De klacht
Klager stelt, samengevat, dat de bewuste reclame-uitingen (een verkiezingsflyer en folder van de SP, een week later gevolgd door een nieuwe folder) zijn gedeponeerd in zijn brievenbus, hoewel die voorzien is van een “Nee/Ja-sticker”. Klager stelt dat afzender in het verleden vaker en ondanks vele klachten in strijd met deze brievenbussticker ongeadresseerd reclamedrukwerk in zijn brievenbus heeft bezorgd.
Het oordeel van de voorzitter
Klager heeft onweersproken gesteld dat de bewuste reclame-uiting is gedeponeerd in zijn brievenbus die is voorzien van een “Nee/Ja-sticker”. Het betreft, naar de voorzitter aanneemt, een sticker als vermeld in bijlage 1 bij de Code Verspreiding Ongeadresseerd Reclamedrukwerk (Code VOR). Op grond van het voorgaande heeft afzender artikel 3.1 Code VOR overtreden. Ingevolge deze bepaling dient een afzender alle maatregelen en voorzieningen te treffen die noodzakelijk zijn voor de respectering van de op bijlage 1 vermelde stickers en voor de verdere uitvoering en naleving van de Code VOR.
De beslissing van de voorzitter
Op grond van het voorgaande heeft afzender gehandeld in strijd met het bepaalde in artikel 3.1 Code VOR. De voorzitter adviseert afzender om niet meer in strijd met dit artikel reclame te (doen) verspreiden.