/NEE sticker bij het verspreiden van de verkiezingsfolder door SP in strijd is met artikel 3.1 van de Code Verspreiding Ongeadresseerd Reclamedrukwerk (Code VOR), zoals de Commissie bij herhaling in vergelijkbare zaken aan de SP heeft laten weten. Gelet hierop verzoekt klaagster de Commissie om de onderhavige uitspraak openbaar te maken.
Het oordeel van de Commissie
De bestreden folder bevat een openbare aanprijzing van de – landelijke en lokale – politieke denkbeelden van de SP. Voorts wordt men in de folder aangespoord lid te worden van de SP. Onder reclame wordt in artikel 1 van de Nederlandse Reclame Code (NRC) verstaan: iedere openbare en/of systematische directe dan wel indirecte aanprijzing van goederen, diensten en/of denkbeelden door een adverteerder of geheel of deels ten behoeve van deze, al dan niet met behulp van derden. Gelet hierop is in het onderhavige geval sprake van reclame in de zin van artikel 1 NRC en dient de huis-aan-huis bezorgde folder te worden aangemerkt als ongeadresseerd reclamedrukwerk in de zin van artikel 1.1 sub d van de Code VOR. Om deze reden kan adverteerder niet worden gevolgd in haar stelling dat sprake is van een huis-aan-huisblad.
Als onweersproken is komen vast te staan dat de bestreden folder is gedeponeerd in klaagsters brievenbus, die is voorzien van een NEE/JA sticker in de zin van de Code VOR. Met deze sticker wordt kenbaar gemaakt dat men geen ongeadresseerd reclamedrukwerk wenst te ontvangen. Nu desondanks de bewuste folder in klaagsters brievenbus is gedeponeerd, heeft adverteerder artikel 3.1 van de Code VOR overtreden. Ingevolge dit artikel dienen afzenders en verspreiders ieder voor zich en in gezamenlijk overleg alle maatregelen en voorzieningen te treffen die noodzakelijk zijn teneinde de respectering van de in bijlage 1 bij de Code VOR vermelde stickers te bereiken en voor de verdere uitvoering en naleving van de Code VOR.
De (voorzitter van de) Commissie heeft de SP al verschillende malen aanbevolen c.q. vrijblijvend geadviseerd om niet meer op een dergelijke wijze ongeadresseerd reclamedrukwerk te (doen) verspreiden. Verwezen wordt onder meer naar de beslissingen van 26 augustus 2010 (dossier 2010/00461), 1 april 2011 (met Alert; dossier 2011/00182), 11 december 2012 (dossier 2012/00943) en 22 april 2014 (dossier 2014/00132). Nu adverteerder aan deze uitspraken geen gevolg blijkt te geven, heeft de Commissie besloten om de onderhavige uitspraak als Alert te verspreiden en aldus onder de aandacht te brengen van een breed publiek.
Gelet op het voorgaande wordt als volgt beslist.
De beslissing
Adverteerder heeft gehandeld in strijd met artikel 3.1 van de Code VOR. De Commissie
beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken en zal
de uitspraak als Alert laten verspreiden.