De klacht
Klager maakt bezwaar tegen het in zijn brievenbus ontvangen van een verkiezingsflyer waarin een specifieke kandidaat op de lokale CDA kieslijst (CDA Weert) zich in verband met de gemeenteraadsverkiezingen presenteert. Klager stelt dat de flyer ten onrechte is gedeponeerd in zijn brievenbus, nu die voorzien is van een “Nee/Ja-sticker”.
Het verweer
Afzender geeft vrijwilligers die drukwerk verspreiden altijd richtlijnen mee voor het verspreiden. Het bezorgen van drukwerk in brievenbussen die voorzien zijn van een sticker is niet in overeenstemming met deze richtlijnen. Het is niet de bedoeling dat mensen ongewenst drukwerk ontvangen. Afzender zal de klacht meenemen bij een evaluatie. Bij een volgende campagne zal afzender nog strikter vermelden dat het niet de bedoeling is om op deze wijze drukwerk ‘aan de man te brengen’. Dat neemt niet weg dat geen sprake is van reclame. Afzender verkoopt geen product of dienst en heeft geen enkel commercieel belang bij de verspreiding. Dit kost haar alleen maar geld. Niet duidelijk is hoe maatschappelijke organisaties anders nog kunnen communiceren met inwoners en potentiele kiezers. Het gaat om relevante informatie en afzender beschouwt het als haar plicht om inwoners te informeren over de verkiezingen als een van de grondbeginselen van het democratische proces. Door goede informatievoorziening kan de afstand tussen de politiek en de burger verkleind worden. Nu de flyer geen reclame is, kan de Reclame Code Commissie niet over de klacht oordelen.
Het oordeel van de voorzitter
1) Klager heeft onweersproken gesteld dat de bewuste flyer is gedeponeerd in zijn brievenbus, die is voorzien van een Nee/Ja-sticker. Het betreft blijkens een foto van klager een sticker als vermeld in bijlage 1 bij de Code Verspreiding Ongeadresseerd Reclamedrukwerk (Code VOR). Ook verkiezingsflyers in verband met gemeenteraadsverkiezingen vallen onder het bereik van deze code. In lijn met eerdere uitspraken van de Reclame Code Commissie ten aanzien van uitingen van politieke partijen, worden dergelijke flyers aangemerkt als ongeadresseerd reclamedrukwerk in de zin van artikel 1.1 sub d van de Code VOR.
2) Meer in het bijzonder betreft het daarbij de aanprijzing van denkbeelden, waarbij in dit geval wordt opgeroepen op een bepaalde kandidaat van een politieke partij te stemmen. Dat afzender geen commercieel belang bij de aanprijzing heeft, doet niet af aan de constatering dat door het aanprijzen van een denkbeeld is voldaan aan de omschrijving van het begrip reclame in artikel 1.1 aanhef en onder a van de Code VOR in samenhang met artikel 1 van de Nederlandse Reclame Code. Door de bezorging van de flyer in een brievenbus met een Nee/ Ja-sticker heeft afzender gehandeld in strijd met artikel 3.1 Code VOR. Ingevolge deze bepaling dienen afzenders en verspreiders alle maatregelen en voorzieningen te treffen die noodzakelijk zijn teneinde de respectering van de op bijlage 1 van de Code VOR vermelde stickers te bereiken, alsmede te zorgen voor de verdere uitvoering en naleving van de Code VOR. Hetgeen afzender aanvoert ter rechtvaardiging van de bezorging van de flyer kan niet tot het oordeel leiden dat de bezorging in dit geval alsnog toelaatbaar is. Daarbij doet niet ter zake of afzender zelf bepaalde informatie als relevant of noodzakelijk beschouwt. Door het aanbrengen van een brievenbussticker geeft de bewoner immers te kennen dat hij geen ongeadresseerd reclamedrukwerk wenst te ontvangen, ongeacht de aard en de inhoud daarvan. Daarbij bestaat voor afzender nog steeds voldoende mogelijkheid om de folder te verspreiden. Bezorgers kunnen bijvoorbeeld aanbellen bij huizen met (uitsluitend) een brievenbussticker om te vragen of de bewoner, ondanks deze sticker, toch prijs stelt op een flyer van de desbetreffende politieke partij. Dit is onder de Code VOR toegestaan.
3) De voorzitter neemt nota van de mededeling van afzender dat het niet haar bedoeling is dat mensen tegen hun wil drukwerk ontvangen en dat zij dit zal meenemen bij een evaluatie. Ook zal afzender bij een volgende campagne nog strikter vermelden dat de brievenbusstickers dienen te worden gerespecteerd. De voorzitter gaat ervan uit dat afzender deze toezegging zal nakomen, nu geoordeeld is dat de flyer ongeadresseerd reclamedrukwerk in de zin van de Code VOR is. Gelet hierop zal de voorzitter gebruik maken van zijn bevoegdheid als bedoeld in artikel 12 lid 5 van het Reglement van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep, zodat volstaan wordt met te oordelen als volgt.
De beslissing van de voorzitter
Op grond van het voorgaande heeft afzender gehandeld in strijd met het bepaalde in artikel 3.1 Code VOR.